vrijdag 22 juli 2016

MARIA MIDDELARES VAN ALLE GENADEN

MARIA MIDDELARES VAN ALLE GENADEN:

(31 augustus)

"Maria als Middelares van alle Genaden."

 

De Meesteres van alle zielen bestempelt de maand augustus als maand van Haar verheerlijking. Deze maand eindigt met het grote feest van Maria als Middelares van alle Genaden, en krijgt als het ware een verlengstuk in de novene naar 8 september toe, het geboortefeest van de Heilige Maagd. Deze novene is draagster van een grote symboliek: De reis van de Middelares van alle Genaden naar de Geboorte van de Moeder Gods nodigt de zielen ertoe uit, te bidden voor de genade van geboorte uit Maria, een wedergeboorte voor een leven van ware heiliging.
Genaden zijn tussenkomsten van Godswege, die er op één of andere wijze kunnen toe bijdragen, het leven op aarde vruchtbaarder te maken. De genade heeft talloze verschijningsvormen, omdat God via talloze wegen en middelen de ziel tot ontplooiing tracht te brengen. De ontplooiing van de ziel moet worden verstaan als vervolmaking in het Goddelijk Leven. Precies in de ontsluiting en begeleiding van de ontplooiing van de ziel ligt de ware roeping van de Moeder Gods, in het bijzonder in deze Laatste Tijden. Het liefste schenkt God deze gaven immers via Maria, die Hij in al Haar hoedanigheden aan de zielen wil voorstellen als Brug tussen Hem en de zielen. De zielen behoren Hemelse genaden niet meteen in de eerste plaats te beschouwen als wegen tot vermindering van hun beproevingen, doch als hulpmiddelen bij de heiliging, voor de verhoging van de spirituele vruchtbaarheid. Uiteindelijk beogen alle genaden, de zielen de toegang tot de Eeuwige Gelukzaligheid op één of ander wijze te vergemakkelijken, respectievelijk de zielen te helpen, de poort tot hun Gelukzaligheid te vinden.
Moge de Meesteres van alle zielen ieder van ons voorbereiden op de genade van de volkomen vergeving en reiniging van sporen van zonde, fouten, zwakheden, nalatigheden, ziekmakende herinneringen en uitingen van de ondeugd uit ons hele leven, zodat wij hierdoor als het ware uit Haar opnieuw geboren kunnen worden. Er bestaat geen grotere genade dan deze, uit de Onbevlekte Ontvangenis, het kristalheldere Water rechtstreeks uit Gods Hart, te verrijzen voor een volkomen nieuw zielenleven. Dat is precies wat de Meesteres van alle zielen met elke ziel nastreeft: Zij nodigt de ziel uit om zich zo totaal aan Haar weg te geven dat Zij de ziel “in Zich” tot een ware vrucht uit de Boomgaard van Gods Rijk kan laten uitrijpen, en deze zo volkomen met Haar eigen gesteldheden kan uitrusten, dat de ziel haar ware roeping als kind van God in de juiste vorm kan gieten. Dan is zij pas goed een kind van de genade en een spiegel van het Hart dat Zelf voor tijd en eeuwigheid de Bloem der Genade bij uitstek zou zijn.
Maria verlangt ernaar, Zich in elke ziel zo volkomen te kunnen uitwerken dat deze uit Haar opnieuw geboren kan worden voor een leven in de innigste eenheid met Haar, want Maria is Diegene, die de woorden van Jezus werkelijkheid kan laten worden, wanneer Hij zegt dat de mens opnieuw geboren moet worden, en wel uit de Geest. De Meesteres van alle zielen brengt de adem van Gods Geest in de ziel, en “geeft de ziel een nieuwe vorm” teneinde haar in staat te stellen om de gaven die zij van God krijgt, optimaal te benutten, opdat zij haar eigen spirituele bloei evenals Gods Werken zou kunnen bevorderen.
De ziel moet actief aan dit proces deel hebben, in concreet beleefde dagelijkse toewijding aan de Koningin van Hemel en aarde. Slechts een dergelijke innerlijke ingesteldheid ontsluit de ziel op doelmatige wijze voor de genaden, die God haar via Maria wil bereiden.
Maria’s hoedanigheid als Middelares van alle Genaden brengt één van aspecten tot uitdrukking, zonder dewelke de beschrijving van de missie van de Moeder Gods jegens de zielen onvolledig zou zijn. Als Middelares van alle Genaden ontsluit de Hemelse Koningin de deur voor de omvorming van de zielen op hun weg van heiliging. Deze omvorming, aan dewelke de Koningin des Hemels een zo groot aandeel kan hebben, behoort tot de indrukwekkendste uitingen van Haar macht over de zielen. Door deze werking helpt zij bij de vorming van Haar leger tegen de krachten der duisternis. De oogst van dit effect van de activiteit van de Meesteres van alle zielen zal pas goed zichtbaar worden in het uur, waarin de Vrouw de prins van de leugen en de vernietiging onder Haar voeten zal leggen. Haar vandaag te verheerlijken als Middelares, en ons door Haar in het water der Goddelijke genaden te laten onderdompelen, kan voor ons totaal nieuwe wegen naar een volkomen nieuwe vruchtbaarheid ontsluiten, en ons op actieve wijze aan de verpletterende overwinning van de Hemelse Koningin over de vijand der Eeuwige Liefde deel laten hebben... Uitdrukking van de grootste genade.

BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat: (Zie onderrichtingen: Sluier van goud)

"MARIA voor tijd en eeuwigheid de Bloem der Genade bij uitstek."


    
"God koos Maria uit om de schatbewaarder en uitdeler van al Zijn genaden te zijn, zodat al Zijn genaden en gaven door Haar handen gaan." 
(H. Grignion de Montfort)
                        





KRONING VAN MARIA TOT KONINGIN VAN HEMEL EN AARDE

MARIA’S KRONING TOT KONINGIN VAN HEMEL EN AARDE:

Feest Meesteres van alle zielen:

(22 augustus)

Kroning van Maria in de hemel.

Een koningin is een vrouwelijk wezen, dat ofwel een staat leidt ofwel aan de zijde van de koning in een zekere mate – vaak minstens ten dele in het verborgene – deel heeft aan diens regeringshandelingen, en doorgaans in bepaalde contexten als vertegenwoordigster van de koning kan gelden. Een meesteres is een vrouwelijk wezen, dat concrete macht kan uitoefenen, en aan wie de heerschappij over een gebied, een huis, bepaalde mensen enz.. toekomt. Deze voorrechten heeft God binnen Zijn Rijk en in Zijn Heilsplan voor Maria voorzien: Hij heeft Haar van in den beginne boven al het geschapene verheven, en bevestigde Haar uitzonderingspositie ten aanschouwe van alle hemelbewoners op de dag van Haar Opneming ten Hemel. Maria werd door de Allerheiligste Drievuldigheid verkondigd als Koningin van Hemel en aarde, en werd jegens de hemelbewoners aangeduid als Meesteres van alle zielen. God verkondigde voor alle tijd en eeuwigheid de unieke macht van de Moeder Gods over al het geschapene. Het komt Haar derhalve toe, over alle zielen te heersen.
God doet niets „zo maar“. Met al Zijn handelingen en woorden zoekt Hij een Plan tot vervulling te brengen. God voorzag Maria‘s macht als Koningin en Meesteres als iets heel concreets. Hij heeft Haar macht over alle zielen geschonken opdat Zij elke ziel van binnen uit zou kunnen omvormen met de bedoeling, haar te helpen, op een doeltreffender wijze uit te rijpen tot beeld en gelijkenis van God, en de Verlossingswerken van Christus in haar op de vruchtbaarste wijze te voltooien. Zo is Maria ten volle:
·                            Koningin: Zij vertegenwoordigt in vele opzichten de Koning – God – en had reeds tijdens Haar aardse leven deel aan diverse „regeringshandelingen“, bijvoorbeeld het Verlossingswerk. Zij is trouwens door God tot Spiegel van Zijn Hart gemaakt, die het Licht in alle harten kan laten stralen, en Zij doet dit op een zodanige wijze dat de zielen Gods Licht in een passende dosis in zich kunnen opnemen, al naargelang hun individuele gesteldheden.
·                            Meesteres: God heeft Haar macht gegeven om zielen intensief te leiden, te onderrichten, om te vormen, tot ware rijping en vruchtbaarheid te brengen, en alle duisternis te beschamen, te vernederen en restloos te overwinnen. Als de Vrouw met de voet op de slang is Maria ten volle Meesteres, ook over de satan, zijn gevolg en zijn werken.
In Maria‘s Kroning toont God aan, welke waarde Hij hecht aan het vrij-zijn van zonde. In de mate waarin de ziel zich tegen de bekoring en de dwaling verzet, wordt haar macht op Gods Hart groter. Dit wil zeggen: De ziel kan steeds grotere wonderen bewerken, van God met toenemend succes steeds grotere tussenkomsten en genaden afsmeken. De vrijwillige en volhardende strijd tegen bekoring, dwaling en zonde is immers een belijdenis voor het feit dat de ziel ten volle voor God en de Liefde kiest. Zij wordt hierdoor heel vruchtbaar. Dit alles heeft in Maria de absolute top bereikt. Geen enkele ziel evenaart Maria qua volmaaktheid in de beleving en toepassing van de Ware Liefde.
