MARIA TROOSTERES VAN DE BEDROEFDEN:
(gedachtenis: Zaterdag na het Feest van de Heilige Augustinus )
Het past volkomen binnen Maria’s opdracht ten gunste van
de zielen, dat Zij Diegene zou zijn, die zielen troost schenkt.
Zij is de Moeder der moeders, onder wier hoede Jezus Zelf alle mensenzielen
heeft gesteld. De mensenziel is op grond van de erfzonde in elk opzicht heel verzwakt
en kwetsbaar. Om deze reden zal elke ziel in de loop van haar
aardse leven onvermijdelijk geregeld droefheid ervaren. Droefheid
ervaart de ziel niet slechts bij bepaalde wereldse verliezen, deze
gevoelsgesteldheid kan eveneens optreden – al is het niet steeds bewust –
wanneer de ziel over zichzelf, respectievelijk over datgene, wat zij als ziel
is, niet tevreden is. Deze laatstgenoemde vorm van droefheid zou men een “stil
wenen van het geweten” kunnen noemen.
Om het even of het gemoed door levensinvloeden van buitenaf, als
wel door innerlijke morele of spirituele processen betrekt, de Moeder Gods is
er heel speciaal toe uitgerust om troost te brengen, daar het er
hierbij om gaat, Licht te brengen waar de duisternis bezig was,
wortel te schieten. Licht brengen, betekent: de ziel ontsluiten voor nieuwe
inzichten in de Waarheid. Een ziel die beseft dat haar verdriet en haar
beproevingen in haar leven een plaats moeten hebben, omdat deze precies haar
persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan vormen en de
vruchtbaarheid van haar leven wordt bepaald door de mate waarin zij Christus
navolgt, laat zich door haar lijden niet langdurig deprimeren: Zij beseft, dat de duisternis pas het laatste woord heeft wanneer de ziel niet echt
in de macht en de uiteindelijke overwinning van het Licht
gelooft.
De Hemelse Koningin is ertoe geroepen,
zielen die zich onbeperkt aan Haar weggeven, innerlijk zo om
te vormen, dat in deze zielen gemakkelijker de gesteldheden post vatten, die
deze ziel vruchtbaarder maken, dit wil zeggen: die de ziel
gemakkelijker tot gedragswijzen brengen, die de verwezenlijking van haar
spirituele levensroeping bevorderen. Een ziel die zo is ingesteld,
dat zij de opdrachten, waartoe zij in dit leven ter bevordering van Gods Werken
is geroepen, precies zo kan en wil vervullen, zoals God dit van haar verwacht,
zal een vrede van hart ontwikkelen, die haar als het ware “immuun maakt”
tegen langdurige depressiviteit. Precies daar voltrekt zich het grote wonder,
dat de Troosteres van de bedroefden in zovele zielen volbrengt nadat deze hun
leven vastberaden in Haar dienst hebben gesteld.
De Troosteres van de bedroefden is niet zomaar een moeder, die
haar kind in elk uur van nood in haar armen sluit, Zij is tevens de Meesteres,
die in Haar dienaar of dienares de zielenbodem zo omvormt, dat de
bloemen van de vreugde, van de innerlijke Vrede en de ware hoop er in een
zodanige mate in opschieten, dat het onkruid van duistere stemmingen niet
gemakkelijk meer de tuin van het gemoedsleven overwoekert.
Ware heiliging is een kwestie van
innerlijke reiniging, voortdurende innerlijke omvorming en
sterking tegen elke ontwikkeling en elk proces in de ziel, die de
vruchtbaarheid van het leven in dienst van Gods Werken negatief beïnvloeden. De
begeleiding van deze omvorming is de essentie van de voornaamste opdracht van
de Meesteres van alle zielen. Als Troosteres van de bedroefden tracht de
Koningin des Hemels zielen zo uit te rusten, dat zij steeds beter opgewassen
zijn tegen de voortdurende aanvallen van het kwaad, dat, zoals bekend,
de harten tracht te ondermijnen door zijn duistere gevoelens in hen wortel te
laten schieten. Een bedroefde ziel is immers een ziel, wier slagkracht spoedig
vermindert, zodat zij gemakkelijker ten prooi valt aan zijn listen en niet
langer zijn werken dwarsboomt door het Licht en de warmte van haar blijmoedigheid
en haar hoop.
Laten wij vandaag vol vertrouwen ons hart neerleggen
aan de voeten van de Troosteres van de bedroefden, opdat Zij ons moge
reinigen van elk spoor van ontmoediging en van morele uitputting, en wij
elke hoek van ons hart, die om welke reden dan ook sedert langere tijd is
verduisterd, opnieuw mogen laten strelen door de zonnestralen van het
vertrouwen, de bemoediging en de overtuiging dat God ons graag gelukkig ziet.
Een tuin, boven dewelke zelden een wolk haar water uitstort, wordt
onvruchtbaar. Zo ook moeten er soms tranen zijn, opdat het hart niet zou
verharden.
Onze Hemelse Moeder wacht erop om dit wonder vandaag aan ieder van
ons te voltrekken, opdat wij ons opnieuw over Gods Werkzaamheid in ons leven
mogen kunnen verheugen. Deze Werkzaamheid kan zich immers onder de meest
uiteenlopende gedaanten vertonen, en niet elke van deze gedaanten worden door de
ziel meteen als geschenk herkend. Het is Maria’s vurigste verlangen, elk hart
zodanig te beheersen, dat dit in zijn tranen niet zou verdrinken, doch door hen
tot een nieuwe vruchtbaarheid zou kunnen komen.
BRON: uit de onderrichtingen
van het Maria Domina Animarum Apostolaat:
(Zie onderrichtingen: sluier van goud)
“De Moeder Gods is er heel speciaal toe uitgerust om troost te brengen.” |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.