De Opdracht van Jezus in de Tempel:
(Maria Lichtmis)
De diepe betekenis van Lichtmis — het feest van 2 februari:
MARIA - LICHTMIS |
Op 5 februari 2008 verkondigde Maria als "Meesteres van alle zielen" dat op Lichtmis in de Hemel de overwinning van het Licht op de
duisternis wordt gevierd. Maria is de Leidster
in de strijd van het Licht tegen de duisternis. De Hemelse Koningin wijst erop dat deze dag een ware kwelling is
voor de krachten der duisternis. Hoe moeten wij dit verstaan?
Maria wordt ook de Moeder van het Licht genoemd. Het Licht is Jezus Christus, die als de Messias,
de Verlosser der zielen, in de wereld werd gezonden als Belichaming van Gods
Waarheid, van Gods Werken en Plannen en van het Goddelijk Leven. Zo kunnen
wij zeggen dat Maria Gods Licht in Zich kreeg ingestort toen
de Heilige Geest Haar overschaduwde en Zij aldus uitsluitend
door Goddelijke tussenkomst zwanger werd van Jezus. Zij baarde Gods
Licht in de kerstnacht, en in navolging van het voorschrift van de
Joodse wet ging Zij naar de Tempel te Jeruzalem om Hem (de Belichaming van het
Licht) op de veertigste dag na de geboorte aan de Eeuwige Vader op te dragen.
De Christus komt voor het eerst in Zijn Tempel (= onder Zijn volk.)
De Mensgeworden Godheid wordt aan God opgedragen. In deze toewijding
van de Christus door Maria, is het alsof Maria, de Brug tussen Hemel en
aarde, tussen God en de zielen, als Vertegenwoordigster van
alle zielen van alle tijden het Goddelijk Licht, alle Werken en Plannen
van God en de kiem van het Verlossingsmysterie aan God toewijdt,
opdat de vruchtbaarheid ervan voor eeuwig voltooid moge worden. God
schenkt immers de volmaaktheid, die echter haar uitwerking, haar vrucht moet
voortbrengen door zich met de vrijwillige toewijding van zielen te verenigen.
Zo gaan Maria en Jozef naar de Tempel om Jezus, en in Hem alle
zielen die zich doorheen alle eeuwen zullen openstellen voor de
Verlossing, aan God op te dragen. Deze toewijding wordt tot een tijdloze
mijlpaal in de heilsgeschiedenis. Doordat een van harte voltrokken en beleefde
toewijding datgene wat toegewijd wordt, heiligt (het vrijwillig en volledig in
Gods Heilswerken inschakelt), worden in deze toewijding van de Belichaming van
Gods Werken en Plannen in werkelijkheid alle zielen van alle tijden aan God
aangeboden. Vanaf dat ogenblik ontbreken nog slechts de voltrekking van het
Verlossingswerk door de Christus, en de vrijwillige deelname aan
de eigen Verlossing vanwege de zielen. In Gods Hart ligt echter de uiteindelijke
overwinning van het Licht op de duisternis reeds vast. Daarom kan de Opdracht van Jezus in de Tempel door de handen van
Maria worden beschouwd als de voorafspiegeling van deze eindoverwinning
van Gods Licht. In het tijdloze gedenkt de Hemel daarom op deze dag deze definitieve
overwinning, de Glorie en macht van het Licht der wereld,
en de Glorie en macht van Maria, die deze tijdloze
toewijding heeft voltrokken en haar later door een leven van eindeloze Smarten
zal bezegelen.
Bij de Opdracht van Jezus in de Tempel offeren Maria en Jozef
volgens het voorschrift twee duiven. Zij symboliseren hier het feit dat de ziel
bij de toewijding van zichzelf, van haar levensweg of van om het even wat, van
God de ware Vrede afsmeekt. De duif staat symbool voor de innerlijke
Vrede, het gebrek aan onrust, aan innerlijke strijd. De ware Vrede vestigt
zich in een ziel zodra deze de innerlijke zekerheid ervaart dat zij waarlijk
God toebehoort, en dat haar toekomst en haar lot volkomen in Gods Liefde
geborgen liggen. God wil er hier op wijzen dat de waarlijk beleefde
toewijding de ware innerlijke Vrede in de ziel moet ontsluiten, omdat in de
ware toewijding de versmelting plaats heeft tussen Gods Wil en de vrije
wil van de ziel. Naarmate de wil van de mensenziel méér één wordt met Gods Wet,
wordt het leven van deze ziel vruchtbaarder, heiliger, en krijgt haar leven zijn
volle zin.
