maandag 29 december 2014

MARIA, MOEDER VAN GOD

MARIA, MOEDER VAN GOD (1 jan.) – ARK VAN HET NIEUW VERBOND:

“icoon MARIA, Moeder Gods van het teken”



God heeft in de loop der tijden vele dingen voltrokken die bevorderlijk zijn voor het Heil der zielen. Hij beoogt immers slechts één ding: dat zoveel mogelijk zielen de Eeuwige Gelukzaligheid in Zijn Tegenwoordigheid zouden kunnen erven. De Schepper heeft Zich echter door een regel laten binden: De Wet der Goddelijke Gerechtigheid moet worden vervuld, en elke ziel moet uit vrije wil beslissen of zij de geschenken van haar God al dan niet in zich wil opnemen.
Tot de allergrootste wonderen behoort zonder de geringste twijfel het unieke voorrecht van een mensenziel, de Moeder van de Tweede Goddelijke Persoon (Jezus) te worden, en de voorbereiding door dewelke de ziel in staat kon wordt gesteld om Tabernakel of Draagster van de Allerheiligste te zijn. Met dit Mysterie verbond de Meesteres van alle zielen Haar hoedanigheid als Ark van het Nieuw Verbond. Bij de joden van het Oud Verbond was de Ark een soort “kist”, waarin datgene werd bewaard dat voor de joden gold als symbolen voor de Tegenwoordigheid en de Werking van God.
De Meesteres van alle zielen noemt Zich niet slechts “Ark van het Verbond”, doch uitdrukkelijk “Ark van het Nieuw Verbond”, en wijst er daardoor op, dat Zij door God niet “slechts” tot Tabernakel, Draagster en “Bewaarkistje” van de Allerheiligste werd gemaakt, doch tevens tot Tabernakel van de Nalatenschap van Christus. Precies op deze basis is immers Haar roeping gegrondvest om als Meesteres van alle zielen te onderrichten en, zoals Zijzelf het zo treffend zegt, de kennis der zielen van de Leer van Christus te verdiepen en hun vermogen om deze Leer in hun dagelijks leven zo doeltreffend mogelijk toe te passen, in de hoogst mogelijke mate te vergroten.
Het was binnen de Kerk steeds gebruikelijk, op de octaafdag van een bijzonder feest (de achtste dag na de gedachtenis van dit feest), het feest nogmaals onder de aandacht te brengen. Hoe passend is het, op de octaafdag van de Geboorte van Christus Zijn Moeder, de ziel die Hem aan de wereld heeft gegeven, te belichten in Haar hoedanigheid als Moeder Gods. Deze octaafdag valt uitgerekend op nieuwjaarsdag. Is het niet prachtig, steeds opnieuw een nieuw jaar te mogen beginnen met het feest dat onze Hemelse Moeder en Meesteres belicht in Haar hoedanigheid als Moeder Gods? Een moeder is immers draagster van een nieuw leven, van een nieuw begin. De Moeder Gods is bovendien de Draagster van de Bron van het Goddelijk Leven, dat Zij in Zich meedraagt, ook terwijl Zij bezit neemt van een ziel: Precies zoals Christus bij het betreden van een ziel onvermijdelijk het Kruis met Zich meedraagt, draagt de Moeder Gods als Ark van het Nieuw Verbond bij Haar intrede in de ziel onvermijdelijk Christus en de volheid van Zijn spirituele Nalatenschap met Zich mee. Welke rijkdom valt daarbij de ziel in de schoot, die dit Meesterwerk van God binnenlaat en Haar tot Meesteres van haar huis maakt. Glinsteren als goud zal zij, want in haar zal het Goddelijk Leven groeien zoals de bloemen in het Wedergeboren Aards Paradijs, dat ons bekend is gemaakt als “Meesteres van alle zielen”.
“MARIA, ARK van het NIEUWE VERBOND”


BRON tekst: uit de  onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat: (zie onderrichtingen: Sluier van goud.)

Onderricht  aan het Maria Domina Animarum Apostolaat:
(zie openbaringen:1 januari 2007 ):
“De Allerhoogste heeft Mij gemaakt tot een Tabernakel voor Zichzelf door Mijn Onbevlekte Ontvangenis. Hij heeft dit Tabernakel drie maal verzegeld:
1.                    Het 1e zegel was Mijn Goddelijk Moederschap, het uniek voorrecht van totale eenwording met de Godheid in Mijn Moederschoot met behoud van Mijn maagdelijkheid;
2.                    Het 2e zegel was Mijn hoedanigheid als Medeverlosseres gedurende de Passie van de Christus, waarbij Ik als enige ziel volmaakt, volkomen en absoluut één was met de volmaakte offerande van het Lijden van de God-Mens in diens verlossingswerk.
3.                    Het 3e zegel was Mijn Kroning tot Koningin van de hele Schepping en de voltooiing van Mijn bekleding met de Goddelijke macht als de Meesteres van alle zielen.
Door deze drie zegels heeft de Allerhoogste het Tabernakel dat “Maria” heet, op unieke wijze laten delen in de volheid van het Goddelijk Leven.”
BRON:uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat: (zie onderrichtingen: Sluier van goud.)
http://www.maria-domina-animarum.net/










dinsdag 23 december 2014

DE KETTING VAN LICHT VAN MARIA...

