UW ZONDEN ZIJN U VERGEVEN
Onderrichtingen over Kwijtschelding van
Straffen en het eeuwig Heil
"zich verzoenen met de Vader." |
Bij de eerste verschijning aan de apostelen na Zijn Verrijzenis
stelde Jezus het Sacrament van de Verzoening in met
de woorden: “Aan wie gij de zonden vergeeft, zijn ze
vergeven, en aan wie gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven”. God verzoent zich met de rouwmoedige ziel wanneer deze na de
zonde in een individuele Biecht tegenover de priester haar misstap bekent.
De vergeving van zonden is een grote uiting van Gods almacht.
Niemand kan zonden vergeven dan God Zelf, en Hij doet dit door tussenkomst
van Zijn priester, die bij de bediening van de Sacramenten optreedt als de
waarneembare vertegenwoordiger van God. Wanneer de priester ter
afsluiting van de Biecht de biechteling ontslaat van zijn zonden, voltrekt zich
op dat ogenblik de eerste tegemoetkoming vanwege Gods Barmhartigheid tot
goedmaking van de schuld die de zondaar jegens de Goddelijke Gerechtigheid over
zich heeft getrokken door Gods Wet te overtreden.
Elke zonde verkleint de staat van genade van de hele mensheid, en
bemoeilijkt daardoor de stroming van Liefde doorheen de hele Schepping. Door u
vergiffenis te schenken, neemt God zomaar een deel van uw persoonlijke schuld
jegens Zijn Gerechtigheid weg. Dat is niet vanzelfsprekend, want het is een
basiswet van de Schepping dat de mensheid zelf zou vergoeden wat zij aan de
Schepping ontneemt. Inderdaad, elke zonde moet beschouwd worden als diefstal
ten nadele van de Schepping, want uw zonde berooft ook uw medemensen en andere
schepselen van de volheid der genade. Wanneer God u een zonde vergeeft,
betekent dit dat Hij door tussenkomst van Zijn Barmhartigheid Zelf die hindernis in de stroom der genade
opruimt. Wees u van dit alles bewust telkens wanneer u biecht, want de
absolutie bij de afsluiting van elke Biecht is een wonder dat de Hemel in
beroering brengt.
Het Sacrament van de Biecht biedt u vergeving van zonden, doch dat
is niet het einde. Gods Gerechtigheid zou niet berusten op volmaakte
rechtvaardigheid indien dit wel zo was. De vergeving neemt niet al uw schuld
jegens de Gerechtigheid weg. De vergeving schept voor u een morele verplichting
tot goedmaking, zoniet zou u geen enkele verdienste verwerven en zou elke
absolutie uiteindelijk een negatieve balans scheppen: de zondaar zou, behalve
zijn rouwmoedigheid (die tot op zekere hoogte de schending van de Liefde tot
God goedmaakt), geen inbreng hebben in het herstel van het evenwicht in de
Schepping dat hij door zijn zonde heeft veroorzaakt. Welk recht op loon in het
Eeuwig Leven zou u hebben indien u louter dank zij Gods Barmhartigheid van
schulden vrijgesteld zou worden?
Beschouw het volgende: Door elke zonde brengt u uw ziel een wonde
toe. Door de vergeving na de Biecht wordt deze wonde gebalsemd en verbonden,
maar zij blijft wel nog bestaan, en laat ook na herstel als het ware een
litteken achter. Bovendien brengt u door elke zonde een zekere beschadiging toe
aan de Schepping buiten uw ziel: hetzij aan uw medemens, hetzij op zijn minst
aan de stroom van de Goddelijke Liefde die alle elementen in de Schepping
onderling verbindt als een volmaakt netwerk van Goddelijke levensenergie. Deze
schade moet hersteld worden. Dat kan slechts gebeuren door handelingen,
woorden, gedachten en gevoelens van Ware Liefde: een goedmakende daad van
naastenliefde, oprecht bemoedigende en liefdevolle woorden voor uw medemens,
vurig gebed, boete, offers, daden van eerherstel. Dit alles vormt compensatie
voor de schade die uw zonde aan het evenwicht in Gods Schepping heeft toegebracht,
doordat het de verstoring van de liefdesstroom helpt opheffen.
Zonder vergeving van de zonden zou het Eeuwig Heil onbestaande
zijn. De poort naar het Eeuwig Heil was voor de mens gesloten door de erfzonde,
maar is door het Verlossend Lijden en de Kruisdood van Jezus opnieuw
toegankelijk geworden. Uit het Bloed van Christus’ Wonden
en uit het Water dat uit Zijn Hart vloeide nadat dit op Calvarie door een Romeinse lans was doorstoken, is
de Bron van vergeving der zonde ontsproten.
"O bloed en water stromend uit het hart van Jezus, ik vertrouw op u." |
Om de vruchten der Verlossing te plukken, moet de ziel de volkomen
navolging van Christus betrachten door een leven in
overeenstemming met Gods Wet. Dat betekent het ontvluchten van alle bekoring
en zonde. God kent de menselijke natuur en haar zwakheden. Om die reden is
voor de rouwmoedige zondaar de tegemoetkoming van Gods Barmhartigheid voorzien
in de vergeving na de Biecht. Zo kan men stellen dat de weg uit de zonde
naar het Eeuwig Heil loopt over een trap die bestaat uit vijf treden,
waarvan de naam telkens begint met de letter B:
Bewustwording - Berouw - Biecht - Boete - Bevrijding
Bij het beklimmen van deze trap ervaart de ziel een doorlopende
uitstorting van genaden van Gods Barmhartigheid, waarbij een voortdurende
wisselwerking plaatsheeft tussen God (inwerkingen en gaven van de Heilige
Geest) en de ziel (betrachting van eenvormigheid met Christus.) Naarmate de
ziel de treden bestijgt, wint de kracht van de genade terrein in haar, en wordt
een steeds groter gedeelte van de straf die op grond van de onontkoombare Wet
van Gods Gerechtigheid met de bedreven zonde verbonden is, kwijtgescholden.
Zodra de straf totaal opgeheven is, heeft de zonde in kwestie geen uitwerking
meer en vormt zij niet langer een belemmering om de poort van het Eeuwig Heil
te openen. De kwijtschelding van de straf is pas volkomen op de vijfde trede:
de bevrijding. Zo wordt duidelijk waarom de vergeving in de Biecht (de derde
trap) niet het einde is, en de ziel na het biechten van een zonde nog een
louterende prestatie moet leveren alvorens de Goddelijke Gerechtigheid volkomen
bevredigd is.
De loutering krijgt haar grootste effect op de vierde trede:
de boetedoening, waarbij de nasleep van de zonde goedgemaakt wordt door
voldoening aan de Wet van de Liefde. God heeft het zo beschikt dat u voor elke
zonde van uw leven deze trede moet overschrijden om algehele bevrijding te
bekomen die u klaar maakt voor het Eeuwig Heil. Het is precies op deze trede
dat u een groot gedeelte van de verdiensten van uw leven kunt verzamelen. Indien
God u in alles tegemoet kwam, zou u bij uw oordeel geen verdiensten kunnen
voorleggen. Daarom brengt kwijtschelding van straffen geen Eeuwig Heil indien
zij niet door uw eigen inspanningen wordt aangevuld.
BRON: uit de onderrichtingen van het MARIA
DOMINA ANIMARUM APOSTOLAAT (zie onderrichtingen: Stormschriften.)
"het sacrament van de verzoening." |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.