EEN SCHEPPING VAN LIEFDE VREDE EN LICHT:
"God verlangt slechts
een Schepping vervuld van Liefde, Vrede en Licht. Hij wil dit Plan
echter verwezenlijken via de handen, harten, geesten en de vrije wil van
mensenzielen.
De Schepper brandt in elke mensenziel een basisopdracht
die de ziel wordt geacht, in de loop van de haar toegemeten levenstijd op aarde
in de hoogst mogelijke graad te vervullen, en wel in overeenstemming met Zijn
verwachtingen en in volkomen naleving van de Goddelijke Wet.
Elke mensenziel op aarde is
op zoek naar Geluk. Geluk op aarde is geen fictie, het bestaat wel
degelijk, doch het is de vrucht van een boom die slechts vruchtbaar kan worden
in de mate waarin hij zich kan voeden uit een bodem in dewelke de Goddelijke
Genade bruiloft kan sluiten met de oprechte wil van de ziel
om Gods Wet van de ware zelfverloochenende Liefde tot het
uiterste te beleven. Anders uitgedrukt: Het Geluk is het
levensparfum dat door elke ziel wordt nagestreefd, doch dat slechts uit één
enkele bloem kan worden gewonnen: De bloem van de ware, zelfverloochenende
Liefde. Zo heeft de Schepper het bestemd: Het Geluk is het erfdeel
van de ziel die zich vrijwillig, spontaan, onvoorwaardelijk en volhardend één
maakt met de Wil van God, en deze eenheid van wil kan slechts via één
enkele weg tot stand worden gebracht: De weg van de volkomen naleving
van Gods Wet van de Ware Liefde.
God heeft Zijn Schepping
gemaakt als een netwerk. Elk van de miljarden schepselen die de wereld
bevolken, vormt een knooppunt in dit netwerk. Alle knooppunten zijn onderling
met elkaar verbonden door kanalen. Via deze kanalen stuurt God onophoudelijk de
kracht van het Leven doorheen het netwerk. Deze levenskracht bestaat uit de
Goddelijke Liefde. De Goddelijke Liefde is tezelfdertijd de essentie, het
wezen, en de brandstof van het Leven.
Ziehier aldus de
levensopdracht van elke mensenziel: Zij moet het netwerk van de
Schepping precies in de toestand trachten te bewaren, in dewelke
God het heeft gemaakt en bedoeld, dit wil zeggen: In de toestand van volkomen
harmonie tussen alle elementen ervan, de toestand die Hij zo heeft
ingesteld en die Hij door alle ingrepen van Zijn Genade en Zijn Voorzienigheid
zo tracht te bewaren omdat precies deze toestand een vlekkeloze stroming van de
volheid van het Leven waarborgt. De ziel kan deze opdracht slechts volbrengen
in de mate waarin zij de ware zelfverloochenende Liefde laat stromen naar al haar
medeschepselen, met andere woorden naar alle medemensen, alle dieren, en
zelfs alle andere elementen van de levende natuur.
BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.