Over Maria’s Ketting van Licht:


VORM EEN KETTING VAN LICHT



Lieve broeder en zuster in Jezus en Maria,

Het verheugt mij, u in Maria’s Ketting van Licht te mogen verwelkomen. Het houdt verband met de aard van de roeping van de Hemelse Koningin voor de Laatste Tijden, dat Zij voortdurend tracht, alle zielen bij elkaar te brengen, met de bedoeling, de Werken van Christus op aarde te voltooien. Wat een mooie uitdrukking van Gods Liefde: Jezus heeft er Zijn leven voor gegeven dat de Verlossing voor elke ziel toegankelijk zou worden. Nog terwijl Hij aan het Kruis hing te sterven, wendde Hij Zich tot Johannes, de apostel van de Liefde, en sprak Hij de wonderbare woorden door dewelke Maria, de schakel tussen Hemel en aarde, en de hele mensheid in Johannes, het voorbeeld van volkomen navolging van Christus, aan elkaar werden toevertrouwd. Wij, die zo armzalig zijn, mogen nu Maria leren kennen in het laatste en hoogste aspect van Haar unieke roeping: als Meesteres van alle zielen.
Sedert enkele jaren roept Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen de zielen ertoe op, zich met elkaar te verbinden tot een Ketting van Licht, om via een volkomen, onvoorwaardelijke dienst aan Maria de Werken van Christus in zichzelf te voltooien. Dat is immers de uiteindelijke roeping van de Meesteres van alle zielen: Zij moet in elke individuele ziel de door Jezus volbrachte Verlossing vruchtbaar maken, doch Zij beklemtoont dat Zij daartoe de volledige overgave van de vrije wil van de zielen aan Haar – de Meesteres van alle zielen – nodig heeft.
Eigenlijk heeft de Ketting van Licht de volgende bedoeling: dat zielen bereid zouden zijn om in zichzelf de heiligheid aan te wakkeren – wat zij via de totale toewijding aan Maria zouden moeten nastreven, want wij kunnen het absoluut zo beschouwen dat Jezus er aan het Kruis de mensheid toe oproept, zich aan Maria over te geven, om van Haar te leren om op Hem, de Christus, te gelijken –, en dat zij vanuit de eigen groeiende heiligheid tot steeds helderder stralende lichten zouden worden, die zich dan volgens de wet van de naastenliefde en de solidariteit (zoals in de jonge Kerk gedurende de eerste jaren na de dood van Christus) aan elkaar sluiten om de duisternis te overwinnen. Iets heel groots! De zielen groeien onder Maria’s leiding in heiligheid, verbinden zich volgens de wet van de eenheid, zoals Jezus het heeft onderricht, en laten de bedoelingen van hun harten bekleden met de absoluut volmaakte Liefde van Maria, opdat de Goddelijke Genade volop gewekt moge worden. Zo moet het Rijk Gods, waarvoor Jezus zozeer heeft geleden, eindelijk geboren worden – uit Maria, wiens ziel zelf de voorbeeldige Vrucht van de Heilige Geest is.
Hoe moet de Ketting worden gevormd? Zoals God Zelf haar heeft voorzien: van hart tot hart, in de volste gehoorzaamheid jegens Maria en in vurige Liefde tot God en tot Zijn Werken, die in Maria hun volmaaktheid hebben bereikt, en die als uiteindelijk doel de grondvesting van Gods Rijk op aarde beogen. Is het niet prachtig? God heeft het zo beschikt dat Zijn Zoon op aarde uit Maria moest worden geboren. Opdat de navolging van Christus en daardoor de Verlossing van de individuele ziel volkomen zou zijn, moet nu elke ziel zich uit Maria (opnieuw) geboren laten worden, die immers de Brug tussen God en de zielen is, en opdat de Brug tussen Hemel en aarde waarlijk voltooid moge zijn, moet nu ook het Rijk Gods op aarde uit Maria geboren worden, die met alles wat Zij baart, meteen ook het Kruis als Levensboom ter wereld brengt, steeds opnieuw.
Zo voorziet God al het nieuwe van Zijn handtekening, want Hij heeft Maria als de Meesteres van alle zielen de volmacht geschonken om de Werken Gods in deze Laatste Tijden concreet vorm te geven. Zij doet dit naar het beeld van Haar Goddelijke Zoon en met Zijn Kruis als Zegel van heiligheid, opdat de duisternis moge begrijpen dat het hier wel degelijk om Werken gaat, die de kiem der Verlossing reeds in zich dragen.
Zo wordt Maria’s Ketting van Licht gevormd:
·                            Wij geven ons totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig aan Maria in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen;
·                            Wij richten al onze inspanningen op de ontdekking van onze eigen zwakheden en de overwinning ervan, onder de leiding en onderrichting van Maria;
·                            Wij sluiten ons aan elkaar tot de Ketting van Licht, van hart tot hart, door te bidden voor de intenties van Maria, die toch niets anders wil dan de definitieve bevrijding van alle zielen uit de macht van de duisternis, en door onze bereidwilligheid om voor deze intenties te lijden;

Zo nemen wij ten volle deel aan de Werken der Verlossing, zodat wij de woorden van de Heilige Paulus vervullen: “datgene te doen, wat nog ontbreekt aan het Lijden van Christus”.  

