VERGEVINGSGEZINDHEID:
“Wees mild, en vergeef je medemens van harte!” |
“Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven aan
onze schuldenaren”. Dit verzoek dat wij in het Onze vader zo vaak
tot God richten, betekent in zijn oorspronkelijke betekenis “vergeef ons in de
mate waarin wij onze
medemensen vergeven hebben”.
Wees
barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.
Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden.
Veroordeel niet, dan zal je niet veroordeeld worden.
Vergeef, dan zal je vergeven worden.
Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden.
Veroordeel niet, dan zal je niet veroordeeld worden.
Vergeef, dan zal je vergeven worden.
(Lucas
6:36-37)
Vergeving schenken aan
uw medemens is een voorwaarde om zelf van God vergiffenis te verkrijgen.
Waarom vergeven? Omdat u daardoor te kennen geeft dat u aanvaardt dat uw
medemens fouten kan maken omdat ook hij, evenals uzelf, niet
alwetend en niet alvermogend is. Door te vergeven, gaat u ervan uit dat uw
medemens niet bewust en niet opzettelijk heeft willen dwalen, maar dat hij
misleid is geweest tegenover u. Dat kan uzelf ook overkomen. Door te
vergeven, kunt u een ziel waarlijk genezen. Vergeven is een
heldhaftige daad van naastenliefde. Het is een daad waarmee u de satan veel
wind uit de zeilen neemt, want vergeving bewerkt verzoening en kan daardoor
veel onvrede tussen zielen en binnen in de harten wegnemen.
Zolang u uw medemens niet echt in het hart hebt vergeven, blijven
gevoelens van wrevel, wrok of rancune sluimeren: vormen van onvrede die een
normale, ontspannen, spontane communicatie met die medemens in de weg staan. In
dat geval kan tussen u beiden sprake zijn van wat men tussen staten “koude
oorlog” of “gewapende vrede” zou noemen: toestanden waarin geen conflict wordt
uitgevochten of geen strijd wordt geleverd, en zelfs voor het oog van de
buitenwereld een glimlach wordt uitgewisseld, doch achter de schermen in feite
elkaar niets goeds wordt toegewenst. Sommige mensen koesteren een zodanige
rancune dat zij jarenlang koppig weigeren om een woord te spreken tegen iemand
met wie zij onenigheid hebben gehad. Dat is wat wel vaker gebeurt tussen buren
en zelfs onder familieleden. Deze mensen verbieden daarenboven vaak hun vrienden
of andere familieleden om met de betrokken personen te spreken, wat de ondeugd nog
vergroot, want hierdoor worden gevoelens van haat gevoed en breiden deze
zich soms heel ver uit.
Wanneer de onverzoenlijkheid een ernstige graad aanneemt, kunt u haatdragend genoemd worden. Deze gesteldheid is
een sluipend gif voor uw eigen ziel. Dezelfde gesteldheid heerst in een
hart dat belust is op wraak:
er is niet alleen geen vergeving, er wordt zelfs gewacht op een gelegenheid om
een kwaad toe te brengen dat minstens even groot is als datgene wat uzelf is
aangedaan. Onder andere de mens die niet tegen verlies kan, zal neigen tot
wraakzucht. Hij wil zich hierdoor op één of andere wijze revancheren en als het
ware bewijzen dat hij de meerdere is. Het is inderdaad opmerkelijk hoeveel
ondeugden op één of andere wijze raakpunten vertonen met die zo grote ondeugd
van de hoogmoed. Eerder zeldzaam is de mens die niet de neiging
of de behoefte bezit om anderen aan zich te onderwerpen of lager dan zichzelf
neer te halen. Zij die in Gods ogen het grootst zijn, voelen zich vaak het
meest onwaardig, terwijl zij wier ziel de grootste poetsbeurt behoeft, er het
meest naar streven om de hele wereld onder hun voeten te leggen. Gebrek aan
vergevingsgezindheid treedt ook te voorschijn bij de mens die er niet kan toe
komen, de eerste stap te
zetten om een ruzie bij te leggen.
Het kan heel heilzaam zijn, ook voor uw eigen ziel,
in het Sacrament van de Biecht elke situatie van uw hele leven uit te
spreken waarin u met iemand in onmin, onenigheid of ruzie bent geweest, zelfs
het geringste meningsverschil, en u nooit uitdrukkelijk met die mens verzoend
hebt. Wellicht kunt u zich al die situaties niet precies herinneren, maar u
kunt ze wel alle samenvatten in één Biecht, op voorwaarde dat u de oprechte
wens hebt om waarlijk aan al uw “vijanden” (verleden en tegenwoordige) in de
geest de hand te reiken.
Het is een hartverwarmend moment, een medemens de hand te reiken
tot verzoening. Kunt u echter om één of andere reden de betwiste zaken niet uitdrukkelijk
met die mens uitpraten of u met hem verzoenen, doe dit dan in de geest en in het Sacrament van de Biecht, dan
staat u in de ziel zuiver tegenover uw medemens. Het kan namelijk
voorkomen dat een mens die tegen u heeft misdaan, van uw levensweg weggenomen
wordt, hetzij dat u hem nooit meer terugziet hetzij dat hij overlijdt, of ook
dat hij voor uw verzoeningspogingen niet openstaat. In dat geval kunt u in
ieder geval uw vergeving uitspreken in de geest en in de Biecht.
BRON: uit de onderrichtingen van het Maria
Domina Animarum Apostolaat: (zie onderrichtingen: boeken: lentebloesems aan de levensboom)
http://www.maria-domina-animarum.net/
http://www.maria-domina-animarum.net/
“Aan wie vergeeft, zal vergeven worden, maar wie niet vergeeft, zal ook niet vergeven worden, leerde Jezus ons!” |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.