vrijdag 3 januari 2020

HET JEZUS – GEBED






HET JEZUS – GEBED:
  



(3 januari:gedachtenis aan de Heilige naam van Jezus.) 

Een vorm van mediterend bidden die zijn oorsprong vind in de orthodoxe traditie.
 Reeds de oude vaders beoefenden en leerden deze gebedstechniek in allerlei vormen.
In het oosten is deze manier van bidden ook onder de gelovigen nog veelvuldig in gebruik. In kloosters behoort ze daar tot de meest verbreide praktijk van het geestelijke leven.
 Men kan op vele manieren bidden met de naam Jezus. Welke de beste is, moet iedereen voor zichzelf ondervinden. Maar welke formule men ook kiest, altijd zal de heilige naam zelf, het woord ‘Jezus’, er de kern en het middelpunt van moeten uitmaken, omdat daarin de gehele kracht van dit gebed is gelegen.
Wanneer we dus in het vervolg spreken over het Jezusgebed, bedoelen we de eerbiedige en veelvuldige herhaling van de heilige naam, het enkele woord ‘Jezus’ zonder verdere toevoegingen. De heilige naam zélf is het gebed.



 We moeten niet zomaar uit een willekeurige opwelling tot het aanroepen van de heilige naam overgaan. Wij moeten door God daartoe geroepen en geleid worden. Wanneer wij het aanroepen van de heilige naam willen beoefenen als onze voornaamste geestelijke oefening, dan behoort dit besluit genomen te worden in gehoorzaamheid aan een zeer bijzondere roeping. Een geestelijke weg die gebaseerd is op een gril, zal jammerlijk doodlopen. Maar als we ons onder leiding van de Heilige Geest aangetrokken voelen tot de naam Jezus, dan zal het aanroepen van de heilige naam in ons de vrucht zijn van de Heilige Geest zelf.

De naam Jezus nu kan men ofwel met de lippen uitspreken, ofwel slechts in stilte denken.
In beide gevallen is er sprake van een werkelijk bidden van de heilige naam; in het eerste luidop, in het tweede alleen met het hart. Deze manier van bidden maakt de overgang van het mondgebed naar het louter inwendig gebed zeer gemakkelijk; ja, alleen al het langzaam en aandachtig herhalen van die heilige naam met de mond, brengt ons tot het overwegend gebed en bereidt de ziel voor op de contemplatie.
 Alvorens de naam, Jezus aan te roepen brenge men zich in een toestand van volmaakte rust en ingekeerdheid en bidt om de verlichting en leiding van de Heilige Geest. ‘Niemand kan zeggen dat Jezus de Heer is, dan in de Heilige Geest’ (1 Kor 12, 3) De naam Jezus kan niet echt doordringen in een hart dat niet vervuld is van de zuiverende adem er het vuur van de Heilige Geest. De Geest zelf zal in ons de naam van de Zoon ademen er doen lichten.

 Wanneer we dagelijks dus een bepaalde tijd vaststellen voor het aanroepen van de heilige naam (buiten de spontaan opwellende gebedjes, die zo veelvuldig mogelijk moeten zijn), dan moeten we hiervoor, wanneer de omstandigheden het maar even toelaten, ook een eenzame en rustige plaats kiezen: “Wanneer gij bidt, ga dan in uw binnenkamer, sluit de deur achter u en bidt uw Vader in het verborgene.”
 (Mt 6, 6)  De lichaamshouding is hierbij van weinig belang. Men kan lopen, liggen of knielen. De beste houding is die welke de lichamelijke ontspanning en geestelijke inkeer het meest bevordert. Het kan daartoe nuttig zijn een houding aan te nemen die nederigheid en eerbied uitdrukt.
Men moet bij de praktische beoefening van dit gebed de heilige naam niet steeds maar onafgebroken herhalen. Is de heilige naam eenmaal uitgesproken, dan moet de sfeer daarvan zich uitbreiden en voortzetten in seconden of minuten van stilzwijgende rust en aandacht. Men zou het herhalen van de heilige naam kunnen vergelijken met de vleugelslag, waarmee een vogel de lucht doorklieft. Dat gaat niet moeizaam, geforceerd, overhaast of klapwiekend, maar soepel en licht en in de letterlijke zin van het woord gracieus. Heeft de vogel een bepaalde hoogte bereikt dan gaat hij over in glijvlucht en beweegt alleen maar van tijd tot tijd zijn vleugels om in de lucht te blijven. Zo moet ook de ziel, wanneer zij zich eenmaal op Jezus heeft geconcentreerd en van Hem vervuld is, het herhalen van de heilige naam onderbreken en rusten in onze Heer. Men moet er slechts weer toe overgaan de heilige naam te herhalen, wanneer verstrooiingen de gedachte aan Jezus dreigen te verdringen. Dan begint men opnieuw de heilige naam aan te roepen om zo weer nieuwe stimulans te ontvangen.

   BRON: Het Jesusgebed

Een monnik van de oosterse kerk.


 en het boekje ‘het jezus gebed’   

(vader lev gillet)


“JEZUS CHRISTUS, ontferm u over ons.”





Enkele gebeden:

HEER Jezus Christus, Zoon van de allerhoogste, ontferm u over ons.
Jezus Christus, welbeminde van de Vader, ontferm u over ons.
Jezus Christus, mijn Heer en mijn God.
Jezus Christus, ik vertrouw op u.
Jezus Christus, wees mij zondaar genadig…



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.