 ( Kolossenzen 1:24)

·                             Het enige, wat daaraan „ontbreekt“, is de overgave van ieder van ons aan God via Maria.
·                            Wij offeren onszelf voor elkaar op, want wat wij dan werkelijk doen, is: ons opofferen voor Christus in de medemens.
God ziet alles in het verborgene. Hij kent de gesteldheid van alle harten, en Maria is er volop mee bezig, alle lammetjes van Christus te verzamelen. Zij is zoals een satelliet die alle lichten met elkaar verbindt, opdat wij allemaal deel zouden hebben aan het grote Licht van God, en dit Licht over de hele wereld zouden laten stralen. Eigenlijk is het vormen van de Ketting van Licht en de deelname hieraan de grote taak van de zielen in deze tijd. Dit is één van de belangrijkste boodschappen die de Meesteres van alle zielen ons brengt.
In het licht hiervan wens ik u en alle lammetjes die door Gods Voorzienigheid onder uw hoede zijn gesteld, het volle Licht, de bemoedigende warmte en de kracht van de Heilige Geest, opdat u met de vervulling van deze opdracht zou kunnen meewerken aan de bloei van de Eeuwige Lente die Maria ons belooft wanneer wij bereid zijn om Haar zonder meer te volgen.

 TOEWIJDING TOT OPNAME IN MARIA’S KETTING VAN LICHT:



O Maria, machtige Meesteres van alle zielen, Opdat de Werken van Jezus Christus in mijn ziel voltooid kunnen worden, wil ik U totaal toebehoren, U navolgen in alle details van mijn dagelijks leven, en mijn leven en al mijn behoeften en verlangens aan U toewijden. Ik geef U mijn verleden, mijn heden en mijn toekomst, met alle lijden, beproevingen en ongemakken die ik ooit heb doorstaan in lichaam, hart, geest en ziel, en mijn verlangen naar een heilig leven en sterven. Heers volkomen in mij, en maak mij tot een strijder voor Gods Rijk van Liefde en Vrede op aarde. Bekom mij de kracht en de Liefde om alle kwaad te overwinnen in mijzelf en mijn omgeving. Wil mij opnemen in Uw ketting van Licht, opdat ook ik het kwaad aan Uw voeten kan uitleveren. Moge de Heilige Geest mij in dit voornemen sterken.


BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat:(zie Maria's ketting van Licht)

Zie ook VORM EEN KETTING VAN LICHT:


“Het vuur van de H.Geest bezielt de ketting van Licht.






zondag 21 december 2014

HET LICHT SCHIJNT IN DE DUISTERNIS

HET LICHT SCHIJNT IN DE DUISTERNIS:

