donderdag 17 november 2016

NOVEENGEBED TOT MARIA VAN DE WONDERDADIGE MEDAILLE

Noveengebed tot O.L.Vrouw van de 'Wonderdadige' Medaille: van 19 tot en met 27 november:

"O.L.V.. van de wonderdadige medaille"


Onbevlekte Maagd Maria, Moeder van Jezus Christus en ook onze Moeder, wij hebben het grootste vertrouwen in uw voorspraak.
U kunt van uw Goddelijke Zoon, onze Verlosser, alles verkrijgen wat goed voor ons is. Wij danken u, dat u ons daaraan herinnert door de medaille, waarop onze verlossing is afgebeeld. 
Gij zijt niet alleen onze Middelares voor tijdelijke gunsten, maar vooral wilt Gij voor ons geestelijke gaven verwerven, zoals een levend geloof, een onwrikbaar vertrouwen en een vurige liefde tot God en een edelmoedige liefde tot onze naasten. 
Lieve Moeder Maria, wil mij de genade verkrijgen, waarom ik u nederig vraag om..... (uw intentie)
Dank, dat Gij uw speciale bijstand en bescherming beloofd hebt aan allen die deze medaille dragen en met vertrouwen dat mooie gebed bidden: "O Maria, zonder zonden ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot u nemen."Amen.


27 november feest van O.L.V. van de wonderbare medaille.

"O MARIA ZONDER ZONDEN ONTVANGEN, BID VOOR ONS DIE ONZE TOEVLUCHT TOT U NEMEN."

http://jezusmariagroep.blogspot.be/2015/11/wonderdadige-medaille.html

zondag 13 november 2016

EN HET WOORD IS VLEES GEWORDEN


EN HET WOORD IS VLEES GEWORDEN...

Waarom is Jezus Mens geworden? Over het Verlossingsmysterie


"het woord is vlees geworden"


God had de mens volkomen heilig geschapen. Reeds de eerste mensen (Adam en Eva) in het Aards Paradijs bezondigden zich echter aan hoogmoed en ongehoorzaamheid jegens hun Schepper. Hierdoor werd de zonde geboren. Dit wordt de zondeval genoemd: de mensenziel verloor haar volmaakte heiligheid, en deze vlek werd als een besmetting van geslacht op geslacht overgedragen. Daarom spreken wij van de erfzonde. Hierdoor werd de mens de toegang tot de Hemel (het Eeuwig Leven in gelukzaligheid van de ziel die “heengaat” in staat van genade) ontzegd.
Via de profeten van het Oud Testament beloofde God aan de mensheid de Verlossing: een onvoorstelbare daad van uitboeting waardoor God zich opnieuw met de mensheid zou kunnen verzoenen, en de Hemel opnieuw geopend zou worden. Als groot symbool voor deze verzoening tussen God en de mens zond God Zijn eigen Goddelijke Zoon, Jezus Christus, in de wereld. Jezus moest echter de Verlossing niet als God voltrekken, doch als mens, omdat de verzoening slechts mogelijk was door een vergoedend menselijk lijden in een menselijk lichaam. Wij moeten dit zien als een compensatie voor het grote onrecht dat Gods goedheid en Liefde hebben moeten lijden door de ontelbare en onvoorstelbare zonden. Lijden is onaangenaam op het wereldse vlak, maar is een bron van zeer grote verdiensten op het bovennatuurlijke vlak.
God had Zijn Zoon onmiddellijk als volwassen mens kunnen laten verschijnen, doch om het offer volkomen te maken, liet Hij Hem alle fasen van het menszijn doorlopen: Jezus moest geboren worden als hulpeloos kind, uit een vrouw. Geen enkele vrouw zou echter waardig geweest zijn om Gods Zoon te dragen, want elke mens droeg de erfzonde... behalve Maria, die als enige door God bevoorrecht was met een volmaakt heilige ziel, zonder de erfzonde. Dit wordt de Onbevlekte Ontvangenis genoemd. Door de Onbevlekte Ontvangenis van Maria had God de verzoening met de mensheid door de komst van Zijn Zoon in de wereld ingeluid: Maria werd als eerste bevrijd van de smet van de erfzonde. Zij was de volmaakt heilige, de mens zoals God deze had bedoeld: volkomen zuiver, en vrij van elke zondige neiging.
Vóór de zondeval was er geen lijden, geen ziekte, geen pijn. Door de erfzonde werd het menselijk lichaam tot instrument van uitboeting voor de zonden van het hele mensdom. In Gods ogen vormen alle mensen van alle tijden één geheel. Precies daardoor is het mogelijk dat een mens door eigen lijden in lichaam, geest of gevoelens de zonden van andere mensen uitboet. Hierin schuilt de verklaring waarom Jezus de Verlossing van de hele mensheid op zich kon nemen.
Reeds aan de profeten van het Oud Testament werd de komst van de Messias aangekondigd. De Messias, ook de Christus genaamd, was de Gezalfde van God, die de mensheid het eeuwig Heil zou brengen. De Messias was Gods eigen Zoon. De belofte van de komst van de Messias op aarde werd gedaan aan Gods “uitverkoren volk”, de joden van Israël. De joden wisten dus dat de Christus uit hun eigen volk zou opstaan. De Messias kwam inderdaad: Jezus Christus, geboren uit een zeer heilige tak van het geslacht van koning David. Doch zeer velen herkenden Hem niet als de lang verwachte Verlosser. Zij zagen in Jezus van Nazareth een nieuwe profeet, maar niets méér. Sommige verlichte zielen herkenden Jezus wèl als de Messias, en zo werd Israël verdeeld tussen twee partijen: enerzijds zij die Jezus herkenden als de Christus, de Messias (zij werden de eerste christenen), en anderzijds zij die weigerden, Hem als de Messias te herkennen. Deze laatsten bleven joden. Ook heden ten dage zijn de joden nog steeds in afwachting van de “Messias”, want zij nemen niet aan dat de ene ware Messias, de enige Christus, reeds gekomen is met Jezus van Nazareth.
 Want er is een Kind geboren: we hebben een Koningszoon gekregen. Hij zal als Koning heersen. Hij wordt Wijze Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader en Vredekoning genoemd.  Hij zal voor eeuwig regeren en in zijn koninkrijk zal het eeuwig vrede zijn. Hij zal eerlijk en rechtvaardig over het koninkrijk van koning David regeren, voor eeuwig.” (Jesaja 9: 5-6)


