maandag 27 augustus 2018

HET RIJK VAN DE HOOP



UITNODIGING TOT HET RIJK VAN DE HOOP:



“HET RIJK VAN DE HOOP.”





 

God heeft Zijn Schepping bedoeld als een afspiegeling van het Rijk der Hemelen. Dit is wat wij verstaan onder 'Gods Rijk op aarde'. Zo was de Schepping ook aanvankelijk: Alle schepselen leefden onderling in volmaakte harmonie, Vrede en Liefde, tot het eerste mensenpaar de erfzonde bedreef. De erfzonde betekende een voorlopig einde van Gods Rijk op aarde. Voorlopig, inderdaad, dank zij Gods Besluit om Jezus Christus in de wereld te zenden om de wederopbouw van Gods Rijk op aarde in te luiden door de mensenzielen de weg te tonen naar de ontsluiting van een nieuwe staat van genade voor de hele Schepping. Jezus, de Messias en Zoon van God, leefde de mensenzielen de grondvesting van Gods Rijk op aarde voor: de definitieve ontkrachting van alle duisternis door uiterste beleving van de ware, onvoorwaardelijke en onzelfzuchtige Liefde en liefdevolle aanvaarding van alle kruisen van het leven.
De volgelingen van Christus dragen een grote verantwoordelijkheid in Gods Schepping: Van hen wordt verwacht dat zij de hartsgesteldheden van Jezus Christus in hun eigen leven vrijwillig, spontaan, volhardend en van harte toepassen. Concreet betekent dit een strikte beleving van alle deugden. De koningin van de deugden – of zoals de Meesteres van alle zielen het steeds weer noemt: de stam van de boom der deugden – is de Liefde: Elke deugd (verdraagzaamheid, zachtmoedigheid, blijmoedigheid, voorkomendheid, zorgzaamheid, geduld, eerlijkheid, eerbied, vriendelijkheid, matigheid, mildheid, enz...) is een tak aan deze boom, want elke deugd ontspruit uiteindelijk aan de Ware Liefde.
De wereld is zeer ver van Gods ideaal van een Schepping in volmaakte harmonie  tussen alle schepselen afgedwaald. Oorlogen, uitbuiting, terrorisme, foltering en mishandeling van mensen en dieren, bedrog, ongebreideld materialisme... De mensenziel verloochent op grote schaal het Goddelijk zaad, dat is bedoeld om haar van nature te programmeren voor het voortbrengen van vruchten van Ware Liefde. Een ziel in de gesteldheid van Ware Liefde leeft vanuit de gedrevenheid en het alles beheersend verlangen dat het alle medeschepselen (mensen en dieren), die zij op haar levensweg ontmoet, in alle opzichten goed moge gaan. Zij is bereid tot verloochening van haar eigen behoeften en verlangens om in de eerste plaats de noden van haar medeschepselen te helpen bevredigen. Zij heeft begrepen dat de mens niet op de wereld is voor zichzelf, doch om Gods Plan voor de hele Schepping, namelijk de wedergeboorte van Gods Rijk op aarde, te helpen verwezenlijken. God heeft daartoe nood aan zielen die volkomen leven vanuit de gesteldheden die Jezus Christus ons heeft voorgeleefd:
·                                 Ware, onvoorwaardelijke, zelfverloochenende Liefde jegens God en alle medeschepselen;
·                                 protestloze aanvaarding van alle beproevingen en kruisen van het leven, want deze bezitten een unieke kracht van Verlossing en van ontkrachting van de macht van de duisternis, en
·                                 Een diep gewortelde beleving van de ware hoop: Een waar kind van God is doordrongen van de stille zekerheid dat alle duisternis op Gods Tijd totaal overwonnen zal worden, want God heeft de eindoverwinning van het Licht op de duisternis, van de Liefde op alle haat en onenigheid, van de Vrede op alle onvrede, van de volmaakte harmonie op alle ellende beloofd. De ware hoop is de gesteldheid waarin de ziel spontaan leeft alsof alle duisternis reeds overwonnen is en in Gods werkelijkheid (voor de mens voorlopig nog onzichtbaar) Gods Rijk op aarde reeds achter de horizont wacht om op te rijzen zoals de morgenzon na de donkere nacht.
Onze wereld is ten prooi aan diepe duisternis, doordat steeds méér mensenzielen toegeven aan steeds méér bekoringen tot handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en bestrevingen die tegen de Liefde indruisen en slechts de zelfzucht zoeken te bevredigen. Vele zielen leven alsof zij slechts voor zichzelf op aarde zijn, en willen absoluut het leven leiden dat zij zich hebben voorgenomen, zelfs ten koste van hun medeschepselen en van Gods Plan met de Schepping. Dit wordt pas mogelijk doordat de ziel  zichzelf en de eigen belangen belangrijker vindt dan haar medeschepselen en hun belangen, doch hierdoor uit het oog verliest dat alle zelfzucht en egocentrisme de harmonie van het samenleven met de medeschepselen in de weg staat. Steeds méér zielen leven daarom vanuit een gesteldheid van materialisme: Zij willen te allen prijze hun eigen behoeften bevredigd weten, zelfs ten koste van het welzijn van hun medeschepselen. Hierdoor stellen velen geen belang meer in het welzijn van de mensen en dieren die hun levensweg kruisen.
De zonde neemt toe zoals een vloedgolf, en overspoelt de hartsgesteldheid van talloze zielen. Deze vloedgolf dreigt ook alle hoop op de grondvesting van Gods Rijk van volmaakte Liefde en harmonie volkomen te verzwelgen. De gebeurtenissen en toestanden in de wereld van vandaag lijken de pessimisten en doemdenkers gelijk te geven. Dit is een zeer gevaarlijke houding, die de wortels van de macht van de satan over de zielen zeer snel dikker en sterker maakt, want deze houding stuurt naar de satan toe het signaal dat de ziel gelooft in zijn 'almacht', en niet meer gelooft in een God van Liefde die het laatste woord heeft.
Daarom richt de Koningin des Hemels nu met de grootste klem en dringendheid op tot deze uitnodiging tot het Rijk van de hoop.
De Moeder Gods herinnert er de christenen van deze tijd met nadruk aan, dat thans de tijd is gekomen om zich ernstig te bezinnen over:
·                                 Hun levensroeping in dienst van Gods Rijk: Elke ziel wordt slechts in de wereld gezonden als een werktuig om Gods Rijk te helpen grondvesten;
·                                 hun verantwoordelijkheid voor het welzijn van de hele Schepping (want als christenen hebben wij de genade gekregen, de Christus als God van Liefde te leren kennen, en te leren hoe het Heil in de Schepping definitief en onuitroeibaar wortel kan schieten), en
·                                 De mate waarin elke houding van defaitisme (berusting in de toestand van duisternis waarin de huidige wereld is verzonken.)
·                                  
De Meesteres van alle zielen roept de christenen op om, in navolging van Haar Goddelijke Zoon, zonder enig uitstel een tegengewicht tegen de werken der duisternis in deze wereld te vormen. Wees geen stem van duisternis en ontmoediging, doch een stem van Licht en hoop. Overtuig elkaar van de Waarheid van Gods Woord: Zijn Rijk op aarde komt, doch het kan slechts komen door ons aller actieve medewerking. God wacht op ieder van ons, want Zijn Rijk op aarde kan slechts worden gevestigd door een klinkende overwinning van de Liefde op alles wat niet Liefde is. Het christendom is gebaseerd op het geloof in één God die schept, verlost en heiligt door, met en voor de Ware Liefde, en van de christenen wordt verwacht dat zij hun leven leiden vanuit de onwankelbare overtuiging dat zij slechts op de wereld zijn om Gods Plan van Heil voor de hele Schepping te helpen verwezenlijken. God werkt via mensenzielen, en wil Zijn Plan slechts via mensenzielen voltooien. De christenen kunnen dit slechts waar maken door de strikte beleving van het basisprincipe van het christendom: Jezus Christus heeft door Zijn Lijden, Dood en Verrijzenis de Verlossing van de mensenzielen uit de greep van de duisternis ontsloten, doch elke individuele mensenziel moet deze Verlossing in zich voltooien door haar actieve beleving van de ware, onvoorwaardelijke, zelfverloochenende Liefde en de liefdevolle aanvaarding en toewijding van alle beproevingen en kruisen van haar levensweg, zodat deze actief door God kunnen worden omgezet in genaden van Verlossing tot wedergeboorte van Zijn Rijk op aarde.

BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat

(Zie: Maria nodigt uit: Stormklokjes: stormklokje n°3)



“De Koningin des Hemels richt nu met de grootste klem en dringendheid op tot deze uitnodiging tot het Rijk van de hoop.”






zondag 19 augustus 2018

MEMO VAN DE HEILIGHEID


MEMO VAN DE HEILIGHEID:

  


Door wie is uw heiliging mogelijk gemaakt?
Door Jezus Christus, Zoon van God
Hoe?
Door Zijn Lijden en Kruisdood
Wie voltrekt uw heiliging?
De Heilige Geest
Hoe?
·                                 Via de Sacramenten.
·                                 Via de leiding door de Heilige Maagd Maria voor een deugdzaam leven.
·                                 Door de bezieling en onophoudelijke ingevingen vanwege de Heilige Geest.
Welke inbreng wordt van u verwacht voor uw heiliging?
·                                 Uw vurig verlangen naar de heiligheid en volmaaktheid.
·                                 Uw vurige Liefde tot God en uw naasten.
·                                 Uw geloof in Jezus Christus en Zijn Verlossingswerk.
·                                 Uw overgave en toewijding aan Maria.
·                                 Uw openheid voor de ingevingen van de Heilige Geest.
Waarom heiliging?
Op het niveau van Gods Heilsplan is het zo beschikt dat het Verlossingsmysterie (het Lijden en de Kruisdood van Jezus) voltooid zou worden door het Heiligingmysterie (de nederdaling van de Heilige Geest op Pinksteren. )Op het niveau van de individuele ziel heeft God hetzelfde beschikt: De ziel moet de vrucht van de Verlossing tot rijping laten komen door heiliging op grond van een leven in deugdzaamheid. Ook in de ziel moet de Heilige Geest voltooien wat door Jezus Christus mogelijk is gemaakt.