JEZUS CHRISTUS, LICHT VAN DE WERELD


In het begin was slechts God. Omdat God uit niets anders bestaat dan Liefde, wilde God leven buiten Zichzelf scheppen, want Hij verlangde dat Zijn Liefde zou stromen, en van buiten Hem naar Hem terug zou keren, in een eeuwigdurende kringloop die Hem de hoogste vreugde zou bereiden. Slechts het levende kan de Liefde laten doorstromen, want het diepe wezen, de essentie, de brandstof van het Leven is de Goddelijke Liefde. Zo schiep God de engelen, en begiftigde hen met Zijn volkomen heilige Liefde, die hen in staat stelde om het ware Goddelijk Leven in zich in stand te houden. Zo werden de hemelen bevolkt met een volmaakte ketting van Licht. Het  Licht is de Zijnstoestand van God, een toestand die bestaat uit Zijn volmaakte Wijsheid en het vermogen om het leven in de volmaakte Goddelijke Liefde in stand te houden. Het Licht is het vermogen om alle dingen te zien zoals zij werkelijk zijn. Voor de geschapen zielen is het dus ook het vermogen om zichzelf te zien zoals zij werkelijk zijn met betrekking tot God. Het Licht is daardoor eveneens het vermogen om de Liefde heilig te houden. De waarlijk heilige Liefde is de gesteldheid waardoor de ziel in staat is om God te erkennen als enige Bron van alle leven, en Hem daarom boven alles, dus ook boven zichzelf, te stellen, en alle handelingen, gedachten en verlangens op Hem te richten, dit wil zeggen: ernaar te streven dat alles wat in de eigen ziel omgaat en wat van haar uitgaat, uitsluitend tot doel heeft, Gods intenties te verwezenlijken.
Op zekere dag maakte God Zijn verlangen kenbaar om naast de hemelen ook de aarde te scheppen, die Hij onder andere wilde bevolken met de mens, een wezen dat met een grote heiligheid begaafd zou zijn en op aarde God en Zijn Liefde zou vertegenwoordigen. God deelde dit voornemen met de engelen.
Lucifer, de hoogststaande der engelen, begon zijn eigen verlangens boven deze van God te stellen. Hij begon zichzelf méér lief te hebben dan hij God liefhad. Hierdoor verloor zijn hart de zuivere verbinding met het Hart van God. Lucifer sneed hierdoor zichzelf af van de volmaakte stromen der Goddelijke Liefde, waardoor hij geleidelijk het ware Goddelijk Leven verloor. Hij was hierdoor ook niet langer in staat om de Goddelijke Liefde te laten doorstromen naar de andere engelen toe. Door dit gebrek aan doorstroming van de kracht van het Goddelijk Leven werd de hele ketting van Licht verzwakt. Lucifer was afgunstig jegens de mens, die in Gods ogen een zo belangrijke rol binnen de Schepping zou spelen, en kwam in opstand tegen God, en trok vele engelen met zich mee. Op grond van diverse punten van ongehoorzaamheid van deze opstandige engelen tegen Gods Plannen, werden zij uit de Hemel verdreven, en zouden zij voortaan duivels heten.
God schiep de eerste mens, schonk hem een vrouw, en verbond deze beiden in een innige bond. Zij zouden heersen over de Schepping op aarde, en Gods heiligheid over de aarde laten stromen in de kringloop van de volmaakte Liefde, waarin het eerste mensenpaar nu was opgenomen. God sloot met hen het verbond, dat zij zouden delen in alle heerlijkheden van het Goddelijk Leven, doch in ruil daarvoor moesten leven in strikte gehoorzaamheid aan Gods voorschriften. Lucifer, die met zijn gevolg uit de Hemel verstoten was en voortaan Satan heette, had met de zijnen de eed gezworen dat zij wraak zouden nemen voor hun verstoting uit de glorie van de Hemel, en dat zij voor alle eeuwen God zouden bestrijden en Zijn Plannen en Werken zouden ondermijnen, en dat hij de aarde aan zijn heerschappij zou onderwerpen. Hij fluisterde de eerste vrouw, Eva, de ongehoorzaamheid jegens één van Gods voorschriften in, en zij verleidde op haar beurt haar man, Adam. Hierdoor bedreef het eerste mensenpaar de erfzonde. Dit betekent dat de gevolgen van deze overtreding zoals een erfenis overgedragen zou worden op alle zielen die na Adam en Eva op aarde zouden leven. Het heilig verbond met God was verbroken. Door een Goddelijke Wet heeft alles wat één ziel doet, een weerslag op de hele Schepping op aarde. Daarom zou op kracht van deze Goddelijke Wet elke mensenziel na Adam en Eva twee levensdoelstellingen moeten verwezenlijken:
1) zij zou door haar leven op aarde haar heiligheid (die de beide eerste zielen hadden gekregen) zelf opnieuw moeten verwerven;
