WEES WAAKZAAM:
Over de slavernij van de zonde
“Houd uw lamp brandend, zorg dat uw innerlijke licht niet verduisterd raakt!” |
Gods Schepping is voortdurend verwikkeld in een strijd tussen goed en
kwaad. Het kwaad is afkomstig van de gevallen engelen (engelen die in
opstand zijn gekomen tegen God, en daarom uit de Hemel verstoten zijn; vanaf
dat ogenblik zijn zij “duivels” genoemd. De duivels hebben een eed gezworen dat
zij de mens, die bedoeld was als evenbeeld van God, ten
val zouden brengen door hem te verleiden tot allerlei zonden. Zonde is alles wat de mens wegleidt
van God door Zijn Wet van Liefde te overtreden.
De mens is heel gevoelig voor de verleiding doordat hij God, en
ook de ware behoeften van zijn eigen ziel, niet kan zien terwijl hij de wereldse
dingen wel ziet. Hierdoor legt hij gemakkelijk voor al zijn handelingen,
gedachten en verlangens alle klemtoon op het
wereldse. Precies het wereldse vormt echter het terrein
dat door de duivels wordt bespeeld om bij de mens de indruk te wekken dat God
een niet-bestaande fictie is. Deze misleiding geeft onophoudelijk voedsel
aan de bekoringen, en zet de mens ertoe aan om te geloven dat de
gedragsregels van de christelijke Leer een uitvinding zijn die geen enkele
bestaansreden hebben. Om
die reden menen steeds méér mensen dat zelfs de zonde niet eens bestaat.
Met andere woorden: vele mensen hebben geen zondebesef meer. Zij
kunnen geen onderscheid meer maken tussen goed en kwaad.
In de moderne samenleving wordt bovendien de
indruk gewekt dat alles toegelaten moet worden, want dat de mens
een vrij wezen is. De “vrijheid” zoals de misleide mens deze
ziet, is echter op zichzelf de grootste misleiding van alle, want
de ware vrijheid is heiligheid, die de mens losmaakt van alle
negatieve invloeden. De “vrijheid” waarop in de moderne samenleving de klemtoon
wordt gelegd, is in werkelijkheid de meest verborgen en daardoor de
meest gevaarlijke vorm van slavernij die men zich kan
indenken: de slavernij jegens de duivel, die door de
misleidbaarheid van de mens de macht heeft gekregen om de mens op de meest
uiteenlopende listige wijzen te misbruiken voor de
verwezenlijking van zijn boosaardige doelstellingen,
namelijk de vernietiging van de heiligheid van het
mensdom.
Inderdaad, de krachten van het kwaad sporen onophoudelijk de mens
ertoe aan, zodanig te leven dat hij door zijn daden, woorden en bestrevingen
zichzelf vernietigt. De duivel maakt gretig gebruik van het feit dat de mens de
enige Waarheid van God niet met zijn wereldse ogen kan zien, en legt de mens
allerlei waangedachten in de geest, die hem steeds verder van God
verwijderen. De slavernij van de mens jegens de duivel is dus te
vergelijken met een mens die door iemand gedwongen wordt om zijn eigen graf te
graven en dan in de zelf gegraven kuil te gaan liggen alvorens doodgeschoten te
worden.
Tijdens het graven van zijn eigen graf (de dood van de ziel, en
dus de eeuwige verdoeming!) blijft de opdrachtgever doorgaan, de graver in te
fluisteren welk zalig gevoel het toch is, de volmaakte vrijheid te bezitten
om alles te doen wat zijn hart begeert, want dat de zonde toch niet
bestaat, ja zelfs niets anders is dan een leugen waarmee de Kerk druk wil
uitoefenen op de arme onwetende ziel. Met een tong van honing
kust de duivel de geesten, en zodra zij de honing proeven, begint de
vergiftiging van hun ziel in een afschuwelijke bitterheid.
Deze walgelijk bittere nasmaak komt tot uiting in de wroeging, indien de
ziel nog in staat is om de genade in zich op te nemen die de Heilige Geest
onvermoeibaar over hen laat stromen. Wroeging is een openbaring van het Hemels
Licht in de dwalende ziel. Indien deze openbaring niet meer de weg naar het
hart vindt (bewustwording van de Waarheid!), zal de bitterheid aan de
dag treden door een voor de ziel onbegrijpelijke innerlijke strijd die de
gedaante aanneemt van gevoelens van onvrede, aanhoudende droefgeestigheid,
agressiviteit, walging over zichzelf, tot en met voortdurende godslastering,
want God krijgt de schuld van alles wat in het leven niet meer naar
wens verloopt.
Door dit alles wordt het hart van steeds méér mensen verziekt
door dezelfde geest van opstandigheid die de volgelingen van
Lucifer van engelen tot duivels heeft gemaakt. De mensheid, die door God
bedoeld was als de kroon op de Schepping, benadert steeds méér de
gedragscode van de duivels zelf, en wordt tot aanstoot
voor Gods Gerechtigheid.
De Schepping blijft slechts gezond wanneer zij volkomen leeft
volgens de Wet van God (dus de eeuwige Waarheid.) Alles wat
hiervan afwijkt of deze Wet overtreedt (de zonde!) verstoort de Schepping.
De mens heeft in zijn ziel oorspronkelijk een systeem ingebouwd gekregen dat
hem moest dienen tot gids en Licht naar zijn
uiteindelijke bestemming: de Eeuwige Gelukzaligheid na een leven in heiligheid.
Dit systeem is het geweten.
Precies dit geweten wordt door de krachten van het kwaad dag na dag verder verdoofd,
tot het gewoon levenloos wordt en afsterft. Dit is het begin van
ongeremde zondigheid. De enige weg terug naar het ware Leven in God, is
deze van veelvuldig en intens gebed (dat de communicatiekanalen met God opnieuw zuivert), gebruikmaking
van de Sacramenten (eerst Biecht, daarna regelmatige Communie), toewijding
van uw hele leven aan de Heilige Maagd Maria, en de vaste wil om
uw eigen zwakheden te leren herkennen en bestrijden.
Bedenk, mens van God: In de hoogmoed die sedert de erfzonde zozeer
je gedrag richting geeft, is het je zo eigen, je boven al je medeschepselen te
willen verheffen en voor niets ter wereld te willen onderdoen, doch in je
verblinding word je dag na dag op de knieën gedwongen en in boeien geslagen
door je grootste, doch onzichtbare vijand die luistert naar de
namen “zonde, bekoring, verleiding, misleiding, dwaling”. Je wilt over
alles heersen, doch bent ten prooi aan de meest vernederende vorm van slavernij: slaaf te zijn van jezelf, want
zowel de overwinning als de ondergang schuilen in jezelf. De
ondergang is het graf dat je graaft door je gehoorzaamheid aan de
influisteringen van de satan. De overwinning is de glorie die je
verwerft door de vrijheid van een volkomen gehoorzaamheid aan
de Goddelijke Wil door de uiteindelijke overwinning op je eigen
zwakheden door te luisteren naar de ene Waarheid van God, die je de wetten van de ziel wil leren kennen en volgen vanaf je
geboorte tot het uur waarop je wordt geroepen tot het Eeuwig Leven.
BRON:
onderrichtingen Maria Domina Animarum Apostolaat: (zie onderrichtingen: Stormschriften)
“De wijze en de dwaze maagden.” (Zie Matteüs 25: 1 – 13) |