Het bezoek van Maria aan Elisabeth:
De diepe betekenis
van het bezoek van Maria aan Haar nicht Elisabeth
( feest van 31 mei)
“Maria maakt in Haar bezoek aan Elisabeth duidelijk dat de waarlijk heilige ziel geen inspanning uit de weg gaat om God naar de zielen te brengen.” |
Wanneer de Heilige Aartsengel Gabriël aan Maria verkondigt dat Zij
Jezus in Haar schoot zal ontvangen, deelt hij Haar tevens mede dat Haar nicht
Elisabeth, hoewel zij onvruchtbaar heette te zijn, reeds zes maanden zwanger
is. Maria vertrekt daarop vanuit Nazareth in Galilea (de noordelijke provincie
van Israël) naar Ain Karim in Judea (de zuidelijke provincie van het land), een
lange en moeilijke reis met een bestemming in een bergachtige streek. Wat is de
diepe zin en betekenis van dit bezoek?
Elisabeth is op gevorderde leeftijd. Zij draagt in haar schoot de
vrucht die later bekend zal zijn als Johannes de Doper. Maria Zelf draagt Jezus,
de Godmens, de Messias en Verlosser, in Haar Schoot. Hoewel Zij Zich van Haar
unieke uitverkiezing (als Moeder van de Messias) bewust is, cijfert Maria
Zich totaal weg in de dienst aan Haar naaste. Bij Maria’s aankomst groet
Zij Haar nicht, en de Heilige Geest verkondigt aan deze laatste dat Maria
zwanger is van Gods Zoon. God verkondigt dus voor het eerst rechtstreeks aan
een mensenziel dat Maria de Moeder van de Messias is. Elisabeth deelt Maria
mede, dat Johannes de Doper in haar schoot is opgesprongen van vreugde bij het
horen van Maria’s groet.
Wij leren hier dus reeds Maria kennen als Diegene die Jezus
naar de zielen draagt (Diegene, die steeds Draagster van het Licht
zal zijn, die steeds innig één met God zal zijn), en hierdoor God
tegenwoordig stelt: Waar Maria verschijnt, wordt de atmosfeer vervuld
van Gods Tegenwoordigheid. Zo zal het voor altijd blijven. Bovendien is
belangrijk, dat niet mensen Haar in deze hoedanigheid verkondigen, God Zelf doet het, via een inspiratie van de
Heilige Geest aan Elisabeth.
Maria zal drie maanden lang Haar eigen noden volkomen terzijde
schuiven om Elisabeth vreugde en hulp te bereiden, en verkondigt hierdoor in
feite reeds de Missie van de Verlosser, die Liefde, Licht en vreugde naar de
zielen zal brengen:
·
Liefde, want Maria cijfert Zichzelf ondanks Haar eigen zwangerschap
maandenlang helemaal weg voor Haar naaste, en Zij doet dit vanuit een Hart,
waarin Zij volmaakt één is met Jezus en met de Heilige Geest.
·
Licht, want in Haar
en dus Jezus’ tegenwoordigheid ontvangt Elisabeth het Licht der Waarheid
over Maria en Jezus, en dus over de ware
betekenis van dit tijdstip in de heilsgeschiedenis.
·
Vreugde, want het nog niet geboren kind springt op van vreugde. Doorheen
Maria treedt Jezus hier reeds op als Diegene, die het leven
van de mensenziel komt verlichten door liefdevolle ondersteuning en door de
voelbare Tegenwoordigheid van God. Bovendien getuigt God hierdoor van het
feit dat ook de ongeboren vrucht reeds reageert
op Gods Tegenwoordigheid, en dus door God wordt geleid.
Maria maakt in Haar bezoek aan Elisabeth bovendien duidelijk dat
de waarlijk heilige ziel geen inspanning uit de weg gaat om God naar de zielen
te brengen: Haar reis is lang, en het laatste gedeelte van de reisweg vóór de
plaats van bestemming is bergachtig. God toont hierin aan, dat zielen zich niet
steeds gemakkelijk bereikbaar maken voor Zijn Licht, en dat vaak volharding
in de naastenliefde nodig is om een ziel voor het Heil te ontsluiten.
In antwoord op de woorden van Elisabeth laat Gods Geest, die kort
voordien de volmaakte Bruiloft aan Maria heeft voltrokken en de kiem van de
Godmens in Haar heeft gelegd, Maria het Magnificat uitspreken,
waarin Zij God verheerlijkt, maar waarin God Haar ook een tipje van
de sluier over Haar eigen hoedanigheid en rol binnen Zijn Heilsplan laat
oplichten: “Van heden af prijst elk geslacht Mij
zalig, omdat Hij aan Mij Zijn
Wonderwerken deed, Hij die machtig is...”. God Zelf laat Maria hier verkondigen
dat Zij doorheen de heilsgeschiedenis een sleutelfiguur voor het Heil
der zielen zal blijven.
Maria brengt hier op mystieke wijze de Christus in contact met
Zijn voorloper, Johannes de Doper, die als mens zes maanden ouder dan Jezus zal
zijn, en een tijd lang de komst van de Messias zal verkondigen, tot deze Zelf
in de openbaarheid zal treden door Zich door Johannes in de Jordaan te laten
dopen. De Doper reageert vanuit de moederschoot op de stem van Maria, die is
bezield door de Christus in Haar eigen Schoot.
Tekenend is de voortdurende Aanwezigheid van Maria bij Elisabeth
en Zacharias doorheen een periode waarin deze beiden zwaar beproefd worden:
Zacharias kan tot aan de geboorte van Johannes niet spreken, en Elisabeth wordt
voortdurend bekoord op de waarheid van haar inzichten over Jezus en Maria, en
over de belofte dat haar eigen zoon Johannes groot zal zijn in Gods ogen. Wij
moeten ons daarbij voor ogen houden dat Maria’s Aanwezigheid in het huis en de
tuin van Elisabeth en Zacharias een heel stille Aanwezigheid is: Zij spreekt
heel weinig, lijkt doorheen het huis te “zweven”, en voltrekt al Haar werken
vrijwel geruisloos. De grootste tekenen van Haar Aanwezigheid zijn de diepe
Vrede en het Hemels Licht, dat Zij om Zich heen verspreidt. Hierin
getuigt God van de nederigheid en zelfverloochening van Maria: Niet Zijzelf
laat Haar Tegenwoordigheid opvallen door menselijke tekenen, God kenmerkt Haar Aanwezigheid,
door louter Hemelse tekenen. God geeft hierin de voorafbeelding van Maria als
Diegene, die de beproefde en bekoorde zielen vrijwel onopvallend doorheen hun
moeilijke dagen ondersteunt.
Maria toont hier aan alle generaties wat God van elke ziel
verwacht: Dat zij Jezus naar haar medeschepselen helpt brengen,
Gods Tegenwoordigheid voelbaar maakt, zichzelf verloochent
voor de naaste, vreugde en Licht brengt, zichzelf wegcijfert, niet de
aandacht op zichzelf doch op God vestigt, en God verheerlijkt als Diegene,
die volmaakt rechtvaardig is en wiens beloften eeuwigdurend geldig zijn. Maria
toont de zielen hier dat een waarlijk heilige ziel in feite niet meer zelf
leeft, doch louter een werktuig van dienstbaarheid is, dat zich in alle
handelingen, woorden en verlangens uitsluitend door God laat bewegen.
BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat: (zie onderrichtingen:edelstenen der genade.)
“Maria toont hier aan alle generaties wat God van elke ziel verwacht: Dat zij Jezus naar haar medeschepselen helpt brengen.” |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.