2) zij zou bovendien door een leven van een bepaalde tijdsduur op aarde moeten bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plan, en over elke ziel zou na haar leven op aarde door God een oordeel worden uitgesproken volgens de mate waarin zij tot de verwezenlijking van dit Plan had bijgedragen of niet. Dit oordeel zou tevens beslissen over het eeuwig leven van de ziel.
Ziehier dus het doel van elk mensenleven op aarde: elke ziel is op aarde om bij te dragen tot de verwezenlijking van het grote Plan van God. Wat houdt dit Goddelijk Plan in? God wilde van meet af aan elke mensenziel na haar leven op aarde in een toestand van volkomen Heil (heiligheid), dit wil zeggen in een toestand van volkomen overeenstemming met Gods Wet en Gods Wil, dus van ongeschonden Goddelijke levenskracht, bij Hem in de Hemel opnemen. Daartoe zou elke ziel tijdens haar leven op aarde moeten leven in een toestand die de volkomen doorstroming van de Goddelijke Liefde en het Goddelijk Leven mogelijk maakt. Deze intentie noemen wij Gods Heilsplan. De verwezenlijking van dit Heilsplan zou betekenen dat God Zijn Rijk op aarde kon vestigen: de aarde zou hierdoor waarlijk deel uitmaken van het Rijk van de volmaakte Liefde, de volmaakte Vrede en de volmaakte Gelukzaligheid, zoals dit in de Hemel bestaat.
Door de erfzonde kon de mensenziel de heiligheid niet meer bereiken. God voorzegde de mens dat zijn leven op aarde zwaar zou worden. Hoewel de zielen deze beschikking tot op deze dag ervaren als een straf, verborg God in haar Zijn grootste Plan van Liefde: De mensenziel zou door een heilige omgang met al haar aardse lijden, beproevingen en lasten haar oorspronkelijke heiligheid terugwinnen en Gods Rijk op aarde helpen grondvesten. Ziedaar meteen de ware zin van het leven op aarde.
Zo zouden de zielen samen het Rijk Gods op aarde helpen grondvesten, en zich opnieuw volkomen met God verzoenen. Doch de satan had zijn eed van verwoesting niet vergeten, en zaaide in de harten een ware terreur van de meest uiteenlopende bekoringen. De mensenzielen werden talrijker, en de zonden namen dienovereenkomstig in aantal toe. Op grond van de erfzonde en van hun onvermogen om de Ware Liefde te laten stromen, verzwakte de kracht van het Goddelijk Leven in de zielen zozeer, dat de mens het vermogen verloor om Gods bestaan en werking in zijn hart waar te nemen en om de zin van zijn eigen leven op aarde te begrijpen. De Liefde werd steeds verder verontreinigd, en de zonde nam sneller en sneller toe, want elke zonde wordt pas begaan op een ogenblik waarop de Liefde tot God gebrekkig is.
Elke Goddelijke Beschikking blijft van kracht tot zij verwezenlijkt is. Reeds vóór de schepping van de mens beschikte de Schepper dat Zijn Zoon Jezus Christus op een zeker tijdstip van de heilsgeschiedenis Mens zou worden, om zich met de menselijke natuur te verenigen en de mensenziel totaal op te nemen in het Goddelijk Leven. Daartoe zou God een Vrouw scheppen, Maria, die Hij volkomen zou bevrijden van de gevolgen van de erfzonde, opdat Zij in staat van volmaakte heiligheid de Zoon van God in Haar vlees zou kunnen dragen. Maria, de Moeder van Gods Zoon, zou dus geboren worden als de Onbevlekte Ontvangenis.
Omdat de mensheid duidelijk niet op eigen kracht het grote Plan van God kon waarmaken, besloot God dat de Menswording van Zijn Zoon een heel specifiek doel zou dienen: Jezus Christus zou door een leven in volmaakte heiligheid en door prediking van Gods Wet de mensheid leren hoe zij zich opnieuw met God kon verzoenen. Bovendien zou Hij door de vlekkeloze opoffering van een ongeëvenaard Lijden in Lichaam, hart, geest en ziel de schuld van de hele mensheid jegens de Goddelijke Gerechtigheid in zo hoge mate afbetalen, dat een nieuwe basis van samenleven tussen God en zijn zielen kon ontstaan: het Nieuw en Altijddurend Verbond. Deze afbetaling van schulden jegens de Goddelijke Gerechtigheid wordt de Verlossing van de mensenzielen genoemd: door de overmaat van zonden en het onvermogen om deze zelf te herstellen, was de mensenziel na de erfzonde voor goed van God gescheiden. Door de tussenkomst van God in Jezus Christus als Verlosser werd de poort naar de Eeuwige Gelukzaligheid opnieuw ontgrendeld.