De verstarde joden die in Jezus niet de Messias wilden zien, zagen in Hem een bedreiging: voor hen was Hij iemand die het jodendom, de oude overlevering van God Zelf aan het “uitverkoren volk”, kwam verstoren. De meest hardnekkigen onder hen, de Farizeeën en de schriftgeleerden, waren van oordeel dat Jezus, de “profeet uit Nazareth”, uit de weg geruimd moest worden. In hun ogen was Hij een godslasteraar, die zo verwaand was dat Hij Gods Wet durfde vernieuwen, en die zichzelf “op godslasterlijke wijze” de Christus, de Messias, de Zoon van God noemde. De vervolging begon, en nam steeds ergere vormen aan, tot Jezus uiteindelijk gevangen genomen werd. De profeten van het Oud Testament hadden aangekondigd dat de Messias zou lijden en sterven tot Heil en Verlossing van Zijn volk. Deze profetie  is in vervulling gegaan: Jezus werd op de avond van Witte Donderdag, na een vreselijk lijden in Hart en ziel, in de Hof van Gethsemani gevangen genomen en stierf op Goede Vrijdag op Golgotha (de Calvarieberg) op het Kruis, na een onvoorstelbaar lijden.
Onder het Kruis stond Zijn Moeder Maria, in een onmetelijk lijden van Hart en ziel. Zij werd hier onze Medeverlosseres. Tijdens die uren vanaf Gethsemani tot Calvarie boette Jezus door onbeschrijflijke pijnen en totale uitputting de zonden uit van elke mensenziel die gelooft dat Hij de Verlosser is en die werkelijk in het eeuwig Heil, het Eeuwig Leven, gelooft en ernaar verlangt. Jezus heeft de Hemel geopend. Om werkelijk de Hemel binnen te gaan, moet de mens slechts Liefde en dankbaarheid betonen aan Jezus, de Verlosser, en aan Maria, de Medeverlosseres, en moet hij zich bereid tonen om zijn eigen lijden te aanvaarden om de uitboeting van de zonden, die door Jezus is begonnen, voort te zetten tot Heil van de hele mensheid.
Naast de schepping zelf, is de Menswording van Jezus het grootste geschenk van Liefde dat God de mensheid ooit heeft bereid. Als antwoord op de eerste menselijke zonde, deze van de hoogmoed, kwam Gods Zoon Zichzelf op aarde vernederen door een leven te leiden als mens, ten prooi aan de zwaarste ontberingen, liefdeloosheid, lijden en een verschrikkelijke dood, als losprijs voor de mensenzielen van alle eeuwen. Hij trok de Goddelijke Gerechtigheid over Zich om de Eeuwige Zaligheid in het vooruitzicht te stellen aan elke ziel die gelooft dat Hij mens is geworden om haar te verlossen uit de slavernij van het kwaad dat haar voor eeuwig van de volmaakte Hemelse Liefde wil verwijderen.
BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat (zie onderrichtingen: Stormschriften)


