vrijdag 5 oktober 2018

OP GODS TIJD


OP GODS TIJD:


God, bron en bestemming van alles.


Alles moet op Gods tijd gebeuren, anders draagt het geen rijpe vruchten. 

Het materiële heeft doorheen de hele menselijke geschiedenis steeds de harten en zielen verontreinigd, omdat de ziel, zodra zij volledig in het materiële opgaat, God niet meer kan aanschouwen als Diegene die Hij werkelijk is: Bron en Bestemming van alles. Daar ligt de reden waarom Jezus zei:“Zalig de armen, want hen behoort het Rijk der Hemelen”. Een arme gaat niet naar de smalle poort van de Eeuwige Gelukzaligheid met een volle reistas, die hem zou hinderen om binnen te gaan.

Het is aan te raden, dat u de problemen van het dagelijks leven vanuit spirituele perspectieven tegemoet treedt. Een ziel kan in elke situatie met wereldse oplossingen “uitpakken”, maar wat voor nut heeft zelfs de plotse ommekeer van een situatie wanneer deze oplossing haar van de door God voor haar voorziene weg wegleidt? Alles moet op Gods tijd gebeuren, anders draagt het geen vruchten. Beschouwen wij de fruitboom. Wanneer de vruchten hun volle rijpheid in augustus moeten bereiken omdat Gods Intelligentie het zo heeft voorzien dat hun groeiplan zich onder “normale” (= natuurlijke, dus door God voorziene en niet door menselijk ingrijpen veranderde) omstandigheden in die maand voltooit, heeft het nauwelijks nut, reeds in juni de vruchtbeginselen te plukken. Wij zouden deze niet eens verteren, en bovendien bevatten zij in juni nog niet de door hun soortgebonden stofwisseling omgevormde bodemschatten, waarmee ons lichaam zich kan voeden.
Zei Jezus niet reeds “Uw geloof heeft u gered”? Het geloof treedt pas duidelijk voor de dag waar de ziel met een zwaar probleem te kampen heeft, en zij desondanks niet zelf ingrijpt, doch zich tot Maria wendt. De ziel ziet niet hoe Maria het kleed van de oplossing weeft, zij moet afwachten tot het kleed af is, maar welk kleed krijgt zij te zien wanneer Maria klaar is, nadat Zij ongestoord heeft kunnen werken. De ziel hoeft slechts de wol te leveren door haar omgang met de beproeving, haar geloof in Maria en haar geduld. Maria Zelf verft, weeft, en bekleedt. Wij hoeven helemaal niet te weten hoe en wanneer Zij wat doet, wij moeten er slechts van overtuigd zijn dat Zij het doet, en wel in de graad der volmaaktheid. Daar houd ik zo van bij een ziel met een zuiver hart: Zij is zich van haar menselijke onvolmaaktheid bewust en ziet deze zelfs als een geschenk, want zij is voor haar onder alle omstandigheden een uitnodiging om uit de Bron van alle zegen te drinken in plaats van uit een kanaal dat door werelds denken kan zijn verziekt. Menselijke beslissingen kunnen nauwelijks volmaakt zijn, aangezien zij zijn gebaseerd op een visie die nog geen tien procent van Gods Werkelijkheid omvat.
(BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat
(Zie antwoordbrieven nr. 188)

“Laat Maria aan het weefgetouw het kleed van uw levensloop weven, en wacht geduldig op het resultaat van haar werk, help haar door de wol van uw beproevingen ter beschikking te stellen…”





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.