Het Nieuw Verbond maakte de toegang tot de Hemel opnieuw mogelijk. Voor God betekende het Nieuw Verbond een nieuwe weg naar de grondvesting van Zijn Rijk op aarde. De oorspronkelijke Wet gold nog steeds: de enige zin van elk mensenleven was nog steeds de bijdrage tot de verwezenlijking van dit grote Goddelijk Plan, EN de verwezenlijking van de eigen heiliging. Dit betekent meteen dat elke ziel de Verlossing in haar eigen leven moet waarmaken. God stelt een eis aan elke ziel: zij krijgt één leven op aarde, met een duur die slechts God bekend is en die door Gods Wijsheid wordt bepaald op grond van datgene wat de ziel overeenkomstig Gods Plan gedurende haar aardse leven moet volbrengen. Vóór het einde van haar levensduur op aarde moet de ziel de maximale vruchtbaarheid bereiken om het doel waartoe zij is geroepen (het specifieke werk dat zij binnen Gods Heilsplan moet voltooien), te bereiken. De ziel kan deze maximale vruchtbaarheid slechts bereiken door zich totaal te verenigen met Gods Wil en Gods Wetten. De weg is haar getoond door Gods Zoon Jezus Christus, en door de Helper die Jezus aan de zielen had beloofd: de Heilige Geest. De grote erfenis van een leven in volle vruchtbaarheid zou zijn: een hoge graad van Geluk reeds op aarde, en daarna de Eeuwige Gelukzaligheid.
Wat staat de ziel dus te doen om een waarlijk zinvol leven te leiden? Elke ziel moet hiertoe drie hoofdopgaven vervullen:
1. Zij moet haar ware roeping achterhalen, teneinde doelgericht te kunnen leven. Dit betekent dat zij zich moet bezinnen over de vraag: wat is mijn specifieke opdracht binnen het geheel van Gods Werken? Uw roeping heeft niets te maken met het beroep dat U in dit leven uitoefent, het is de taak die God U heeft gegeven om Uw bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van Zijn Plan. Uw ware roeping is door God in Uw hart gelegd. U kunt haar daar vinden op voorwaarde dat U in Uw leven God de voorrang geeft op al het andere. De ziel die aan de dingen der wereld gehecht blijft, zal door de waarneming van alles om haar heen verhinderd worden om in de kern van haar hart haar ware roeping te vinden. Om deze reden leiden vele zielen een leven dat in Gods ogen zo goed als nutteloos is: zij vinden nooit hun ware roeping binnen Gods grote Plan, en zwalpen door het leven als een schip dat op drift is geslagen, de haven van bestemming niet vindt, en dus zonder doel verderdrijft op een oceaan zonder enig aanknopingspunt. Zielen die zich voor Gods Werken willen inzetten, zijn wel eens geneigd om te zoeken naar gelegenheden om heldendaden te verrichten. Vergeet echter niet dat elke ziel in Gods ogen groot kan zijn door eenvoudig haar dagelijkse taken te verrichten in volle deugdzaamheid. De roeping van een ziel is niet steeds iets dat in het oog springt. Bedenkt dat ALLES, elke situatie, elke ontmoeting, een nieuwe taak is die God U geeft, en waarvan U het beste moet maken om de voltooiing van Zijn Plan dichterbij te brengen.
2. Zij moet haar talenten, gaven en vermogens maximaal benutten. Uw ziel moet de vermogens en eigenschappen die U in staat moeten stellen om Uw welbepaalde taak (roeping), binnen dit leven vorm te geven, in overeenstemming brengen met Gods verwachtingen, en moet deze vermogens en eigenschappen benutten tot verwezenlijking van het specifiek doel waartoe Uw ziel in de wereld gezonden is. Herinner U het Evangelie van de heer die zijn talenten (in de bijbelse betekenis: geld) toevertrouwde aan de drie knechten: twee ervan lieten de talenten renderen, de derde stopte ze in de grond. Wanneer U Uw talenten onbenut laat, stopt U ze als het ware in de grond: u vertrouwt ze toe aan de aarde (laat ze verontreinigen door wereldse invloeden. Het gevolg is, dat Uw leven in Gods ogen nutteloos wordt. De ziel moet haar talenten, haar gaven en vermogens gebruiken om Gods Werken te doen en het grote Heilsplan te helpen verwezenlijken.
3. Zij moet een heilig leven leiden. Een heilig leven is een leven dat Heil brengt over de eigen ziel en over andere zielen, en dat hierdoor Gods Heilsplan helpt vervullen. Het is een leven vanuit een ziel die de stroom van Gods Liefde maximaal in stand houdt. De weg van een heilig leven omvat in wezen vier grote opgaven:
(1)       De betrachting van alle deugden. De weg van de deugden is op ingeving van de Allerheiligste Maagd Maria uitvoerig uiteengezet in de geschriften: Lentebloesems aan de Levensboom-  MARIA DOMINA ANIMARUM Apostolaat: (zie onderrichtingen: boeken.)
http://www.maria-domina-animarum.net/