"Heiligheid is volkomen gezondheid van de ziel.
Het is in die mate deel hebben aan Gods kracht, Wijsheid en Liefde dat Hemelse schoonheid uit de ziel over haar omgeving stroomt.
Het is de vruchtbaarheid van de druif die tot wijn wordt onder de stralen van Gods Geest, om de bodem te drenken van zielen die dorsten naar de Bron van Verlossing. Het is het vermogen om zich één te voelen met Gods Plan in de beschouwing van een bloeiende bloem, in de waarneming van de geur van een korenveld, in de streling door een straal van de avondzon.
Het is volkomen leven in de diepten van je eigen hart, met de blik op de Hemel gevestigd, alsof je ziel alleen op de wereld was, en het bestaan van de medemens nog slechts bemerken voor zover hij hulp nodig heeft en door God wordt geleid naar de tuin van je hart om er te drinken uit de Bron die Gods Geest er voor jou heeft ontsloten om Zijn dorstigen te laven.
Het is leven in voortdurende zelfopoffering, en sterven van Liefde onder de zoete klank van de namen van Maria en Jezus.

BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat
(Zie onderrichtingen: Lentebloesems aan de levensboom.)

“Jezus Christus en Zijn Verlossingswerk.”





woensdag 15 augustus 2018

BELIJDENIS VAN NAVOLGING VAN CHRISTUS



BELIJDENIS VAN NAVOLGING VAN CHRISTUS VIA MARIA





Ik ben bereid, God, Uw wil te doen,
de weg te gaan die Gij mij wijst,
zonder terughoudendheid.”


Lieve Moeder Maria, Moeder van Jezus en Hulp der christenen,
God heeft Zijn Zoon in de wereld gezonden opdat elke ziel die Gods Wet oprecht zou liefhebben en door haar hele leven op aarde Zijn Wet van de Ware Liefde zou vervullen, Eeuwig Leven zou hebben en op kracht van haar Verlossing een werktuig zou worden voor de grondvesting van Gods Rijk van Liefde en Vrede op aarde.
Door Zijn Lijden, Zijn Kruisdood en Zijn Verrijzenis heeft Jezus ook voor mij de bron ontsloten, waaruit ik een leven lang kan putten om elke bekoring te overwinnen en steeds méér een spiegel van de Eeuwige Liefde te zijn.
Ter verheerlijking van Zijn Werken van Verlossing en Liefde belijd ik mijn voornemen, in al mijn doen en laten en in al mijn innerlijke gesteldheden de Christus na te volgen. Wil daarom de volgende woorden van de Messias voorgoed in mijn hart branden als het programma voor mijn leven, opdat ik mijn leven moge leiden vanuit Zijn Hart:

 

