BRUILOFT IN KANA:
Na Zijn Doopsel in de Jordaan trekt Jezus de woestijn in om er
Zijn Openbare Missie voor te bereiden. Na veertig dagen keert Hij terug, en
weinige dagen later is Hij uitgenodigd op een bruiloft. Wanneer er op zeker
ogenblik geen wijn meer is, nodigt Maria de bedienden uit om te doen
wat Jezus hen zal zeggen. Zij weet dat Hij op Haar woord de aanwezigen uit hun
nood zal redden, en Hij kan Haar verlangen niet weerstaan, omdat zich tussen Hen een mystieke versmelting uitwerkt, die
voor altijd een doorstroming van Gods Genade naar de zielen toe
mogelijk zal maken. Maria is te Kana reeds ten volle de Brug tussen
Hemel en aarde, tussen God en de zielen, en God Zelf kiest de weg doorheen
Haar Hart boven elke andere weg, omdat Zij het enige Kanaal is, dat de stroom
van Gods genade niet kan verontreinigen.
God kiest een schijnbaar wereldse gebeurtenis voor het eerste
grote optreden van Zijn Messias ten overstaan van de zielen. Niettemin is te
Kana oneindig veel méér aan de hand dan werelds
ziende ogen zien en werelds voelende harten
begrijpen. Jezus verandert water in wijn op een bruiloft, zo zien het de ogen
aan de oppervlakte. In werkelijkheid gebeurt hier echter méér:
Het leven van elke ziel op aarde is een voorbereiding op de
bruiloft van deze ziel met God na dit leven. Het water kan gelden als een symbool
voor de beproevingen en kruisen van de levensweg. Wijn is als het ware een
koninklijke drank, en bovendien een symbool voor het Bloed van
Christus, het Bloed der Verlossing. De Meesteres van alle
zielen wijst erop dat te Kana wordt voorafgebeeld hoe Zij de Christus ertoe
brengt, de beproevingen en kruisen van de zielen van goede wil – zielen die de
bedoeling hebben, de bruiloft met God aan te gaan – te veranderen in de
wijn van het bruiloftsmaal, of nog anders uitgedrukt: de beproevingen en
kruisen van deze zielen te laten overvloeien in het Bloed dat de zielen heeft
verlost, zodat deze laatsten in de ware zin van het woord hun leven voltooien
als kleine medeverlossers. Zo transformeert God door tussenkomst van
Maria de zielen op grond van hun toegewijde beproevingen in zielen in de
toestand der verheerlijking.
De Bruiloft te Kana herinnert ons eraan, dat de beproevingen en
kruisen van ons leven geen overbodige ballast zijn, en dat wij ze niet mogen
laten wegvloeien. Zij zijn de dragers van het water van Goddelijk Leven,
dat wij in de kruiken van ons hart moeten bewaren, met andere woorden: met
Liefde bekleed, klaar moeten houden voor elke komst van de Christus in ons
hart. Wanneer de ziel een leven leidt van constante toewijding van haar
beproevingen aan Maria, vult zij hierdoor de kruiken van haar hart met water
van Goddelijk Leven, dat op Maria’s woord door God Zelf tot zijn
volle uitwerking wordt gebracht. De Meesteres van alle zielen toont Zich
hier dus als de Brug naar de voltrekking van de bruiloft van de ziel
met God: de voltooiing van het ware levensdoel van elke ziel.
Het Evangelie verhaalt hoe (niet zonder verbazing) tot de
bruidegom werd gezegd dat hij de goede wijn tot het einde had bewaard. De
Meesteres van alle zielen geeft over deze passage verschillende spirituele
achtergronden. Tot de meest opmerkelijke behoort deze, waarbij Zij “de goede
wijn” laat zien als de voorafbeelding van het Bloed van Christus, dat de Hemelse Bruiloft voor de zielen mogelijk moest
maken. Bloed kunnen wij beschouwen als symbool voor verlossend lijden.
Het Bloed van Christus was de beste wijn, omdat Zijn Offer, Zijn Lijden, het grootste van de
hele Heilsgeschiedenis zou zijn, omdat het alomvattend was en de Verlossing
moest ontsluiten voor alle zielen van alle tijden die werkelijk naar hun
Verlossing zouden verlangen. God (de Bruidegom) heeft de goede wijn (het
verlossend Bloed van Christus) tot het einde (het Nieuw Verbond) bewaard, en
heeft de mensheid getoond dat Hij Maria, de Moeder, Middelares, Voorspreekster
en Meesteres, als een vaste en onontbeerlijke schakel in de
voltrekking van de Verlossing had voorzien, en dus als de Medeverlosseres.
Vragen wij vandaag Maria om de genade dat Zij in ons de kracht, de
moed en de wil levend moge houden, Haar onze beproevingen onophoudelijk ter
beschikking te stellen, opdat Zij – die zozeer om ons welzijn bekommerd is –
onze noden te hulp moge komen met de woorden: “De ziel heeft geen wijn meer”,
met andere woorden: “De ziel verlangt naar heiliging, opdat zij haar Hemelse
bruiloft moge kunnen voltrekken”. God ziet in deze woorden de vervulling van
Zijn verlangen naar overgave van de ziel aan Zijn Wet, die de poorten van Zijn
Schatkamer opent. De grootste wonderen voltrekt God in de ziel die zich
vrijwillig in de volgende gouden ketting inschakelt:
·
liefdevolle toewijding van alle kruisen aan
Maria →
·
Maria vormt en kneedt de ziel, en draait de
sleutel in de poort der genaden om →
·
de beproevingen worden omgezet in grondstoffen
voor Verlossing en heiliging →
·
Tussen de ziel en God wordt de bruiloft
voltooid: het water van haar beproevingen (de regenbuien van haar aardse leven)
wordt omgezet in de wijn van Eeuwig Leven.
Laten wij vandaag deze wonderen van Gods Liefde beschouwen, en de
rol die de Meesteres van alle zielen in deze Hemelse processen speelt, en laten
wij ervoor danken.
BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat: (zie onderrichtingen: sluier van goud)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.