(2) Het vermijden van alles wat Gods Werken schaadt. Dit betekent in wezen dat van elke ziel wordt verwacht dat zij actief streeft naar eenheid met Gods Wil en Gods Wet in al haar doen en laten, en dat zij op actieve wijze deelneemt aan de strijd tegen alle duisternis. In de eerste plaats betekent het: alle zonde en ondeugd zoeken te vermijden, en zich oefenen in waakzaamheid tegen elke bekoring, en in het herkennen van eigen zwakheden, tekortkomingen, slechte gewoonten enz.
(3) Het maximale rendement halen uit alle lijden, beproevingen, lasten. De Wet van de Goddelijke Barmhartigheid heeft het zo beschikt dat de ziel haar schulden jegens God kan afbetalen door alle lijden van het leven in een lichaam. Voorwaarde daartoe is, dat de ziel alle lijden, lasten, beproevingen, ziekten en hartenpijnen van harte aanvaardt, met andere woorden: deze ondergaat zonder protest of verzet in het hart, zonder zich erover te beklagen, en zonder er misbruik van te maken naar andere schepselen toe (bijvoorbeeld door bewust medelijden op te wekken. Bovendien moeten alle beproevingen toegewijd (geofferd, opgedragen) worden. De krachtigste weg hiervoor is de totale toewijding van Uw hele wezen en Uw hele levensweg aan de Allerheiligste Maagd Maria. U stelt hierdoor Uw hele leven met alle tegenslagen en lijden in dienst van de Medeverlosseres, die van God de leiding over de voltooiing van de Verlossing en Gods Heilsplan heeft ontvangen.
(4) De betrachting van het Goddelijk Leven. Deze betrachting behoort tot de levenstaken van elke ziel, zoals de viering van de Heilige Eucharistie ons duidelijk maakt tijdens de Offerande, wanneer aan God wordt gezegd: “Gij deelt ons menszijn, en neemt ons op in Uw Goddelijk Leven”. De voltooiing (bekroning) van het ware heilige leven is het Goddelijk Leven. In feite is het Goddelijk Leven: steeds minder leven vanuit de zintuigen van het lichaam en steeds méér leven vanuit de zintuigen van de ziel: het “horen” van de stem van de Heilige Geest in Zijn onhoorbare ingevingen in de kern van het hart, en het leren doorschouwen van de ware essentie van alle gebeurtenissen in het leven, van alle omstandigheden, van alle medeschepselen, doorheen de oppervlakkige schijn tot diep in hun wezenskern. Het is het volledig uitstijgen boven de wereldse beleving, het veel verder leren zien dan wat de zintuigen over Uw werkelijkheid onthullen. Goddelijk Leven wordt helemaal gedragen door de Liefde, de zuiverheid en de volmaakte innerlijke Vrede. Wij zouden dit alles ook “bovennatuurlijk leven” kunnen noemen: leven met het hart zozeer in Gods Hart begraven, dat men ook tijdens het volbrengen van de dagelijkse werken in het hart voortdurend met Gods belangen, Zijn Werken en Plannen bezig is.
Dit laatste puntje brengt ons bij één van de meest absolute voorwaarden om Uw leven te leiden in heiligheid: het herkennen van het reuzegrote gevaar van de onwetendheid. Sedert de erfzonde hebben de zielen het vermogen verloren om Gods Aanwezigheid in hun leven waar te nemen en in de kern van hun hart met God verbonden te blijven. De zielen leven sedertdien grotendeels in onwetendheid. Dit komt niet omdat God hen niet onderricht:
- eerst onderrichtte God de zielen door de profeten;
- daarna zond Hij Zijn Zoon Jezus Christus in de wereld;
- Jezus beloofde Zijn jonge Kerk de Heilige Geest, die nederdaalde op Pinksteren;
- doorheen het Nieuw Verbond onderricht God de zielen door:
         * de Heilige Geest
         * de Allerheiligste Maagd Maria
         * de dagelijkse wenken van de Goddelijke Voorzienigheid
Maar: de zielen worden verblind door de schijnrealiteit die zij om zich heen waarnemen. Doorheen de eeuwen zijn de zielen voortdurend van God weggeleid, doordat:
- het denken (in wetenschap, filosofie, economie, politiek) volledig gebaseerd is op de dingen en belangen der wereld en het materiële leven in de wereld;
- het voelen van het Goddelijke in de harten onmogelijk wordt gemaakt. God, Zijn Werken, Zijn Plannen, Zijn Mysteries, Zijn Aanwezigheid en Zijn Liefde zijn niet met onze zintuigen waarneembaar en ook niet wetenschappelijk te bewijzen. Om deze reden wordt het Goddelijk Leven en alles wat erbij hoort, als onbestaande beschouwd, en het geloof erin als belachelijk en naïef bestempeld. God wordt uit Zijn Schepping verwijderd. De gevolgen stellen wij om ons heen vast: onvrede, gevoelens van ongelukkig-zijn, zinloosheid, doelloosheid.
Gods Licht wil de zielen brengen tot bewustwording, waakzaamheid ten aanzien van Gods Plannen en Werken, hun eigen positie en rol binnen deze Goddelijke Plannen en Werken, en de redenen van hun eigen ongeluk, ontevredenheid en onvruchtbaarheid op het spirituele vlak. Ik heb reeds vermeld dat de zielen niet meer dezelfde voeling hebben met God en Zijn Aanwezigheid als dit oorspronkelijk het geval was. De schuld hiervoor ligt bij de zonde, die de ziel van God verwijdert. Daarom kan de ziel slechts tot bewustwording komen wanneer zij inzicht verwerft in de strategieën van de satan.
De satan poogt alle zielen te strikken door eindeloze kettingen van bekoringen. Hij bestudeert elke ziel, leert haar specifieke noden en zwakke punten kennen, en stemt zijn werken van ondermijning daarop af. Zijn bedoeling is deze: elke ziel van God weg te leiden opdat zij geen positieve bijdrage meer zou kunnen leveren tot Gods Werken (de verwezenlijking van Gods Heilsplan), doch volop ingeschakeld kan worden in de verwoestingwerken van het kwaad.

