DE WEG NAAR GODS HART:
Onderrichting door Maria over deze weg:
"Zielen van Mijn
Onbevlekt Hart, Mij is kennis gegeven van Gods bedoelingen met de
levensweg van ieder van jullie. Mij is ook macht gegeven over de vormgeving
van die weg. Zodra de ziel zich totaal aan Mij toewijdt, ben
Ik haar landkaart: Ik leid haar langsheen haar levensweg, en leer haar de
betekenis van de landschappen langsheen die weg, opdat zij diep in haar hart
moge voelen wat God van haar verwacht. Elke levensweg is bedoeld als
een weg naar Gods Hart. Geen twee zielen worden op precies
dezelfde weg geroepen, zodat het landschap langsheen de levensweg voor elke
ziel verschillend is. Geen twee zielen krijgen dezelfde bagage voor onderweg
mee. De bagage is het geheel van de vermogens en bekwaamheden van de ziel, en
haar voedsel om de weg tot een goed einde te kunnen brengen. De ziel kan zelf
haar bagage veranderen, door eigen wegen te kiezen, die afwijken
van deze van haar eigenlijke roeping. In wezen pleegt deze ziel diefstal jegens
God, want zij eigent zich voorraden toe die zij niet van God heeft meegekregen.
Ik wil hiervoor het
volgend beeld gebruiken: Wanneer God een ziel op tocht zendt met een rugzak vol
appelen, mag zij deze niet inruilen voor een rugzak vol peren, want God heeft
haar de appelen meegegeven omdat zij deze voor haar levensweg nodig zou hebben,
en niet de peren. Indien zij niettemin de appelen ruilt voor peren, zal zij op
haar levensweg verhongeren, en bovendien niet de soort vruchten
voortbrengen, die God van haar verwacht. Op een bagage die de ziel zelf
verzamelt, rust niet Gods zegen. De ziel ervaart dit vroeg of
laat doordat de taken, waartoe zij niet door God is geroepen, haar verzwakken
en haar zelfs inwendig ontwrichten.
Diep in elke ziel
ligt een kiem van Gods Eeuwige Wijsheid verborgen, die de ziel de
richting, het doel en de zin van haar levensweg toont. Door wereldse
invloeden en door de eigen vrije wil van de ziel wordt deze kiem
heel vaak in zijn bloei geremd en zelfs verstikt. Eén van de grote doelstellingen van de volkomen toewijding
aan Mij is deze, dat Ik deze kiem van wijsheid met nieuwe levenskracht tracht
te voeden en Ik de ziel wil leren, alle remmende factoren onwerkzaam te
maken. Gods Voorzienigheid heeft het
zo beschikt dat de levensweg van elke ziel vele bochten en vele zijwegen
ontmoet. Zo bereikt de ziel vele punten waarop zij keuzen moet maken. Dit is nodig voor haar ontwikkeling, voor haar reis naar de
heiligheid die God voor haar verlangt. Daarom noem Ik de vrije wil
van de ziel de sleutel tot het Paradijs. De ziel kan deze sleutel
gebruiken tot haar voordeel of tot haar nadeel.
Zie, vaak tekent de
ziel voor zichzelf een weg uit, die beter bij haar lijkt te passen. Vaak
ook, volgt zij niet de bochten die God voor haar voorziet – omdat deze voor
haar vervolmaking nodig zijn – doch gaat zij rechtuit en verzeilt hierdoor op
een weg van haar eigen keuze. Zij meent dat zij God dient door rechtuit te
gaan, doch merkt laattijdig dat het landschap niet meer door Gods zegen wordt
bevrucht: Het wordt tot een woestijn vol slangen en schorpioenen, vol dodelijk
vergif voor het zieleleven. Zo vaak kiest de ziel voor een weg die schijnbaar
bij haar past, doch haar in werkelijkheid alle vruchtbaarheid doet verliezen.
De weg van de ware
roeping is een weg vol bochten, want hij vraagt voortdurende
aanpassingen en soepelheid. Het is een weg vol bloemen, waarvan sommige
giftig zijn, doch die de ziel leert herkennen zolang zij het verlangen heeft om
Gods Waarheid in alles te kennen. Rond de bloemen dansen
vlinders: verheugende elementen die echter onzeker zijn, want zekerheden zijn
de vijanden van de verdiensten voor de ziel. Indien de ziel alles met zekerheid
wist en kon voorspellen, zou zij niet de verdiensten van het blind geloof
en de blinde overgave kunnen verwerven. De vlinders langsheen de
levensweg maken de ziel opmerkzaam: De onzekerheden houden het geweten op
scherp. Zodra de ziel eigen wegen gaat, komt zij in landschappen
waaruit zowel de bloemen als de vlinders verdwijnen: Het Ware Leven trekt uit
de ziel weg, en het geweten wordt geleidelijk minder werkzaam.
Lieve zielen, geef
Mij de kans om Gids en Meesteres van jullie weg te zijn, opdat Ik jullie de tekenen van het landschap kan leren, en de
Wetten van het Goddelijk Leven in jullie kan branden. Vertrouw op Mij
en gehoorzaam mijn wenken in jullie harten,
want Ik wil jullie Schild zijn tot aan de poort van het Paradijs.
Onthoud dat de juiste weg deze is, waartoe God de ziel roept. Wanneer de ziel
eigen wegen kiest of eigen verlangens als haar ware roeping beschouwt, zal het
haar aan drijfkracht ontbreken om deze zelf gekozen weg te voltooien met de
vreugde en Vrede van de ziel die door Gods Geest wordt bestuurd. Geen zaad
komt tot rijping wanneer het niet rechtstreeks uit Gods hand aan de zaaier
wordt gegeven en niet op Gods Tijd en op de door God aangewezen plaatsen wordt
uitgestrooid. Ik ben de gouden stem uit het Paradijs, Ik heb
de macht om de beschikkingen van Gods Voorzienigheid aan de zielen kenbaar
te maken".
BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat (zie openbaringen 20 juli 2009)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.