Om deze reden is Maria de heiligste van alle geschapen zielen, en is Zij terecht boven alles verheven, als Koningin van Hemel en aarde. Alle zielen, zowel de engelen als de gelukzaligen, mensenzielen, zielen in het vagevuur en verdoemden zijn aan Haar onderworpen. Vandaar Haar titel als Meesteres van alle zielen. Zij is niet alleen tot Voorbeeld voor alle zielen gesteld, maar heeft daadwerkelijk de macht gekregen om hen om te vormen, steeds met inachtneming van de vrije wil: Maria‘s Werken worden slechts succesrijk in de mate waarin de ziel actief met Haar meewerkt.
De ware zin van de Kroning van Maria tot Koningin en Meesteres over al het geschapene ligt in Gods intentie, door de Moeder van Zijn Zoon de Verlossing in elke individuele ziel te voltooien. Jezus heeft de Verlossing van de mensenziel ontsloten, dit wil zeggen: Hij heeft de ziel in staat gesteld om zich uit de nefaste gevolgen van de erfzonde los te maken. Elke individuele ziel moet deze Verlossing ten volle in zich ontsluiten: Het zaad moet begoten worden, opdat uit dit zaad de bloem zou kunnen opschieten.
Maria is ertoe geroepen, de zielen inwendig dermate te veranderen, te leiden en te begeleiden, dat dit proces zich optimaal moge kunnen ontplooien, dit wil zeggen met de hoogst mogelijke waarborg op volle vruchtbaarheid voor de eigen zielsontwikkeling en voor de verwezenlijking van Gods Heilsplan. Om dit te bewerken, heeft Maria een macht nodig, die Zij rechtstreeks uit God Zelf kan putten. Deze macht wordt bezegeld door het feit dat Maria’s Wil identiek is met de Wil van God, waardoor Zij in Haar volheid van Genade zonder uitzondering alles kan bekomen, wat Gods Plannen en Werken van dienst kan zijn. Dit is wat Maria tot Meesteres van alle zielen heeft gemaakt: Zij bezit de onbegrensde macht van leiding, begeleiding, omvorming, spirituele genezing, en geen macht buiten God kan Haar weerstaan, met inbegrip van deze der duisternis.
De ziel kan zich het feest van vandaag het beste tot nut maken door zich volkomen, onvoorwaardelijk en voor eeuwig toe te wijden aan Maria in Haar alomvattende hoedanigheid als Koningin en Meesteres van alle zielen, en deze toewijding meteen strikt in de praktijk te brengen, dag na dag. Deze toewijding komt neer op een belijdenis, door dewelke de ziel tot God zegt: „Ik wil uw Meesterwerk Maria toebehoren, om door Haar helemaal naar uw beeld en gelijkenis te worden omgevormd. Ik geloof dat Zij de macht bezit om dit te kunnen, en de Liefde om dit te willen“. De totale toewijding aan Maria in Haar alomvattende hoedanigheid als Meesteres van alle zielen vormt een ongeëvenaard eerbetoon en een ongeëvenaarde verheerlijking aan God in Zijn grootste Meesterwerk, en biedt eerherstel voor vele werken van duisternis.
Maria’s Kroning tot Koningin en Meesteres over al het geschapene maakte Haar tot Groot Teken van:
·                            verrukking voor de engelen en heiligen
·                            bemoediging voor de zielen in het vagevuur
·                            hoop voor de mensenzielen op aarde
·                            angst voor de duivels
Voor elke ziel, op elk bestaansniveau, is de Koningin van Hemel en aarde en Meesteres van alle zielen het Grote Teken voor de komende vervulling van Gods Belofte van de definitieve Overwinning van de Vrouw over de werken der duisternis.
BRON: uit de onderrichtingen van het MARIA DOMINA ANIMARUM APOSTOLAAT (zie onderrichtingen: Sluier van goud.)