BRON: Over de bloei van het onverwelkbare Geluk


Basisonderrichting van de Allerheiligste Maagd Maria aan de zielen –

door bewustwording naar het Ware Geluk

door  MARIA DOMINA ANIMARUM Apostolaat:( zie onderrichtingen: korte onderrichtingen)

http://www.maria-domina-animarum.net/

 

LEVEN IN HET LICHT

 




vrijdag 19 december 2014

HET ANGELUS-GEBED

        HET ANGELUS-GEBED: (overweging,de menswording van Christus)
De boodschap van de engel aan MARIA


In het angelusgebed overwegen we de menswording van God in Maria. Een passend gebed in voorbereiding op kerstdag en in de kersttijd,eveneens een mooie overweging voor het feest van Maria-Boodschap op 25 maart.

De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt.
En zij heeft ontvangen van de heilige Geest.
Wees gegroet, Maria vol van genade…

Toen de volheid van de tijden gekomen was en God zijn komst in de wereld bepaald had, bereidde Hij Maria voor als het meest uitverkoren schepsel waarin Hij negen maanden lang zou wonen, vanaf zijn menswording tot de geboorte in Bethlehem. In haar liet God het spoor van zijn macht en zijn liefde na.
Men begrijpt wel, dat de aartsengel Gabriël bij de begroeting van Maria zich vol achting en eerbied betoonde, want hij begreep hoe onmetelijk verheven de Maagd was en hoe innig zij met God verbonden was. De aanvangsgenade van Maria, die haar gereed maakte voor haar goddelijk moederschap, was verheven boven die van alle apostelen, martelaren, belijders en maagden tezamen, van hen die geleefd hadden en die nog zullen leven tot het einde der tijden, meer dan alle heilige mensen en alle engelen die vanaf de oorsprong van de wereld geschapen zijn. God bereidde een menselijk schepsel in overeenstemming met de waardigheid van zijn Zoon.
Wanneer wij zeggen, dat Maria een 'welhaast oneindige' waardigheid bezit, dan wil men daarmee aanduiden, dat zij het schepsel is dat de Allerheiligste Drie-eenheid het meest nabij is en een hoogst verheven, geheel eigen eer en majesteit geniet. Zij is de eerstgeboren Dochter van de Vader, de uitverkorene.
Zing daarom voor de onbevlekte Maagd: Wees gegroet Maria, Dochter van God de Vader; Wees gegroet Maria, Moeder van God de Zoon; Wees gegroet Maria, Bruid van God de Heilige Geest. God alleen is groter dan u!
Terecht bekleden we Maria met lofwaardige titels in de litanie van Loreto, zoals: Moeder van de goddelijke Genade; Allerreinste Moeder; Maagdelijke Moeder; Onbevlekte Moeder; Allerreinste Moeder; Moeder van de Schepper; Spiegel van gerechtigheid; Oorzaak van onze blijdschap; Heerlijk vat van godsvrucht; Mystieke roos; Gouden huis; Ark van het verbond; Deur van de hemel; Morgenster; Hulp van de christenen; Koningin van de profeten; Koningin van de apostelen; Koningin van alle heiligen; Koningin in de hemel opgenomen; Koningin van de heilige rozenkrans, …

Zie, de dienstmaagd des Heren;
Mij geschiede naar Uw woord.
Wees gegroet, Maria...

Maria schenkt Haar ONVOORWAARDELIJKE jawoord aan God, laten wij ook handelen naar het voorbeeld van Maria. Ons handelen t.o.v. God altijd onvoorwaardelijk laten geschieden! De uitnodiging die God aan ons richt ook vreugdevol en jubelend verwelkomen, zoals Maria het uitjubelde in Haar Magnificat:
Van vreugde juicht mijn geest om God mijn redder: daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd.”(lucas 1:46-48)

Maria leert ons, dat wij altijd open moeten staan voor God in een volledige overgave aan de oproep die ieder van de Heer ontvangt. De grootheid van een leven is om aan het einde daarvan te kunnen zeggen: Heer, ik heb altijd getracht uw wil te vervullen, ik heb hier op aarde geen ander doel gehad.





En het Woord is vlees geworden;
En Het heeft onder ons gewoond.
Wees gegroet, Maria...

Vanaf het ogenblik waarop Maria haar instemming verleende, nam het Woord Gods, de Tweede Persoon(Jezus) van de Allerheiligste Drie-eenheid, het vlees aan in haar allerzuiverste schoot. En dit is het meest wonderlijke en verbazingwekkende dat ooit geschied is vanaf de schepping van de wereld. En het geschiedt in een klein, onbekend dorp, in het binnenste van Maria. De Maagd begreep haar roeping, Gods plannen met haar.
God werd mens in de schoot van Maria.Jezus, het mensgeworden WOORD van God:
Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeboren Zoon van de Vader, vol van genade en waarheid.” (Johannes 1:14)
 Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.” (Johannes 1:5)




Bid voor ons, heilige Moeder Gods,Opdat wij de beloften van Christus waardig worden.

Hier vragen we aan Maria die vol van Gods genade is, om voor ons te bidden, opdat we de genade zouden ontvangen om een leven te leiden als waarachtige christenen, naar het voorbeeld van Jezus, om de belofte te verkrijgen als ons leven eindigt:”Het eeuwige leven.”

Slot:
Laten wij bidden.
Wij bidden U, o Heer, stort uw genade in onze harten,
opdat wij, die door de boodschap van de Engel
de menswording van Christus, uw Zoon gekend hebben,
door zijn lijden en kruis gebracht worden
tot de glorie van de verrijzenis.
Door dezelfde Christus, onze Heer.
Amen.

 “Want er is een Kind geboren: we hebben een Koningszoon gekregen. Hij zal als Koning heersen. Hij wordt Wijze Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader en Vredekoning genoemd.  Hij zal voor eeuwig regeren en in zijn koninkrijk zal het eeuwig vrede zijn. Hij zal eerlijk en rechtvaardig over het koninkrijk van koning David regeren, voor eeuwig.” (Jesaja9: 5-6)