1."Niet van brood alleen leeft de mens, maar van alles wat uit de mond van God komt.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, niet het stoffelijke tot middelpunt van mijn leven te maken, doch mijn hart helemaal te openen voor Gods leiding en Voorzienigheid, opdat ik kan leven voor de vervulling van Zijn Werken.
2."De Heer uw God zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen.”In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, niet slaaf van de duisternis te zijn door in te gaan op wereldse bekoringen, doch mij in alles ten dienste te stellen van de Werken van Licht en Liefde die God ook door mij wil vervullen.
3."Gij zult de Heer uw God niet op de proef stellen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, mij geen vragen te stellen over Gods werkingen, doch er blind op te vertrouwen dat God in elke gebeurtenis van mijn leven een sleutel tot de voltooiing van mijn ware levensdoel verbergt, waarmee Hij mijn Eeuwige Gelukzaligheid beoogt.
4."Als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk Gods zeker niet binnengaan.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, mijn hart door onschuldige, spontane Liefde te zuiveren van elke besmetting door werelds denken en voelen.
5."Ga, en zondig voortaan niet meer.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, voortaan elke zonde en elke ondeugd te vermijden, want ik wil niet langer de duisternis helpen om schade toe te brengen aan Gods Schepping en het Licht van Gods Werken te doven.
6."Wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, veeleer datgene na te streven wat mijn leven vruchtbaar maakt voor God dan datgene wat mijn eigen wereldse verlangens zou bevredigen, want dit leven is slechts een voorbereiding die het Ware Leven na mijn heengaan bepaalt.
7."Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, nooit rechter te zijn over enig medeschepsel, want elk leven is slechts een zaak tussen het schepsel zelf en God, en mijn rol bestaat slechts hierin, Licht, warmte en Ware Vrede in dat leven te helpen brengen.
8."Wees waakzaam, want gij kent dag noch uur.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, elk ogenblik van elke dag en nacht zo te leven, dat ik klaar ben om in ware zuiverheid en met een rijke oogst aan vruchten van Liefde mijn Schepper te ontmoeten voor het oordeel over mijn leven.
9."Beoefen uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, Licht, Vrede, Liefde en warmte over de Schepping te helpen brengen zonder de bedoeling dat mijn medemens mij als weldoener zou herkennen.
10."Zelfs als zij dodelijk vergif drinken, zal het hen geen kwaad doen". In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, het Goddelijk Leven van Liefde en geloof in mijn hele wezen zo sterk te helpen maken dat het vergif van wereldse invloeden mijn ziel niet van haar zuiverheid en haar kracht voor Gods Werken kan beroven.
11."Laat de doden hun doden begraven". In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, mij los te maken uit de macht van wereldse doelstellingen, belangen en drijfveren, opdat al mijn doen en laten waarlijk Leven in de Schepping moge helpen brengen.
12."Ga weg, satan, terug! Want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, mij in alles te laten leiden door Gods bedoelingen, en de situaties van mijn leven niet te beoordelen zoals de wereld deze beschouwt.
13."Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, menselijke wijsheid en kennis niet tot richtlijn van mijn leven te laten worden, doch in alles de Wijsheid van God Zelf te zoeken en Zijn Wet te volgen als een volle maan in de nacht.
14."Wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, geen enkel duister gevoel of verlangen in mijn hart te laten woekeren, want een onzuiver hart is de bron van alle zonde en bederf in de ziel.
15."Mij haat de wereld, omdat Ik van haar getuig dat haar werken slecht zijn.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, steeds te streven naar de moed en de zelfverloochening om slechts te leven volgens Gods Wet, ook wanneer de wereld dit niet begrijpt of mij daarom veracht.
16. "Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij rijke vruchten draagt.”In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, God niet slechts te verheerlijken met woorden, doch met een waarlijk heilig leven, want elk woord dat ik God aanbied doch niet naleef, is de overtreding van een verbond dat ik in woorden met Hem heb gesloten.
17."Geen groter Liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, zo volmaakt te worden in de zelfverloochening dat mijn hele leven moge worden tot een schat waaruit zielen het verlangen kunnen putten om zich af te wenden van hun zelfzucht.