"Maria is de heiligste van alle geschapen zielen, en is  terecht boven alles verheven, al
Koningin van Hemel en aarde."









MARIA TOEVLUCHT DER ZONDAARS

MARIA TOEVLUCHT DER ZONDAARS:

(13 augustus)


“MARIA is zoals een asiel van geborgenheid.”

 

Lieve zussen en broeders in Jezus en Maria,
Op 13 augustus vieren wij Maria als de Toevlucht der zondaars. Bij elke zonde, dus bij elke overtreding van de Wet van de Liefde, kan de ziel bij Haar haar toevlucht nemen om zich in de tranen van haar berouw te laten wassen. Uit deze tranen kan Maria een waar geneesmiddel bereiden, en Zij kan de ziel opnieuw de kracht en de vastberadenheid bekomen om jegens haar medeschepselen te kiezen voor God en Zijn Werken, voor de Liefde.
In de Toevlucht der zondaars vindt de ziel een Hemelse krachtbron, uit dewelke in de loop der eeuwen stromen van Tranen zijn opgeweld, die in het Vuur van de meest verheven heiligheid met een unieke macht van Medeverlossing zijn geladen. Wie tot Maria zijn toevlucht neemt, kan dit doen met de bedoeling, zichzelf of zijn lot te beklagen. Genaderijk wordt deze daad echter pas wanneer de ziel voor Maria haar hart uitstort met de bedoeling, door Haar te worden gesterkt in de strijd tegen de eigen zwakheden, tegen de eigen verleidbaarheid, om voortaan bewust het hoofd te kunnen bieden aan elke bekoring. De Hemelse Koningin heeft Zich immers tot doel gesteld, elke ziel te helpen bij haar heiliging. De heiliging is in de eerste plaats een proces, dat is gekenmerkt door een toenemend vermogen om Heil te bewerken. Het Heil van de ziel voor zichzelf evenals voor de anderen begint steeds met de zelfoverwinning.
Als Toevlucht der zondaars is de Moeder Gods waarlijk de Belichaming van de hoop voor de mensenziel die op haar levensweg voortdurend wordt opgejaagd door bekoringen en andere invloeden, die haar schade toebrengen en die haar kunnen verwijderen van de belofte van de Eeuwige Gelukzaligheid.
De Toevlucht der zondaars kunnen wij ons voorstellen als een warm huisje van geborgenheid, waarin elke ziel kan wegvluchten wanneer de stormen des levens op haar neerkomen. Elke zonde is een overtreding van de Wet van de Liefde. De Ware Liefde is echter draagster van het Ware Leven. Ik zou het ook zo kunnen uitdrukken: Door elke zonde wordt het 'lek', dat de erfzonde in de ziel heeft geslagen, belemmerd om langzaam kleiner te worden (deze 'verkleining' zou in dit beeld het heiligingsproces uitdrukken.) Zo verliest de ziel het Ware Leven in de mate waarin zij zondigt.
In Maria’s Hart vindt de ziel nieuwe kracht. De Hemelse Koningin draagt de atmosfeer van het Goddelijk Leven in Zich in de graad van volmaaktheid, en bezit derhalve het vermogen om het Licht van de volmaakte hoop, de volmaakte Liefde en het volmaakt geloof aan de ziel over te dragen. Naarmate de ziel dit Licht in zich opneemt, vindt zij een nieuw evenwicht, van waaruit zij haar wederopbouw vorm kan helpen geven. Het ware Geluk vindt de ziel slechts in de mate waarin zij de innerlijke Vrede vindt. Deze laatste vindt zij niet in de wereld, doch in de ervaring van Gods nabijheid en van de werkelijkheid van Zijn Liefde.
In Maria is God het meest nabij, en vindt Zijn Liefde haar meest tastbare Belichaming. Zij is zoals een asiel van geborgenheid, zoals een bodem die zo rijk is aan Goddelijke voeding, dat hij volkomen onvruchtbaar is voor onkruid. In de Toevlucht der zondaars kan de ziel zichzelf terugvinden zoals zij werkelijk is, evenals de ware zin van haar leven en het ware wezen van haar levenstaak, precies omdat in haar alle onrust, alle angst en elke onzekerheid over het eigen lot in het Eeuwig Leven wegsmelt in de zon der volmaakte Liefde.
Laten wij ons vandaag helemaal voor Maria’s Liefde ontsluiten, evenals voor de hoop met dewelke Zij elke ziel verheugt, die zich liefdevol aan Haar geeft.

BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat: (Zie onderrichtingen: sluiers van goud)

“In de Toevlucht der zondaars vindt de ziel een Hemelse krachtbron.








MARIA KONINGIN VAN DE ENGELEN

2 augustus:

MARIA KONINGIN EN MEESTERES VAN DE ENGELEN:


“Maria, de Hemelse Koningin als Koningin en Meesteres van de engelen.”


