BELIJDENIS VAN NAVOLGING VAN CHRISTUS
VIA MARIA
“Ik ben bereid, God, Uw wil te doen,
de weg te gaan die Gij mij wijst,
zonder terughoudendheid.”
Lieve Moeder Maria, Moeder van Jezus en Hulp
der christenen,
God heeft Zijn Zoon in de wereld gezonden
opdat elke ziel die Gods Wet oprecht zou liefhebben en door haar hele leven op
aarde Zijn Wet van de Ware Liefde zou vervullen, Eeuwig Leven zou hebben en op
kracht van haar Verlossing een werktuig zou worden voor de grondvesting
van Gods Rijk van Liefde en Vrede op aarde.
Door Zijn Lijden, Zijn Kruisdood en Zijn
Verrijzenis heeft Jezus ook voor mij de bron ontsloten, waaruit ik een leven
lang kan putten om elke bekoring te overwinnen en steeds méér een spiegel van
de Eeuwige Liefde te zijn.
Ter verheerlijking van Zijn Werken van
Verlossing en Liefde belijd ik mijn voornemen, in al mijn doen en laten en in
al mijn innerlijke gesteldheden de Christus na te volgen. Wil daarom de volgende
woorden van de Messias voorgoed in mijn hart branden als het
programma voor mijn leven, opdat ik mijn leven moge leiden vanuit Zijn Hart:
1."Niet van
brood alleen leeft de mens, maar van alles wat uit de mond van God komt.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, niet het stoffelijke
tot middelpunt van mijn leven te maken, doch mijn hart helemaal te openen voor
Gods leiding en Voorzienigheid, opdat ik kan leven voor de vervulling van Zijn
Werken.
2."De Heer uw
God zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen.”In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, niet slaaf van de
duisternis te zijn door in te gaan op wereldse bekoringen, doch mij in alles
ten dienste te stellen van de Werken van Licht en Liefde die God ook door mij
wil vervullen.
3."Gij zult de
Heer uw God niet op de proef stellen.” In overgave
aan u belijd ik mijn voornemen, mij geen vragen te stellen over Gods werkingen,
doch er blind op te vertrouwen dat God in elke gebeurtenis van mijn leven een
sleutel tot de voltooiing van mijn ware levensdoel verbergt, waarmee Hij mijn
Eeuwige Gelukzaligheid beoogt.
4."Als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult
gij het Rijk Gods zeker niet binnengaan.” In overgave aan u belijd ik
mijn voornemen, mijn hart door onschuldige, spontane Liefde te zuiveren van
elke besmetting door werelds denken en voelen.
5."Ga, en
zondig voortaan niet meer.” In overgave aan u
belijd ik mijn voornemen, voortaan elke zonde en elke ondeugd te vermijden,
want ik wil niet langer de duisternis helpen om schade toe te brengen aan Gods
Schepping en het Licht van Gods Werken te doven.
6."Wie zijn
leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, veeleer datgene na te
streven wat mijn leven vruchtbaar maakt voor God dan datgene
wat mijn eigen wereldse verlangens zou bevredigen, want dit leven is slechts
een voorbereiding die het Ware Leven na mijn heengaan bepaalt.
7."Oordeel
niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.” In overgave
aan u belijd ik mijn voornemen, nooit rechter te zijn over enig medeschepsel,
want elk leven is slechts een zaak tussen het schepsel zelf en God, en mijn rol
bestaat slechts hierin, Licht, warmte en Ware Vrede in dat leven te helpen
brengen.
8."Wees
waakzaam, want gij kent dag noch uur.” In overgave
aan u belijd ik mijn voornemen, elk ogenblik van elke dag en nacht zo te leven,
dat ik klaar ben om in ware zuiverheid en met een rijke oogst aan vruchten van
Liefde mijn Schepper te ontmoeten voor het oordeel over mijn leven.
9."Beoefen uw
gerechtigheid niet voor het oog van de mensen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, Licht, Vrede, Liefde
en warmte over de Schepping te helpen brengen zonder de bedoeling dat mijn
medemens mij als weldoener zou herkennen.