18."Gaat iemand 's nachts, dan stoot hij zich, omdat het licht niet in hem is.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, geen duistere gesteldheden vast te houden, die aanleiding geven tot overtredingen van Gods Wet en de macht van de duisternis over deze wereld vergroten.
19. "Nu zal de vorst dezer wereld worden buitengeworpen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, de moeilijkheden van mijn leven bewust op te dragen voor de overwinning op mijn eigen innerlijke duisternis en op alle duisternis die de wereld in mij tracht binnen te brengen.
20. "Lazarus, kom naar buiten.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, het graf te verlaten dat ik door wereldse gehechtheden, gewoonten, herinneringen en werelds denken voor mijzelf heb bereid, en naar het zonlicht van het Ware Leven met God te gaan.
21."Ween niet over Mij, maar over uzelf en uw kinderen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, mij steeds méér bewust te worden van het feit dat ook mijn eigen innerlijke duisternis bijdraagt tot de ellende waaraan de wereld en mijn medeschepselen ten prooi zijn.
22."Wie Mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, de kruisen van mijn leven vruchtbaar te maken door hen via uw handen aan God op te dragen, opdat zij mogen bijdragen tot de bevrijding van de wereld uit de greep van het kwaad, want elke ziel is geroepen om medeverlosser met Jezus te zijn.
23."Vrede zij met u.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, de ware innerlijke Vrede te vinden door het vast geloof dat alles in mijn leven een diepe zin heeft, die Gods Heilsplan zal helpen vervullen in de mate waarin ik aanvaard dat God mij voor mijn eigen welzijn niet alles kan geven dat ik verlang.
24."Ging het dan uw krachten te boven, één uur met Mij te waken?" In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, nauwgezet te waken over de zuiverheid van mijn ziel en de vruchtbaarheid van al mijn gesteldheden en mijn hele doen en laten voor God, opdat ik niet moge inslapen voor de dreigingen der vele bekoringen en misleidingen.
25."Heb elkaar lief zoals Ik u heb liefgehad.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, al mijn medeschepselen tot het uiterste lief te hebben, opdat de handtekening die de Christus op mijn ziel heeft gedrukt, uit mij moge stralen als een zon die zielentuinen tot bloei helpt komen.
26."Niet mijn wil geschiede, maar de uwe.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, mijn eigen verlangens volledig ondergeschikt te maken aan Gods Wil, die de Bron is van alle Leven, Verlossing, heiliging, genezing, Liefde en Vrede.
27."Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, door vergevingsgezindheid en zin voor verzoening alle kwaadwilligheid in mijn medemens te helpen breken en hem tot bekering te helpen brengen.
28. "Vandaag nog zult gij met Mij in het Paradijs zijn.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, door diepe rouwmoedigheid over elke liefdeloosheid en elke fout van mijn leven Gods Liefde te verheerlijken, Wiens Barmhartigheid mij slechts het Paradijs kan ontsluiten volgens de mate van mijn oprecht inzicht en mijn oprechte Liefde.
29."Vrouw, ziedaar uw zoon. Zoon, ziedaar uw Moeder.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, Jezus' Nalatenschap ten volle te eren door mij totaal aan u toe te wijden en dit heilig verbond waarlijk te beleven in elk detail van mijn leven.
30."Ik heb dorst.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, zo te leven dat mijn voorbeeld en mijn Liefde mogen zijn zoals water dat het vuur van bekoringen in medezielen blust, opdat zij waarlijk dorst mogen krijgen naar een leven in Ware Liefde tot God en tot alle schepselen.
31."Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, uitboeting te brengen voor elk moment waarin ik in een medeschepsel het gevoel heb gewekt of versterkt, dat God niet bestaat, of ik in een medeschepsel het gevoel heb vergroot dat het eenzaam, verlaten en niet geliefd was.
32. "Het is volbracht.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, zo te leven dat ik op Gods Tijd kan heengaan met het gevoel dat ik alles waartoe ik dit leven had gekregen, zo goed mogelijk en met de grootst mogelijke Liefde heb volbracht.
33."Vader, in uw Handen beveel Ik Mijn Geest.” In overgave aan u belijd ik mijn voornemen, nu, op dit ogenblik, mijn hele levensweg in verleden, heden en toekomst via uw Hart aan God te geven, opdat de waarde ervan volledig ontsloten en door u bevrucht moge worden, en God erover moge beschikken voor Zijn Werken, want van Hem ben ik uitgegaan, en in Zijn Hart ligt mijn eindbestemming.
O Maria, Gids op mijn aardse reis, aan u geef ik mij nu totaal, opdat ik in u restloos met de Weg, de Waarheid en het Leven, de uit u geboren Christus, moge versmelten. Voor deze genade wil ik leven en sterven, in de naam van de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest Amen.


BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat

(Zie startpagina: updates: De Zeven Zaden voor het Rijk Gods)

http://www.maria-domina-animarum.net/



“KOM, VOLG MIJ.”




 

 

 



 



maandag 13 augustus 2018

MARIA TROOSTERES VAN DE BEDROEFDEN

 MARIA TROOSTERES VAN DE BEDROEFDEN:



(gedachtenis: Zaterdag na het Feest van de Heilige Augustinus )


Het past volkomen binnen Maria’s opdracht ten gunste van de zielen, dat Zij Diegene zou zijn, die zielen troost schenkt. Zij is de Moeder der moeders, onder wier hoede Jezus Zelf alle mensenzielen heeft gesteld. De mensenziel is op grond van de erfzonde in elk opzicht heel verzwakt en kwetsbaar. Om deze reden zal elke ziel in de loop van haar aardse leven onvermijdelijk geregeld droefheid ervaren. Droefheid ervaart de ziel niet slechts bij bepaalde wereldse verliezen, deze gevoelsgesteldheid kan eveneens optreden – al is het niet steeds bewust – wanneer de ziel over zichzelf, respectievelijk over datgene, wat zij als ziel is, niet tevreden is. Deze laatstgenoemde vorm van droefheid zou men een “stil wenen van het geweten” kunnen noemen.
Om het even of het gemoed door levensinvloeden van buitenaf, als wel door innerlijke morele of spirituele processen betrekt, de Moeder Gods is er heel speciaal toe uitgerust om troost te brengen, daar het er hierbij om gaat, Licht te brengen waar de duisternis bezig was, wortel te schieten. Licht brengen, betekent: de ziel ontsluiten voor nieuwe inzichten in de Waarheid. Een ziel die beseft dat haar verdriet en haar beproevingen in haar leven een plaats moeten hebben, omdat deze precies haar persoonlijke bijdrage tot de verwezenlijking van Gods Heilsplan vormen en de vruchtbaarheid van haar leven wordt bepaald door de mate waarin zij Christus navolgt, laat zich door haar lijden niet langdurig deprimeren: Zij beseft, dat de duisternis pas het laatste woord heeft wanneer de ziel niet echt in de macht en de uiteindelijke overwinning van het Licht gelooft.
De Hemelse Koningin is ertoe geroepen, zielen die zich onbeperkt aan Haar weggeven, innerlijk zo om te vormen, dat in deze zielen gemakkelijker de gesteldheden post vatten, die deze ziel vruchtbaarder maken, dit wil zeggen: die de ziel gemakkelijker tot gedragswijzen brengen, die de verwezenlijking van haar spirituele levensroeping bevorderen. Een ziel die zo is ingesteld, dat zij de opdrachten, waartoe zij in dit leven ter bevordering van Gods Werken is geroepen, precies zo kan en wil vervullen, zoals God dit van haar verwacht, zal een vrede van hart ontwikkelen, die haar als het ware “immuun maakt” tegen langdurige depressiviteit. Precies daar voltrekt zich het grote wonder, dat de Troosteres van de bedroefden in zovele zielen volbrengt nadat deze hun leven vastberaden in Haar dienst hebben gesteld.
De Troosteres van de bedroefden is niet zomaar een moeder, die haar kind in elk uur van nood in haar armen sluit, Zij is tevens de Meesteres, die in Haar dienaar of dienares de zielenbodem zo omvormt, dat de bloemen van de vreugde, van de innerlijke Vrede en de ware hoop er in een zodanige mate in opschieten, dat het onkruid van duistere stemmingen niet gemakkelijk meer de tuin van het gemoedsleven overwoekert.
Ware heiliging is een kwestie van innerlijke reiniging, voortdurende innerlijke omvorming en sterking tegen elke ontwikkeling en elk proces in de ziel, die de vruchtbaarheid van het leven in dienst van Gods Werken negatief beïnvloeden. De begeleiding van deze omvorming is de essentie van de voornaamste opdracht van de Meesteres van alle zielen. Als Troosteres van de bedroefden tracht de Koningin des Hemels zielen zo uit te rusten, dat zij steeds beter opgewassen zijn tegen de voortdurende aanvallen van het kwaad, dat, zoals bekend, de harten tracht te ondermijnen door zijn duistere gevoelens in hen wortel te laten schieten. Een bedroefde ziel is immers een ziel, wier slagkracht spoedig vermindert, zodat zij gemakkelijker ten prooi valt aan zijn listen en niet langer zijn werken dwarsboomt door het Licht en de warmte van haar blijmoedigheid en haar hoop.
Laten wij vandaag vol vertrouwen ons hart neerleggen aan de voeten van de Troosteres van de bedroefden, opdat Zij ons moge reinigen van elk spoor van ontmoediging en van morele uitputting, en wij elke hoek van ons hart, die om welke reden dan ook sedert langere tijd is verduisterd, opnieuw mogen laten strelen door de zonnestralen van het vertrouwen, de bemoediging en de overtuiging dat God ons graag gelukkig ziet. Een tuin, boven dewelke zelden een wolk haar water uitstort, wordt onvruchtbaar. Zo ook moeten er soms tranen zijn, opdat het hart niet zou verharden.
Onze Hemelse Moeder wacht erop om dit wonder vandaag aan ieder van ons te voltrekken, opdat wij ons opnieuw over Gods Werkzaamheid in ons leven mogen kunnen verheugen. Deze Werkzaamheid kan zich immers onder de meest uiteenlopende gedaanten vertonen, en niet elke van deze gedaanten worden door de ziel meteen als geschenk herkend. Het is Maria’s vurigste verlangen, elk hart zodanig te beheersen, dat dit in zijn tranen niet zou verdrinken, doch door hen tot een nieuwe vruchtbaarheid zou kunnen komen.

BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat:
(Zie onderrichtingen: sluier van goud)


“De Moeder Gods is er heel speciaal toe uitgerust om
 troost te brengen.”













vrijdag 3 augustus 2018

JEZUS CHRISTUS BRON VAN LEVEND WATER




JEZUS CHRISTUS BRON VAN LEVEND WATER:

 
"Drinkt aan de stroom en eet uit de boomgaard van Gods Genaden.”

De ziel in staat van ongenade is als een mens die bijna sterft van dorst. De genade is als het verfrissend water dat opnieuw tot leven wekt; Uw eigen wil is als het drinken ervan. Zolang u niet drinkt, baat het u niet dat het water aan uw voeten voorbij stroomt. Dit alles beantwoordt reeds grotendeels de vraag, waarom een mens onder lasten gebukt gaat. Het ontbreekt u nooit aan middelen om het ware Leven van uw ziel in stand te houden: U hebt daartoe de uitrusting ontvangen (het leven zelf, en alle vermogens van ziel, geest, hart en lichaam om het met vrucht te leiden), alsook de handleiding, de gebruiksaanwijzing (de ware Leer van God in de Woorden van Christus en de woorden van de Heilige Geest die spreekt door Zijn heiligen.) Hoe beperkt ook uw vermogens als mens, hoe groot ook uw zwakheden, en hoe drukkend ook uw levensomstandigheden, uw ziel zal niet 'onder lasten gebukt gaan' zolang zij op God gericht leeft, omdat zij dan voortdurend drinkt aan de stroom en eet uit de boomgaard van Gods Genaden, die uw leven 'leefbaar' maken.
God heeft uw ziel geschapen en haar in een stoffelijk lichaam in de wereld gezonden voor een leven dat beperkt is van duur. Hij heeft u de beschikking gegeven over vele hulpbronnen, en voor deze welke Hij op een gegeven ogenblik in uw leven (nog) niet voor u ontsloten heeft, wijst Hij u de weg om de sleutel te vinden die ze voor u kan openen. Genade is niet alleen wat u krijgt, Genade is ook alles wat u de weg wijst om het te bekomen. De eerste vorm van genade is louter gave of geschenk, de tweede vorm is de schatkist van de verdienste, die uiteindelijk uw gezellin zal zijn wanneer u na dit leven door de Goddelijke Gerechtigheid geoordeeld wordt. Aan genaden ontbreekt het nooit. De mens die beweert dat hij niet de genaden ontvangt om van zijn leven het beste te maken, heeft Gods Liefde niet herkend noch begrepen. De enige maatstaf waarmee u kunt meten of u het beste van uw leven maakt, is de weg die u bewandelt om de Eeuwige Gelukzaligheid te verdienen, de wijze waarop u deze weg bewandelt, en de ingesteldheid van uw hart tijdens deze reis. Waaraan het wél kan ontbreken (en dit is bij heel veel zielen het geval) is de wil om uit de stroom der Genaden te putten. Het is door deze inspanning dat u de genaden voor u tot nut maakt. Elke inspanning waardoor u een genade in uw ziel poogt in te bouwen (anders gezegd: Elke inspanning waardoor u daadwerkelijk uit de stroom der Genaden drinkt) is het resultaat van een op-God-gericht-leven. Dit kan in vele gradaties. Vele zielen wenden zich nooit tot God, andere doen dit af en toe, nog andere stellen God in alles centraal. Zij die zich nooit tot God wenden, leiden een leven dat totaal op de wereld gericht is, en zij stellen gewoonlijk zichzelf, hun eigen persoon en noden, tot middelpunt van al hun handelen, denken, voelen, willen en streven. Zij die zich af en toe tot God wenden, zijn de zoekenden, die er in zekere mate rekening mee houden dat God bestaat, doch wier hart nog dermate in de wereld geworteld zit dat zij Hem slechts beschouwen als één van vele bronnen van geluk, verlichting en bevrediging. Het ontbreekt hen zowel aan inzicht als aan Liefde om God te zien voor wat Hij werkelijk is: de enige Bron van alle Leven en Geluk. Zij die zich in alles tot God wenden, leiden een leven dat volkomen en totaal op God gericht is. Deze levenshouding bereikt haar volmaaktheid in de totale, onvoorwaardelijke en eeuwigdurende toewijding, die haar grootste diepgang en haar meest volkomen begeleiding en bescherming vindt in de totale toewijding aan de Heilige Maagd.
Het volkomen op God gericht leven, is de weg naar ware bevrijding, innerlijke rust, de weg langs dewelke God en Zijn Genade binnenkomen. Het Evangelie verhaalt hoe de apostelen kort na de Verrijzenis bij elkaar waren in het cenakel te Jeruzalem, en hoe Jezus binnenkwam hoewel de deuren gesloten waren. Beschouw dit beeld en wat hier mede achter schuilgaat. De apostelen hadden alle deuren gesloten uit vrees voor de joden. U zou het zo kunnen zien dat de joden hier symbool staan voor alles wat werelds is. Elke ziel in het land van Israël, die zich na de verkondiging van Jezus’ Leer en Zijn Dood en Verrijzenis niet tot de nieuw geopenbaarde, enige Waarheid van God, het christendom, had bekeerd, bleef jood. 'De joden' kunt u hier dus beschouwen als symbool voor alles wat niet op God gericht is. In feite hadden de apostelen zich dus afgesloten voor alles wat werelds was. Zie bovendien hoe Jezus alle wereldse barricades (de gesloten deuren) doorbreekt om binnen te treden: God treedt binnen in de harten die voor Hem ontvankelijk zijn en zich totaal voor de wereld hebben afgesloten. Pas dit gebeuren toe op uw eigen leven, en bedenk dat Gods Genade alles kan doordringen (Hij kan zonder enige moeilijkheid elk ogenblik uw hart betreden), maar Hij zal dit des te eerder doen wanneer u vrijwillig alles buitensluit wat werelds is, en met hart en ziel naar Zijn Aanwezigheid verlangt (zoals dit bij de apostelen na de Verrijzenis het geval was.) God wacht op een teken van uw vrije wil om de sloten van uw hart te openen. God kan binnen in een huis dat vergrendeld is (Hij doet dit in talloze Heilige Communies, want zonder tal zijn zij die de Heilige Communie ontvangen met een lauw of totaal onverschillig hart, dat dus niet werkelijk geopend is voor Zijn Komst), maar Hij doet het niet ten volle zolang er geen manifeste wil blijkt om Hem binnen te laten.
Op God gericht leven, kunt u dus in een beeld beschouwen als leven in een huis dat u zorgvuldig afgrendelt voor alle invloeden van de wereld (u ondergaat ze onvermijdelijk, maar de hoeveelheid invloeden die u bereiken, kunt u tot op zekere hoogte zelf bepalen, en vooral de mate waarin deze invloeden uw hart werkelijk raken), maar dat u tegelijkertijd openstelt voor God door werkelijk naar Zijn tegenwoordigheid te verlangen. Hoe merkt God het verschil, aangezien toch uw deuren vergrendeld zijn? Uw openheid, uw verlangen naar Hem, blijkt uit het Licht dat doorheen de kieren van uw deuren en ramen naar buiten toe straalt. Dit Licht wordt ontwikkeld door de Liefde. Een vergrendeld huis dat bovendien inwendig verduisterd is, is een hart waarin geen Ware Liefde leeft. Zijn vergrendeling houdt de wereld niet buiten, want de wereld leeft en broedt reeds volop binnen zijn muren.