Op 2 augustus gedenken wij de Hemelse Koningin als Koningin en Meesteres van de engelen. Voor vele zielen is het niet duidelijk, wat dit in werkelijkheid betekent. De engelen zijn de volkomen heilige dienaren van God en de betrouwbaarste strijders in deze oorlog, die pas ten einde zal zijn wanneer Gods Rijk op aarde is gegrondvest: de oorlog tussen het Licht (Gods Waarheid en Werken) en de duisternis (alle werken door dewelke de duivel Gods Werken tracht te verwoesten en de Liefde en de volheid van de Waarheid tracht te ondermijnen, respectievelijk onwerkzaam tracht te maken, respectievelijk deze via misleiding van mensenzielen zo tracht te manipuleren en van richting te doen veranderen, dat zij zijn doelstellingen dienen.)
In deze strijd is aan de Koningin des Hemels de leiding toevertrouwd. Zij heeft daartoe de wapens en de macht ontvangen. Eén van de belangrijkste attributen van deze macht is Haar heerschappij over de engelen. Laten wij nooit vergeten, dat de engelen de duivels bestrijden met het wapen van de volkomen Liefde en de volmaakte dienstbaarheid aan God. De Koningin des Hemels verlangt er zeer naar, dat de mensenzielen in die zin steeds méér op de engelen zouden lijken, dat ook de zielen de volmaaktheid in de Liefde en in de dienst aan God en Gods Werken steeds dichter zouden benaderen.
Hoe méér een mensenziel zich vergeestelijkt en de ingesteldheid van de engelen in zich leert in te bouwen, des te doeltreffender wordt haar leven als bijdrage tot deze strijd voor het Licht en tegen de duisternis. Deze ziel wordt dan eveneens een betrouwbare strijdster in het leger, wiens Leidster Diegene is, voor wie God het voorrecht heeft voorbestemd, de kop van de helse slang te verpletteren.
Toen Lucifer tegen God in opstand kwam, werd hij samen met zijn gevolg uit de Hemel verbannen. Het waren de trouw gebleven engelen, die deze strijd tegen de opstandige engelen voerden. Ditzelfde leger van God voert ook nu nog de strijd tegen de machten der duisternis. De Hemelse Koningin heeft de rechtstreekse macht over de Hemelse legerscharen ontvangen. Haar opdrachten voor deze Laatste Tijden zijn essentieel rondom twee activiteiten geconcentreerd:
·                            1.De onderrichting aan de mensenzielen en hun omvorming. In het kader van deze activiteit onderwijst Zij de Wetenschap van het Goddelijk Leven en heeft Zij van God de macht ontvangen, zielen innerlijk volkomen om te vormen, opdat deze in staat zouden zijn, de weg van de heiliging vruchtbaarder vorm te geven.
·                            2.De leiding in de strijd tegen de duisternis, die hierdoor bezegeld moet worden, dat de duisternis definitief onder Haar voet vernederd en verlamd wordt.
Aan de verwezenlijking van deze opdrachten nemen de engelen als verborgen medespelers deel. Het zal echter de actieve en vrijwillige bijdrage van de mensenzielen zijn, die zal bepalen wanneer deze opdrachten volkomen vervuld zullen zijn. Maria is voortdurend bezig, deze beide opdrachten met elkaar te verbinden. Hoe meer mensenzielen met heel hun hart aan de strijd tegen de duisternis deelnemen, des te méér nadert de volheid van Gods tijd voor de voltooiing van de overwinning over de effecten van de zonde in de Schepping. De Hemelse Koningin is de Koningin en Meesteres van de engelen alsook de Koningin en Meesteres van alle mensenzielen, en Diegene, die alle werken der duisternis en hun aanstichters beheerst. Zij verlangt er vurig naar, dat wij ons allen bij de engelen zouden aansluiten.
Om als mensenzielen in de strijd voor de definitieve overwinning van het Licht vruchtbaar te kunnen worden en met de engelen een ketting van Vuur te kunnen vormen, moeten wij onszelf met volharding vervolmaken. Dit kan de ziel doen in de mate waarin zij zich aan haar door God uitverkoren Meesteres overgeeft. Laten wij dit vandaag samen met de engelen doen, en laten wij tot de engelen bidden om hun Vuur, hun Liefde, hun zuiverheid van hart en hun overgave aan de Koningin des Hemels ten dienste van Gods Werken.


Waarin verschilt Maria van de engelen?
Maria bezat dezelfde volmaaktheid in de deugden als de engelen, doch Maria’s verdiensten zijn oneindig boven deze van de engelen verheven, doordat Zij Haar meesterschap over alle deugden heeft bewezen in de praktijk van een leven op aarde, in een lichaam dat onderhevig was aan lijden, en blootgesteld aan onophoudelijke bekoringen en invloeden die gericht zijn op de verwijdering van de zielen van God. Een ziel die ook maar aan één enkele bekoring beantwoordt, verliest reeds de volmaaktheid in de deugd. Maria was de enige mensenziel die op geen enkel punt en op geen enkel ogenblik van de deugd is afgeweken. Daarom verenigt Zij als enige ziel de volmaaktheid in de deugd met de volheid van de verdiensten van een vlekkeloze volharding in de deugd. De deugdzaamheid is de engelen gegeven als een geschenk, zij is in hun natuur ingebouwd als een wezenstrek. De mensenziel daarentegen heeft weliswaar eveneens de kiem van de deugdzaamheid ingestort gekregen, doch in tegenstelling tot de engelen is zij dagelijks ten prooi aan de invloeden van de wereld en de behoeften van het lichaam, die haar gevoelig maken voor eindeloze bekoringen. In deze zwakheid ligt echter de grote kracht van de mens: de ziel die haar zwakheden en bekoringen weet te overwinnen door constante strijd tegen zichzelf, verwerft hierdoor de verdiensten die haar zullen dienen als sleutel tot de heiligheid. Hierin ligt het grote voorrecht van de mens boven de engelen: de mens krijgt de heiligheid niet ten geschenke zoals de engelen; hij wordt geacht, haar te verwerven door een volhardende strijd tegen het kwaad in zichzelf. Het zaad van de heiligheid wordt in de mensenziel gestort, doch dit zaad kan slechts ontkiemen en opbloeien onder inwerking van de zon en het water der genade en de ploeg van de beoefening der deugd, waarmee zij constant haar bodem moet bewerken. Dit betekent dat de mensenziel hierin van de engel verschilt, dat:
·                            *De engel de heiligheid van nature bezit.
·                            *De mensenziel de heiligheid in zich tot rijping moet zien te brengen door het gecombineerd effect van Gods genade en zijn eigen volhardende inspanningen in de deugd. Deze inspanningen worden hem door de Goddelijke Gerechtigheid aangerekend als verdiensten, die beschouwd kunnen worden als het “toegangsgeld” tot de Hemel.
Het wezen van de absolute volmaaktheid van Maria en van Haar superioriteit boven alle schepselen, met inbegrip van de engelen, schuilt hierin, dat Zij:
·                            *Van nature een absolute heiligheid bezat op grond van Haar Onbevlekte Ontvangenis.
·                            *De absolute volheid van genade bezat.
·                            *Onvergelijkbaar grote verdiensten heeft verworven op grond van een totale offerande van Zichzelf en Haar hele leven aan Gods Heilsplan.
·                           * Alle bekoringen op volmaakte en totale wijze heeft overwonnen, zodat Zij geen enkele zonde heeft bedreven.