10."Zelfs als
zij dodelijk vergif drinken, zal het hen geen kwaad doen". In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, het Goddelijk Leven
van Liefde en geloof in mijn hele wezen zo sterk te helpen maken dat het vergif
van wereldse invloeden mijn ziel niet van haar zuiverheid en haar kracht voor
Gods Werken kan beroven.
11."Laat de
doden hun doden begraven". In overgave aan
u belijd ik mijn voornemen, mij los te maken uit de macht van wereldse
doelstellingen, belangen en drijfveren, opdat al mijn doen en laten waarlijk
Leven in de Schepping moge helpen brengen.
12."Ga weg,
satan, terug! Want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en
niet door wat God wil.” In overgave aan u belijd ik mijn
voornemen, mij in alles te laten leiden door Gods bedoelingen, en
de situaties van mijn leven niet te beoordelen zoals de wereld deze beschouwt.
13."Wie Mij
volgt, dwaalt niet rond in de duisternis.” In
overgave aan u belijd ik mijn voornemen, menselijke wijsheid en kennis niet tot
richtlijn van mijn leven te laten worden, doch in alles de Wijsheid van God
Zelf te zoeken en Zijn Wet te volgen als een volle maan in de nacht.
14."Wat uit de
mens komt, dat bezoedelt de mens.” In overgave
aan u belijd ik mijn voornemen, geen enkel duister gevoel of verlangen in mijn
hart te laten woekeren, want een onzuiver hart is de bron van alle zonde en
bederf in de ziel.
15."Mij haat de
wereld, omdat Ik van haar getuig dat haar werken slecht zijn.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, steeds te
streven naar de moed en de zelfverloochening om slechts te leven volgens Gods
Wet, ook wanneer de wereld dit niet begrijpt of mij daarom veracht.
16. "Hierdoor
wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij rijke vruchten draagt.”In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, God niet slechts te
verheerlijken met woorden, doch met een waarlijk heilig leven, want elk woord
dat ik God aanbied doch niet naleef, is de overtreding van een verbond dat ik
in woorden met Hem heb gesloten.
17."Geen groter
Liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn
vrienden.” In overgave aan u belijd ik mijn
voornemen, zo volmaakt te worden in de zelfverloochening dat mijn hele leven
moge worden tot een schat waaruit zielen het verlangen kunnen putten om zich af
te wenden van hun zelfzucht.
18."Gaat iemand
's nachts, dan stoot hij zich, omdat het licht niet in hem is.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, geen duistere
gesteldheden vast te houden, die aanleiding geven tot overtredingen van Gods
Wet en de macht van de duisternis over deze wereld vergroten.
19. "Nu zal de
vorst dezer wereld worden buitengeworpen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, de moeilijkheden van
mijn leven bewust op te dragen voor de overwinning op mijn eigen innerlijke
duisternis en op alle duisternis die de wereld in mij tracht binnen te brengen.
20. "Lazarus,
kom naar buiten.” In overgave aan u belijd ik mijn
voornemen, het graf te verlaten dat ik door wereldse
gehechtheden, gewoonten, herinneringen en werelds denken voor mijzelf heb
bereid, en naar het zonlicht van het Ware Leven met God te gaan.
21."Ween niet
over Mij, maar over uzelf en uw kinderen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, mij steeds méér bewust
te worden van het feit dat ook mijn eigen innerlijke duisternis bijdraagt tot
de ellende waaraan de wereld en mijn medeschepselen ten prooi zijn.
22."Wie Mijn
volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis
op te nemen.” In overgave aan u belijd ik mijn
voornemen, de kruisen van mijn leven vruchtbaar te maken door hen
via uw handen aan God op te dragen, opdat zij mogen bijdragen tot de bevrijding
van de wereld uit de greep van het kwaad, want elke ziel is geroepen om
medeverlosser met Jezus te zijn.