 Ja, het woord is vlees geworden! Hij is onder ons zijn tent komen opslaan en we hebben zijn heerlijkheid gezien, de heerlijkheid die Hij als eniggeboren Zoon aan de Vader ontleende, vervuld als Hij was van genade en waarheid.” 
(Joh.1: 14)





vrijdag 11 november 2016

OPBOUW VAN DE ZIELENTEMPELS


MARIA BOUWT DE ZIELENTEMPELS:

"Maria, De Meesteres van de zielen bouwt de zielentempels."




MARIA Onderricht: (17 mei 2006):
“Maria, De Meesteres van de zielen bouwt tempels opnieuw op nadat Zij de oude muren heeft afgebroken. Dit is één van de grootste uitingen van Mijn herscheppende macht. De zielentempels waarin de Meesteres van de zielen waarlijk leeft en heerst, kunnen nooit rechtop blijven indien zij opgebouwd zouden worden met de oude stenen van menselijk, werelds denken, voelen en verlangen. Bij Mijn intrede in een zielentempel begin Ik alles af te breken wat niet in overeenstemming is met Mijn Plannen, en trek Ik tezelfdertijd nieuwe muren op die bestaan uit stenen van Hemelse makelij: Zij zijn opgebouwd uit onvergankelijke Liefde, onaantastbaar voor de invloeden der wereld op voorwaarde dat de ziel Mijn heerschappij totaal en onvoorwaardelijk aanvaardt.
In de mate waarin Mijn heerschappij in de tempel groeit, en Ik er langer op de troon kan zetelen, wordt de lucht er dieper doordrongen van Mijn heilige, zoetgeurende adem, die de stenen steviger en steviger maakt. De geur van Mijn adem schrikt de slangen van de bekoringen en de insecten van de dwaling en misleiding af, zodat de hele tempel waarlijk een Hemels paleis wordt.
Drie dingen zijn nodig om de tempelmuren, werk van Mijn handen, sterk te houden en ze te doen schitteren tot getuigenis tegen de duisternis:
1.                    1.het Sacrament van de Biecht, waardoor de muren gereinigd worden van alle stof en van alle invretende invloeden vanuit de wereld.
2.                    2.het Sacrament van de Heilige Communie, dat de muren sterk houdt door rechtstreeks Goddelijke kracht.
3.                    3.de totale overgave aan Mij, de Meesteres van de zielen, waardoor de muren bekleed blijven met prachtige gordijnen die bestaan uit het heiligste Licht uit Mijn Hart, dat alle duisternis afschrikt.
“Wanneer Ik een zielentempel betreed, ga Ik na in welke mate de ziel bereid is om zich aan Mijn heerschappij te onderwerpen. De ziel wordt niet in de wereld gezonden voor het nalopen van wereldse genietingen, comfort en gemak, doch om er haar bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Hiertoe moet de ziel leren wat deze Plannen en Werken inhouden, door zich open te stellen voor de Heilige Geest en naar Zijn inwerking te verlangen. Vervolgens moet zij zich inspannen om haar bijdrage te leveren, volgens haar vermogens, talenten en roeping. Niemand kan haar hierbij beter leiden dan Ik. Daartoe is het noodzakelijk dat de ziel Mij aanvaardt als haar Meesteres.
De ziel kan slechts één Meesteres hebben: Maria, de door God voorbestemde Meesteres van de zielen, Vertegenwoordigster van God Zelf. Zodra Ik in de tempel op de troon wordt toegelaten, wil Ik er de alleenheerschappij: Mijn Wil wordt er de enige wet, de wetten van het werelds gedrag en het werelds denken worden nietig verklaard, Mijn macht wordt er de enige regering. De ziel moet zichzelf wegcijferen, voor Mij neerknielen en zich volkomen aan Mij onderwerpen. Waar Mijn Wil wet is, heerst de ware Hemelse Liefde. Zodra de ziel aan Mijn voeten ligt, begin Ik het echte werk in haar: Ik richt haar tempel opnieuw in, volgens Mijn verlangens en noden. De muren tussen de vele kamers breek Ik één vóór één af, zodat de hele tempel doordrongen wordt van dezelfde lucht: Het parfum van Mijn Liefde, zuiverheid en heiligheid. Ik richt deze tempel zodanig in dat hij geen enkel privé-vertrek meer herbergt waarin de ziel zich onder invloed van bekoringen zou kunnen terugtrekken in een poging om zich aan Mijn toezicht en meesterschap te onttrekken.
Het enige privé-vertrek dat Ik er soms toesta, is het bruidsvertrek dat Ikzelf er kan inrichten indien Ik de ziel wil roepen tot een zeer intieme relatie met Mij omdat zij Mij in een dergelijke relatie het beste kan dienen. Dit bruidsvertrek behoort dan niet de ziel toe, doch Mij alleen, want het is het vertrek waar Mijn macht zich het sterkst laat voelen. Om deze reden zijn de zeldzame zielen die door Mij geroepen worden tot de mystieke bruiloft, zo totaal en zo streng aan Mijn macht onderworpen dat zij bij uitstek Mijn slaven zijn. Zij leven niet meer zelf, Ik zet in hen Mijn leven verder in de meest absolute zin van het woord.
In de tempel waarin Ik heers, is alles van Mij, en in elk hoekje van de tempel wordt de ziel beheerst door de uitwerkingen van Mijn macht. Het Rijk van de Meesteres van de zielen is geen dictatuur: het is een Rijk van volmaakt geluk en volmaakte vrede. De ziel wordt niet door Mij op de knieën gedwongen, zij legt zichzelf voor Mijn voeten neer zodra zij heeft gevoeld en begrepen wat Mijn meesterschap in haar teweegbrengt. Zalig de ziel die Mij smeekt om de zoete kettingen van de slavernij jegens Mij, de Meesteres van de zielen".
BRON: uit de Onderrichtingen van het MARIA DOMINA ANIMARUM APOSTOLAAT: (zie openbaringen mei 2006)