BRON: uit de onderrichtingen van het MARIA DOMINA ANIMARUM APOSTOLAAT: (zie onderrichtingen: Sluier van goud.)
“Maria verlangt er vurig naar, dat wij ons allen bij de engelen zouden aansluiten.”

 










MAAND AUGUSTUS


AUGUSTUS MAAND VAN MARIA’S VERHEERLIJKING:

 
“Augustus is de maand van Maria’s verheerlijking
Augustus is de maand van Maria’s verheerlijking.
Deze maand gedenken wij Haar als Koningin en Meesteres van al het geschapene, als Koningin van de engelen, als Middelares van alle Genaden, als de vlekkeloos Heilige, die tot en met het lichaam, het wezensniveau dat normaal gesproken als strikt aardgebonden geldt, ten Hemel werd opgenomen, opdat Zij voor alle eeuwigheid als het Grote Teken van God Zijn Heerlijkheid op de zielen zou kunnen afstralen. Zo belichaamt Maria ten volle de verrukkelijke Belofte van de Vrouw met de slang van alle werken van duisternis onder Haar voeten.
"Maria,is de Vrouw die de kop van de slang onder haar voeten zal verpletteren." (Genesis 3:15)

Precies in deze voorstelling is de Koningin en Meesteres van al het geschapene – engelen, mensenzielen en duivels – de Belichaming van de zomervruchten uit alle lentebloesems (Werken van het Licht op de weg van de meest beloftevolle verwezenlijking), die ooit in Gods Hart werden ontworpen.

Op de christen rust de plicht, Christus in alles na te volgen, opdat hij een leven moge kunnen leiden, dat Gods Plannen en Werken kan dienen. Deze navolging komt helaas vaak nauwelijks tot stand wat de verheerlijking van Maria, Gods Meesterwerk, betreft, terwijl Jezus Zelf nochtans Zijn Moeder tot het uiterste verheerlijkte: Hij stelde alle zielen van alle tijden onder Haar hoede, en deed dit vanop het Kruis van hun Verlossing. In de verheerlijking van de Koningin des Hemels sedert Haar Onbevlekte Ontvangenis putte de Allerheiligste Drievuldigheid zo onbegrijpelijk diep uit de Bronnen der volmaakte Liefde, dat geen menselijk verstand vat kan krijgen op de effecten van dat Goddelijk eerbetoon aan een geschapen mensenziel. Het hoeft ons derhalve niet te verbazen dat vele zielen er niet in slagen, de Waarheid over de verhevenheid van de Koningin des Hemels en over Gods instelling jegens Haar werkelijk diep in zich in te bouwen. Wanneer de christen zo graag gelooft in de realiteit van de Eeuwige Gelukzaligheid in de Hemel, waarom lukt het hem dan zo moeilijk, te geloven in de realiteit van de Werken, die God heeft voltrokken aan de ziel, wier verdiensten in alle eeuwen niet werden, worden en zullen worden overtroffen?
Augustus als maand van de verheerlijking van Maria, is precies de maand van de verheerlijking van Gods Meesterwerk, en derhalve van de verheerlijking van Gods Liefde, die in Maria een Spiegel heeft geschapen van datgene wat Hij met Zijn Werken van Schepping, Verlossing en Heiliging eigenlijk heeft beoogd. In Maria zien wij hoe waar het is, dat Gods Werken en Plannen volmaakt zijn, en dat elke onvolmaaktheid in de Schepping dan ook niet uit Gods Hart voortkomt, doch uit de tekortkomingen van menselijke bijmengsels.
Moge augustus ons onderdompelen in het verheffende Licht van Gods Liefde, opdat wij de Waarheid in haar volheid mogen herkennen en liefhebben, want slechts zij kan ons uit de schaduwen van de schijnlichten van ons menszijn bevrijden.
BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat: (zie onderrichtingen: meditaties: augustusmeditatie)

15-22 augustus:  DE DAGEN VAN MARIA’S UNIEKE VERHEERLIJKING:


In Maria zien wij hoe waar het is, dat Gods Werken en Plannen volmaakt zijn.”










woensdag 20 juli 2016

UW ZONDEN ZIJN U VERGEVEN

UW ZONDEN ZIJN U VERGEVEN

Onderrichtingen over Kwijtschelding van Straffen en het eeuwig Heil


"zich verzoenen met de Vader."


