EN HET WOORD IS VLEES GEWORDEN...
Waarom is Jezus Mens geworden? Over het Verlossingsmysterie
"het woord is vlees geworden" |
God had de mens volkomen heilig
geschapen. Reeds de eerste mensen (Adam en Eva) in het Aards Paradijs
bezondigden zich echter aan hoogmoed en ongehoorzaamheid jegens hun Schepper.
Hierdoor werd de zonde geboren. Dit wordt de zondeval genoemd:
de mensenziel verloor haar volmaakte heiligheid, en deze vlek werd als een
besmetting van geslacht op geslacht overgedragen. Daarom spreken wij van
de erfzonde. Hierdoor werd de mens de toegang tot de Hemel (het
Eeuwig Leven in gelukzaligheid van de ziel die “heengaat” in staat van genade)
ontzegd.
Via de profeten van het Oud Testament
beloofde God aan de mensheid de Verlossing: een onvoorstelbare daad
van uitboeting waardoor God zich opnieuw met de mensheid zou kunnen verzoenen,
en de Hemel opnieuw geopend zou worden. Als groot symbool voor deze verzoening
tussen God en de mens zond God Zijn eigen Goddelijke Zoon, Jezus Christus, in
de wereld. Jezus moest echter de Verlossing niet als God voltrekken,
doch als mens, omdat de verzoening slechts mogelijk was door een
vergoedend menselijk lijden in een menselijk lichaam.
Wij moeten dit zien als een compensatie voor het grote onrecht dat Gods
goedheid en Liefde hebben moeten lijden door de ontelbare en onvoorstelbare
zonden. Lijden is onaangenaam op het wereldse vlak, maar is een bron van
zeer grote verdiensten op het bovennatuurlijke vlak.
God had Zijn Zoon onmiddellijk als
volwassen mens kunnen laten verschijnen, doch om het offer volkomen te maken,
liet Hij Hem alle fasen van het menszijn doorlopen: Jezus moest geboren worden
als hulpeloos kind, uit een vrouw. Geen enkele vrouw zou echter waardig geweest
zijn om Gods Zoon te dragen, want elke mens droeg de erfzonde... behalve Maria,
die als enige door God bevoorrecht was met een volmaakt heilige
ziel, zonder de erfzonde. Dit wordt de Onbevlekte Ontvangenis genoemd.
Door de Onbevlekte Ontvangenis van Maria had God de verzoening met de mensheid
door de komst van Zijn Zoon in de wereld ingeluid: Maria werd als eerste
bevrijd van de smet van de erfzonde. Zij was de volmaakt heilige, de mens zoals
God deze had bedoeld: volkomen zuiver, en vrij van elke zondige neiging.
Vóór de zondeval was er geen lijden,
geen ziekte, geen pijn. Door de erfzonde werd het menselijk lichaam tot
instrument van uitboeting voor de zonden van het hele mensdom. In Gods ogen
vormen alle mensen van alle tijden één geheel. Precies daardoor is het mogelijk
dat een mens door eigen lijden in lichaam, geest of gevoelens de zonden van
andere mensen uitboet. Hierin schuilt de verklaring waarom Jezus de Verlossing
van de hele mensheid op zich kon nemen.
Reeds aan de profeten van het Oud
Testament werd de komst van de Messias aangekondigd.
De Messias, ook de Christus genaamd, was de Gezalfde
van God, die de mensheid het eeuwig Heil zou
brengen. De Messias was Gods eigen Zoon. De belofte van de komst van de Messias
op aarde werd gedaan aan Gods “uitverkoren volk”, de joden van Israël. De joden
wisten dus dat de Christus uit hun eigen volk zou opstaan. De Messias kwam
inderdaad: Jezus Christus, geboren uit een zeer heilige tak van
het geslacht van koning David. Doch zeer velen herkenden Hem niet als de lang
verwachte Verlosser. Zij zagen in Jezus van Nazareth een nieuwe profeet, maar
niets méér. Sommige verlichte zielen herkenden Jezus wèl als de Messias, en zo
werd Israël verdeeld tussen twee partijen: enerzijds zij die Jezus herkenden
als de Christus, de Messias (zij werden de eerste christenen), en anderzijds
zij die weigerden, Hem als de Messias te herkennen. Deze laatsten bleven joden.
Ook heden ten dage zijn de joden nog steeds in afwachting van de “Messias”,
want zij nemen niet aan dat de ene ware Messias, de enige Christus, reeds
gekomen is met Jezus van Nazareth.
De verstarde joden die in Jezus niet de
Messias wilden zien, zagen in Hem een bedreiging: voor hen was Hij
iemand die het jodendom, de oude overlevering van God Zelf aan het “uitverkoren
volk”, kwam verstoren. De meest hardnekkigen onder hen, de Farizeeën en de
schriftgeleerden, waren van oordeel dat Jezus, de “profeet uit Nazareth”, uit
de weg geruimd moest worden. In hun ogen was Hij een godslasteraar, die zo
verwaand was dat Hij Gods Wet durfde vernieuwen, en die zichzelf “op
godslasterlijke wijze” de Christus, de Messias, de Zoon van God noemde. De
vervolging begon, en nam steeds ergere vormen aan, tot Jezus uiteindelijk
gevangen genomen werd. De profeten van het Oud Testament hadden aangekondigd
dat de Messias zou lijden en sterven tot Heil en Verlossing van Zijn volk. Deze
profetie is in vervulling gegaan: Jezus werd op de avond van Witte
Donderdag, na een vreselijk lijden in Hart en ziel, in de Hof van Gethsemani
gevangen genomen en stierf op Goede Vrijdag op Golgotha (de Calvarieberg) op
het Kruis, na een onvoorstelbaar lijden.
Onder het Kruis stond Zijn Moeder Maria,
in een onmetelijk lijden van Hart en ziel. Zij werd hier onze Medeverlosseres.
Tijdens die uren vanaf Gethsemani tot Calvarie boette Jezus door
onbeschrijflijke pijnen en totale uitputting de zonden uit van elke mensenziel die gelooft
dat Hij de Verlosser is en die werkelijk in het eeuwig Heil, het Eeuwig
Leven, gelooft en ernaar verlangt. Jezus heeft de Hemel
geopend. Om werkelijk de Hemel binnen te gaan, moet de mens slechts Liefde en
dankbaarheid betonen aan Jezus, de Verlosser, en aan Maria, de Medeverlosseres,
en moet hij zich bereid tonen om zijn eigen lijden te aanvaarden om de
uitboeting van de zonden, die door Jezus is begonnen, voort te zetten tot
Heil van de hele mensheid.
Naast de schepping zelf, is de
Menswording van Jezus het grootste geschenk van Liefde dat God de mensheid ooit
heeft bereid. Als antwoord op de eerste menselijke zonde, deze van de hoogmoed,
kwam Gods Zoon Zichzelf op aarde vernederen door een leven te leiden als mens,
ten prooi aan de zwaarste ontberingen, liefdeloosheid, lijden en een
verschrikkelijke dood, als losprijs voor de mensenzielen van alle eeuwen. Hij trok de
Goddelijke Gerechtigheid over Zich om de Eeuwige Zaligheid in het vooruitzicht
te stellen aan elke ziel die gelooft dat Hij mens is geworden om haar te
verlossen uit de slavernij van het kwaad dat haar voor eeuwig van de volmaakte
Hemelse Liefde wil verwijderen.
BRON: uit de onderrichtingen van het Maria
Domina Animarum Apostolaat (zie onderrichtingen: Stormschriften)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.