"Zalig de ziel die Mij smeekt om de zoete kettingen van de slavernij jegens Mij, de Meesteres van de zielen".




donderdag 3 november 2016

LUISTEREN

LUISTEREN:

"LUISTEREN naar God en doen wat Hij zegt!"


Zijn wij nog bereid om te luisteren naar de stem van God? Om zodoende onze levenswandel te laten lopen in de richting die God wil…Luisteren naar God (en ernaar handelen)kunnen prachtige gevolgen hebben:
 De grote profeet Jesaja schreef:
“Al zijn je zonden rood als scharlaken,
ze worden wit als sneeuw,
al zijn ze rood als purper,
ze worden wit als wol.
Als je weer naar Mij wilt luisteren,
Zal het beste deel van het land
Je ten deel vallen.” (Jesaja 1:18,19)
Wat een belofte: Wie bereid is om terug te luisteren (en te handelen) naar het woord van God, zal het beste deel te beurt vallen!

In matteus 17 zien we bij de gedaanteverandering van Jezus op de berg van Tabor:
 Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar Hij met hen alleen was.  Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante. Zijn gezicht ging stralen als de zon en zijn kleren werden wit als licht.  Opeens verschenen hun Mozes en Elia, in gesprek met Hem.  Petrus zei daarop tegen Jezus: ‘Heer, het is maar goed dat wij hier zijn. Als U wilt, zal ik hier drie hutten maken, voor U een en voor Mozes een en voor Elia een.’ Hij was nog niet uitgesproken of daar kwam een lichtende wolk die hen overdekte, en opeens klonk er een stem uit die wolk: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind. Luister naar Hem.” 

God spreekt hier vanuit een wolk en bevestigd hierbij dat Jezus zijn geliefde zoon is in wie Hij vreugde vindt… Hij vraagt ons ook om naar Hem te luisteren!
Laten we luisteren naar Jezus, Hij die de weg, de waarheid en het leven is, en dan zal het beste deel ons terug ten deel vallen!
“Jezus predikt tot een menigte luisteraars. Behoren ook wij tot hen die bereid zijn om te luisteren naar Zijn Woord?”


In La Salette zegt Maria ons:
 ALS ZE ZICH ZULLEN BEKEREN DAN ZULLEN DE STENEN EN ROTSEN VERANDEREN IN GRAANHOPEN EN DE AARDAPELEN ZULLEN GEZAAID LIGGEN OP DE AKKERS.”
Zich bekeren= zich naar God toe keren= luisteren en handelen naar wat God zegt en vraagt, als de mens dit terug gaat doen, dan zullen prachtige dingen geschieden!

Luisteren:

Jezus zei: 'Gelukkig zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.'(Lucas 11: 28)
“Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen.”(Jakobus1: 22)
“Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil.” 
(1 Johannes 5: 14)
“Geliefde broeders en zusters, onthoudt dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden.” (Jakobus 1:19)



“Luisteren naar Gods woord, en groeien in vertrouwelijke omgang met God.”