Bij de eerste verschijning aan de apostelen na Zijn Verrijzenis stelde Jezus het Sacrament van de Verzoening in met de woorden: “Aan wie gij de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven”. God verzoent zich met de rouwmoedige ziel wanneer deze na de zonde in een individuele Biecht tegenover de priester haar misstap bekent.
De vergeving van zonden is een grote uiting van Gods almacht. Niemand kan zonden vergeven dan God Zelf, en Hij doet dit door tussenkomst van Zijn priester, die bij de bediening van de Sacramenten optreedt als de waarneembare vertegenwoordiger van God. Wanneer de priester ter afsluiting van de Biecht de biechteling ontslaat van zijn zonden, voltrekt zich op dat ogenblik de eerste tegemoetkoming vanwege Gods Barmhartigheid tot goedmaking van de schuld die de zondaar jegens de Goddelijke Gerechtigheid over zich heeft getrokken door Gods Wet te overtreden.
Elke zonde verkleint de staat van genade van de hele mensheid, en bemoeilijkt daardoor de stroming van Liefde doorheen de hele Schepping. Door u vergiffenis te schenken, neemt God zomaar een deel van uw persoonlijke schuld jegens Zijn Gerechtigheid weg. Dat is niet vanzelfsprekend, want het is een basiswet van de Schepping dat de mensheid zelf zou vergoeden wat zij aan de Schepping ontneemt. Inderdaad, elke zonde moet beschouwd worden als diefstal ten nadele van de Schepping, want uw zonde berooft ook uw medemensen en andere schepselen van de volheid der genade. Wanneer God u een zonde vergeeft, betekent dit dat Hij door tussenkomst van Zijn Barmhartigheid Zelf die hindernis in de stroom der genade opruimt. Wees u van dit alles bewust telkens wanneer u biecht, want de absolutie bij de afsluiting van elke Biecht is een wonder dat de Hemel in beroering brengt.
Het Sacrament van de Biecht biedt u vergeving van zonden, doch dat is niet het einde. Gods Gerechtigheid zou niet berusten op volmaakte rechtvaardigheid indien dit wel zo was. De vergeving neemt niet al uw schuld jegens de Gerechtigheid weg. De vergeving schept voor u een morele verplichting tot goedmaking, zoniet zou u geen enkele verdienste verwerven en zou elke absolutie uiteindelijk een negatieve balans scheppen: de zondaar zou, behalve zijn rouwmoedigheid (die tot op zekere hoogte de schending van de Liefde tot God goedmaakt), geen inbreng hebben in het herstel van het evenwicht in de Schepping dat hij door zijn zonde heeft veroorzaakt. Welk recht op loon in het Eeuwig Leven zou u hebben indien u louter dank zij Gods Barmhartigheid van schulden vrijgesteld zou worden?
Beschouw het volgende: Door elke zonde brengt u uw ziel een wonde toe. Door de vergeving na de Biecht wordt deze wonde gebalsemd en verbonden, maar zij blijft wel nog bestaan, en laat ook na herstel als het ware een litteken achter. Bovendien brengt u door elke zonde een zekere beschadiging toe aan de Schepping buiten uw ziel: hetzij aan uw medemens, hetzij op zijn minst aan de stroom van de Goddelijke Liefde die alle elementen in de Schepping onderling verbindt als een volmaakt netwerk van Goddelijke levensenergie. Deze schade moet hersteld worden. Dat kan slechts gebeuren door handelingen, woorden, gedachten en gevoelens van Ware Liefde: een goedmakende daad van naastenliefde, oprecht bemoedigende en liefdevolle woorden voor uw medemens, vurig gebed, boete, offers, daden van eerherstel. Dit alles vormt compensatie voor de schade die uw zonde aan het evenwicht in Gods Schepping heeft toegebracht, doordat het de verstoring van de liefdesstroom helpt opheffen.
Zonder vergeving van de zonden zou het Eeuwig Heil onbestaande zijn. De poort naar het Eeuwig Heil was voor de mens gesloten door de erfzonde, maar is door het Verlossend Lijden en de Kruisdood van Jezus opnieuw toegankelijk geworden. Uit het Bloed van Christus’ Wonden en uit het Water dat uit Zijn Hart vloeide nadat dit op Calvarie door een Romeinse lans was doorstoken, is de Bron van vergeving der zonde ontsproten.
"O bloed en water stromend uit het hart van Jezus, ik vertrouw op u."