De voorkeuren van de ziel (haar keuze voor God ofwel voor de wereld en zichzelf), en de daaruit voortvloeiende gesteldheid van hart (rust en vrede, of onrust en onvrede) bepalen de mate van geluk, blijmoedigheid en ontspanning waarmee u uw levensweg ten einde gaat. Zij zijn eveneens medebepalend voor uw gesteldheid in het uur van uw dood. In het stervensuur heeft de ziel de neiging om op een koortsachtige wijze te trachten om klaar te komen met datgene wat haar tijdens haar leven op aarde het meest heeft beziggehouden. Indien dat vooral wereldse gedachten, bestrevingen en belangstellingen zijn geweest, zal de ziel er in het stervensuur moeilijk in slagen om daarvan los te komen en de vlucht naar de niet-stoffelijke eeuwigheid te beginnen. Deze strijd is wat de doodsstrijd wordt genoemd: de onrust van de ziel die niet met zichzelf en met God in het reine is omdat zij zich niet van de wereld kan losmaken. Dit is de toestand van de louter spirituele strijd van de ziel.

De grote opdracht van uw leven op aarde bestaat in het vinden van de weg naar de heiligheid, en de volharding in het voltooien van die weg. In Gods ogen is een leven dat niet uitmondt in heiligheid voor de ziel in wezen als een verloren leven, dat weliswaar een rol zal hebben gespeeld binnen Zijn Heilsplan, doch niet datgene heeft verwezenlijkt waartoe de ziel geroepen was. De weg naar de heiligheid is de weg van de bevrijding van uw ziel. U kunt deze slechts bereiken door volkomen op God gericht te leven. De grootste verdienste is echter deze, dat u op uw beurt ook wordt tot een sleutel die de boeien van andere zielen losmaakt.

BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat
(Zie onderrichtingen: Stormschriften II: deel 83)



De Geest en de bruid zeggen: "Kom!" En laat iedereen die het hoort, zeggen: "Kom!" Iedereen die dorst heeft, mag komen. Iedereen die wil, mag komen drinken van het water dat levend maakt. Je hoeft er niets voor te betalen.”
(Openbaring 22:17)




woensdag 1 augustus 2018

HET FEEST VAN MARIA


HET FEEST VAN MARIA:


 Leven als toegewijde beschouwd als uitnodiging op het feest van Maria  (Mariatoewijding)
Wanneer Maria u roept voor een leven in Haar dienst, nodigt Zij u in wezen uit voor een feestTotale toewijding aan Maria is een onovertroffen Genade, en daarom een feest voor uw ziel. Van u wordt verwacht dat u naar het feest gaat met het geschenk van uzelf: U geeft uzelf, uw hele wezen, uw hele leven en alles wat met uw wezen en leven in verband staat, aan de Gastvrouw als eeuwigdurend geschenk. Van u wordt ook verwacht dat u Maria’s vreugde niet vergalt door een verkeerde ingesteldheid, onverschilligheid, wereldse gedachten en gevoelens. Zij is één en al Liefde, blijmoedigheid, zachtmoedigheid, rust, goedheid, zuiverheid, tederheid, lieftalligheid, bevalligheid, vrede, vrijgevigheid, voorkomendheid...: Alle deugden zijn in Haar aanwezig en uitgerijpt tot hun absolute volmaaktheid. U kunt dus Haar feest bederven in de mate waarin u Haar benadert met een hart waarin onvrede heerst, evenals allerlei gesteldheden die niet bij de Hare passen.
Naast Haar ontelbare volmaakte kwaliteiten is deze Gastvrouw ook oneindig machtig: Zij is de absolute Meesteres van het huis waarin u bent uitgenodigd. Let wel: Dit huis is uw eigen ziel, want Maria heeft uw huis betreden, en neemt het op grond van uw toewijding in bezit. Zij wordt dus als het ware Huisbazin en Gastvrouw in uw eigen huis. Zij kan het u dus net zo aangenaam maken als Zij Zelf wil: Zij alleen beslist welk voedsel en welke drank u krijgt, wanneer u deze krijgt en hoeveel u ervan krijgt (de genaden, waarover Maria alle macht bezit), wat Zij u wil vertellen (de lessen en onderrichtingen die Maria in uw hart uitstort), wanneer en in welke mate Zij u wil wassen (de zuivering of reiniging waaraan Maria u op gestelde tijdstippen onderwerpt.) Het feit dat Maria uw huis in bezit krijgt, is voor Haar een feest, want het stelt Haar in de gelegenheid om u met Haar eigen vreugde te vervullen en u door Haar handelingen (voedsel, onderricht, reiniging...) helemaal voor Zich te winnen, opdat ook andere zielen zouden verlangen om Haar hun huis in bezit te geven. Naarmate Zij Eigenares wordt van méér en méér huizen, en daar de zielen aan Zich bindt door Haar inwijdingsfeesten, wordt Zij Meesteres van het hele Rijk en kan Zij Haar grote wonderwerken uitbreiden. Van u wordt verwacht dat u Haar daarbij helpt.

BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat
(Zie: Mariatoewijding: De tempel van Maria: hoofdstuk 2)
“Maria bezit alle macht over de genaden, die ze u kan schenken…”