MARIA, HULP DER CHRISTENEN:
(24 mei)
(24 mei)
De titel van de Moeder Gods die wij vandaag gedenken, brengt op
een heel bijzondere wijze Gods Liefde tot uitdrukking. Christen zijn, is niet, zoals de mens zou denken, een
kwestie van de plaats, waar een ziel haar aardse levensweg aanvat, noch louter
een kwestie van het gezin, aan hetwelk de ziel door Gods Voorzienigheid wordt
toevertrouwd, noch louter een kwestie van opvoeding. Waarlijk christen zijn, is
een roeping.
“Christen” zijn in de diepste zin van het woord, is geen uithangbordje, doch de
aanduiding van een levenshouding, die in het dagelijks leven concreet wordt beleefd,
een in de praktijk van het dagelijks leven toegepaste ingesteldheid
van hart: Het betekent navolging van Christus, niet in de
eerste plaats in de zin van een “nabootsing” van Zijn Leven – want de concrete
vormgeving van het leven in alle details wordt uiteindelijk steeds door Gods
Voorzienigheid geleid – doch in de zin van de vereniging met de
hartsgesteldheden van Jezus, waardoor de ziel de situaties die Gods
Voorzienigheid op haar levensweg brengt, volledig in de geest van Christus
tegemoet treedt.
Het oprecht verlangen om te leven alsof het eigen hart een spiegel
van de Ware Liefde zou zijn, is een roeping, een levenslange opdracht. Vanwege het feit dat elk mensenleven zich afspeelt tegen de
achtergrond van de strijd tussen Licht en duisternis, zijn beproevingen
in elk leven als het ware voorgeprogrammeerd. Vanzelf gaat niets: God heeft het
zo voorzien, dat alles in het leven slechts vruchtbaar wordt
naarmate de ziel ernaar streeft, alles in de nauwste samenwerking met God te
volbrengen. Vandaar precies de onovertroffen zegen van de totale
Mariatoewijding.
De Moeder Gods is er in absolute
volmaaktheid voor uitgerust, de ziel te leiden bij haar innerlijke ontplooiing, haar zodanig te “herscheppen” dat het Hemels zaad van haar
talenten, gaven en de naar haar toestromende geschenken van Gods Voorzienigheid
tot de hoogst mogelijke vruchtbaarheid moge komen. Dat
alles is in de ware zin van het woord hulp bij de vervolmaking van het christen-zijn en derhalve bij de invulling van die prachtige roeping, een kleine
spiegel van Christus te zijn. Vergeten wij niet, dat aan de christenen
de hoede over de Nalatenschap van Jezus Christus, Gods Waarheid, de
schatkamer van de traditionele, door Jezus ontsloten waarden, is toevertrouwd.
Uiteindelijk komt het er in dit leven voor elke ziel op aan, voor
al datgene, wat zij van God krijgt, zelfs – ja, daar nog het meest – voor het
gewoonlijk als onaangenaam ervarene, een zo hoog mogelijk effect te
verwezenlijken. Niets gebeurt in het leven “zo maar”, alles heeft een
diepe zin, en God staat vele dingen, waarvan wij de zin niet
kunnen begrijpen, toe, omdat zij ons tot levensverzekering voor het Eeuwig Leven kunnen
dienen. Om deze reden mag Maria als Hulp der Christenen niet in de eerste plaats worden beschouwd als Diegene, die instaat
voor oplossingen op het vlak van onze wereldse noden. Dergelijke oplossingen
krijgt de ziel in wezen op grond van haar rotsvast geloof in Gods Liefde en in
de zinvolle werkingen van Zijn Voorzienigheid. De Moeder Gods, Hulp der Christenen, is in de eerste plaats aan de zielen geschonken als Brug over
de ravijnen die op haar levensweg telkens opnieuw trachten, een vlot lopende spirituele ontwikkeling te onderbreken.
Terwijl de duivel erop uit is, de ziel op zo doeltreffend
mogelijke wijze van God en van haar heiliging verwijderd te houden, is het
Maria‘s roeping, de ziel steeds dichter bij God te brengen en
haar op het spirituele vlak in de hoogst mogelijke mate te helpen ontplooien.
Zo is Zij de Hulp der Christenen, Diegene, Die ertoe geroepen is, de ziel erbij te helpen, waarlijk
christen te zijn. Het leven van Christus op aarde had geen enkele materiële
doelstelling, doch was louter en alleen op de vervulling van Gods Heilsplan
en op de ontsluiting van de vruchtbaarheid der zielen binnen dit Plan gericht.
Ware navolging van Christus veronderstelt dat dit voor ons niet anders is:
Ieder van ons leeft niet voor de verwezenlijking van materiële doelstellingen
doch voor de actieve medewerking aan de ontsluiting van zijn/haar eigen
vruchtbaarheid binnen Gods Heilsplan. Te dien einde ziet de Koningin des Hemels Haar taak in de
eerste plaats in de bescherming van de zielen van goede wil tegen
elke duistere invloed, die hen van buiten af in hun spirituele
ontplooiing kan storen, evenals tegen elk gevaar dat hen van binnen uit
bedreigt: elke gesteldheid van hart en elke zwakheid, die de bloei van het
verwoestende zaad van duisternis kan bevorderen.
Nauwelijks een ziel op aarde is in staat om de werkelijke waarde
en de werkelijke aard van de Eeuwige Gelukzaligheid in te schatten zoals deze
werkelijk zijn. Naarmate het inzicht van de ziel op dit gebied dieper wordt,
zal zij de onmetelijkheid van het geschenk leren doorgronden, dat in Maria’s
hoedanigheid als Hulp der Christenen verborgen ligt. Oneindig veel groter is
het geschenk, zich van een volkomen Brug naar Gods Hart (Maria) te mogen
bedienen, dan van een brug, zoals de zielen zich deze gewoonlijk voorstellen:
een brug over elke wereldse moeilijkheid. Slechts een brug van de eerste soort
leidt naar het land der Eeuwige Gelukzaligheid, de ware Bestemming van onze levensweg op aarde.
BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina
Animarum Apostolaat:
( zie onderrichtingen: Sluier van goud)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.