Om de vruchten der Verlossing te plukken, moet de ziel de volkomen navolging van Christus betrachten door een leven in overeenstemming met Gods Wet. Dat betekent het ontvluchten van alle bekoring en zonde. God kent de menselijke natuur en haar zwakheden. Om die reden is voor de rouwmoedige zondaar de tegemoetkoming van Gods Barmhartigheid voorzien in de vergeving na de Biecht. Zo kan men stellen dat de weg uit de zonde naar het Eeuwig Heil loopt over een trap die bestaat uit vijf treden, waarvan de naam telkens begint met de letter B:
Bewustwording - Berouw - Biecht - Boete - Bevrijding
Bij het beklimmen van deze trap ervaart de ziel een doorlopende uitstorting van genaden van Gods Barmhartigheid, waarbij een voortdurende wisselwerking plaatsheeft tussen God (inwerkingen en gaven van de Heilige Geest) en de ziel (betrachting van eenvormigheid met Christus.) Naarmate de ziel de treden bestijgt, wint de kracht van de genade terrein in haar, en wordt een steeds groter gedeelte van de straf die op grond van de onontkoombare Wet van Gods Gerechtigheid met de bedreven zonde verbonden is, kwijtgescholden. Zodra de straf totaal opgeheven is, heeft de zonde in kwestie geen uitwerking meer en vormt zij niet langer een belemmering om de poort van het Eeuwig Heil te openen. De kwijtschelding van de straf is pas volkomen op de vijfde trede: de bevrijding. Zo wordt duidelijk waarom de vergeving in de Biecht (de derde trap) niet het einde is, en de ziel na het biechten van een zonde nog een louterende prestatie moet leveren alvorens de Goddelijke Gerechtigheid volkomen bevredigd is.
De loutering krijgt haar grootste effect op de vierde trede:  de boetedoening, waarbij de nasleep van de zonde goedgemaakt wordt door voldoening aan de Wet van de Liefde. God heeft het zo beschikt dat u voor elke zonde van uw leven deze trede moet overschrijden om algehele bevrijding te bekomen die u klaar maakt voor het Eeuwig Heil. Het is precies op deze trede dat u een groot gedeelte van de verdiensten van uw leven kunt verzamelen. Indien God u in alles tegemoet kwam, zou u bij uw oordeel geen verdiensten kunnen voorleggen. Daarom brengt kwijtschelding van straffen geen Eeuwig Heil indien zij niet door uw eigen inspanningen wordt aangevuld.

BRON: uit de onderrichtingen van het MARIA DOMINA ANIMARUM APOSTOLAAT (zie onderrichtingen: Stormschriften.)

"het sacrament van de verzoening."




dinsdag 19 juli 2016

HET WARE LEVEN BLOEIT SLECHTS IN DE SCHADUW VAN HET KRUIS

HET WARE LEVEN BLOEIT SLECHTS IN DE SCHADUW VAN HET KRUIS:

"leven in de schaduw van het Kruis."



Maria:"Ik ben Meesteres van de Voorzienigheid. Ik bezit de macht om levenswegen te hertekenen door Mijn beschikking over Gods genaden. Dat is wat Ik in het bijzonder doe met Mijn trouwste dienaren: Ik stuur de route van hun leven bij volgens het nut daarvan voor Mijn Plannen. Zalig zij die Mij daartoe de volle vrijheid laten. De ziel die Mij deze vrijheid ontzegt, straft zichzelf, want zij staat haar eigen geluk in de weg. Als Meesteres van alle zielen kan Ik harten en geesten zodanig vormen dat zij uit zichzelf gaan verlangen naar bepaalde veranderingen in hun gedrag en in hun reacties, zodat zij steeds méér nauwgezet datgene volbrengen wat Ik wil.
Ik kan zielen herscheppen tot afstralingen van Mijzelf. Welke schatten huizen in de totale navolging van Mij. Ik verlang zozeer, Mijn eigen Hart en geest uit te storten in Mijn vurigste dienaren, opdat hun handen en hun woorden Mijn Werken op aarde verderzetten. Laten zij nooit vergeten dat het Ware Leven slechts bloeit in de schaduw van het Kruis en aan de voeten van Haar die door God is gemaakt tot de Meesteres van alle zielen, die het voorrecht heeft genoten om een totale macht te verwerven op het Hart van de Allerhoogste. Het is de heilige plicht van elke ziel, haar kruis te aanvaarden.

BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat (zie openbaringen: 7 januari 2006)


"Het Ware Leven  bloeit 
slechts in de schaduw van het Kruis en aan de voeten van Haar die door God is gemaakt tot de Meesteres van alle zielen."