23."Vrede zij
met u.” In overgave aan u belijd ik mijn
voornemen, de ware innerlijke Vrede te vinden door het vast geloof dat alles in
mijn leven een diepe zin heeft, die Gods Heilsplan zal helpen
vervullen in de mate waarin ik aanvaard dat God mij voor mijn eigen welzijn
niet alles kan geven dat ik verlang.
24."Ging het
dan uw krachten te boven, één uur met Mij te waken?" In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, nauwgezet te
waken over de zuiverheid van mijn ziel en de vruchtbaarheid van al mijn
gesteldheden en mijn hele doen en laten voor God, opdat ik niet moge inslapen
voor de dreigingen der vele bekoringen en misleidingen.
25."Heb elkaar
lief zoals Ik u heb liefgehad.” In overgave
aan u belijd ik mijn voornemen, al mijn medeschepselen tot het uiterste lief te
hebben, opdat de handtekening die de Christus op mijn ziel heeft gedrukt, uit
mij moge stralen als een zon die zielentuinen tot bloei helpt komen.
26."Niet mijn
wil geschiede, maar de uwe.” In overgave
aan u belijd ik mijn voornemen, mijn eigen verlangens volledig ondergeschikt te
maken aan Gods Wil, die de Bron is van alle Leven, Verlossing, heiliging,
genezing, Liefde en Vrede.
27."Vader,
vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, door
vergevingsgezindheid en zin voor verzoening alle kwaadwilligheid in mijn
medemens te helpen breken en hem tot bekering te helpen brengen.
28. "Vandaag
nog zult gij met Mij in het Paradijs zijn.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, door diepe
rouwmoedigheid over elke liefdeloosheid en elke fout van mijn leven Gods Liefde
te verheerlijken, Wiens Barmhartigheid mij slechts het Paradijs kan ontsluiten
volgens de mate van mijn oprecht inzicht en mijn oprechte Liefde.
29."Vrouw,
ziedaar uw zoon. Zoon, ziedaar uw Moeder.” In
overgave aan u belijd ik mijn voornemen, Jezus' Nalatenschap ten volle te eren
door mij totaal aan u toe te wijden en dit heilig verbond
waarlijk te beleven in elk detail van mijn leven.
30."Ik heb
dorst.” In overgave aan u belijd ik mijn
voornemen, zo te leven dat mijn voorbeeld en mijn Liefde mogen zijn zoals water
dat het vuur van bekoringen in medezielen blust, opdat zij waarlijk dorst mogen
krijgen naar een leven in Ware Liefde tot God en tot alle schepselen.
31."Mijn God,
Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" In
overgave aan u belijd ik mijn voornemen, uitboeting te brengen voor elk moment
waarin ik in een medeschepsel het gevoel heb gewekt of versterkt, dat God niet
bestaat, of ik in een medeschepsel het gevoel heb vergroot dat het eenzaam,
verlaten en niet geliefd was.
32. "Het is
volbracht.” In overgave aan u belijd ik mijn
voornemen, zo te leven dat ik op Gods Tijd kan heengaan met het
gevoel dat ik alles waartoe ik dit leven had gekregen, zo goed mogelijk en met
de grootst mogelijke Liefde heb volbracht.
33."Vader, in uw
Handen beveel Ik Mijn Geest.” In overgave
aan u belijd ik mijn voornemen, nu, op dit ogenblik, mijn hele levensweg in
verleden, heden en toekomst via uw Hart aan God te geven, opdat de waarde ervan
volledig ontsloten en door u bevrucht moge worden, en God erover moge
beschikken voor Zijn Werken, want van Hem ben ik uitgegaan, en in Zijn Hart
ligt mijn eindbestemming.
O Maria, Gids op
mijn aardse reis, aan u geef ik mij nu totaal, opdat ik
in u restloos met de Weg, de Waarheid en het Leven, de uit u geboren Christus,
moge versmelten. Voor deze genade wil ik leven en sterven, in de naam van de
Vader, de Zoon, en de Heilige Geest Amen.
BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.