In de Tempel ontmoeten Maria en Jozef Simeon, een oud en zeer
gelovig man, die door de Heilige Geest wordt gestuurd om in de Tempel, de
centrale ontmoetingsplaats tussen God en de zielen, de profeet van de Messias
te worden. Simeon neemt Jezus in zijn armen, drukt Hem aan het hart en spreekt
nu enkele woorden waarin God de zielen een hele onderrichting geeft over het
diepe Wezen van de Messias:
·
"Uw dienaar laat Gij, Heer, nu naar Uw woord in Vrede
gaan. Mijn ogen hebben thans Uw Heil aanschouwd, dat Gij voor alle
volken hebt bereid..."Simeon drukt hier uit
dat de ziel die de Christus in het hart sluit, de absolute voltooiing,
de uiteindelijke zin van haar leven heeft gevonden, en dus klaar
is om naar God terug te keren. Simeon wijst hier met andere woorden naar
Jezus, het Goddelijk Licht, als de absolute vervulling
van het leven. Wie de Christus heeft gevonden (met de ogen van de ziel) en Hem
in zijn hart heeft gesloten, bezit alles. Zijn zoektocht op deze wereld is ten einde.
"... een Licht dat voor de heidenen straalt,
een glorie voor Uw volk Israël". De Christus is het Licht van God, dat de
duisternis van de heidenen (alle zielen die zonder God leven) komt doorstralen.
Doorheen alle eeuwen zal elke ziel iets heidens in zich dragen, in de mate
waarin zij zich nog niet voor de volheid van Gods Waarheid heeft opengesteld.
Zij kan heidendom door Licht laten vervangen door Gods Waarheid in zich op te
nemen. Het “volk Israël” is voorafspiegeling voor het geheel van de zielen die
Christus zullen volgen. Het geheel van de volgelingen van Christus
zal voor alle tijden Gods Heerlijkheid tot uitdrukking brengen, want deze
zielen zijn het, die de ware zin van het leven hebben begrepen en doorheen
wie God Zijn Werken op aarde naar hun voltooiing zal leiden.
·
"Dit kind is bestemd tot val of opstanding van
velen in Israël, tot een teken van tegenspraak, opdat de
gezindheid van vele harten openbaar moge worden...". Jezus zal voor altijd oorzaak worden van twee tegengestelde
kampen: de zielen die Gods Licht en Waarheid zullen
aanvaarden en ernaar zullen leven, en de zielen die God,
Zijn Werken en Plannen en Zijn Waarheid geen aandacht zullen schenken of dit
alles zullen bestrijden. Overal waar de naam van Jezus zal vallen of over Gods
Tegenwoordigheid, Zijn Werken en Plannen en Zijn Wet zal worden gesproken, zal
duidelijk worden welke zielen dit alles in hun hart dragen, en welke dit niet
doen.
In deze Laatste Tijden zal hetzelfde gelden voor Maria,
die nu de voltooiing van de kennis en inzichten van
Gods Waarheid komt brengen, en eveneens teken van tegenspraak wordt. Zo zullen eveneens alle zielen die
ooit Jezus en Maria totaal willen navolgen, op hun beurt tekenen van
tegenspraak worden. De volgelingen van Jezus en Maria
zullen hierdoor in de ervaringen van hun dagelijks leven uitdrukking geven aan
de strijd tussen Licht en duisternis. De ware christenen
zijn zij, die Christus totaal zullen volgen, zonder
compromissen. Het ware christen-zijn is een teken van tegenspraak
omdat het in alle situaties getuigt van het Licht, en geen compromissen
sluit met de duisternis. In de eerste plaats betekent dit, dat de ware
christen zich niet tot gevangene van werelds denken, van het
materialisme noch van elke vorm van modernisme laat maken. In dit alles staat
immers de mens en zijn behoeften centraal, niet God en de noden van Zijn
Heilsplan.
(tot Maria):"... en Uw eigen
ziel zal door een zwaard worden doorboord". God
voorspelt hier via Simeon dat Maria de ware diepte van de Smart zal
leren kennen, en dat Haar ziel deze door en door zal ervaren. De volle diepte
van de ervaring der Smart gaat oneindig veel verder dan datgene wat de mens in
werelds opzicht onder “smart” verstaat. Smart of hartenpijn dekt gewoonlijk de
ervaring van de droefheid over een werelds verlies of over een ongerechtigheid
waarvan men zich het slachtoffer voelt. De volheid van de Smart echter, die de ziel doorboort, is
deze waarin de ziel op mystieke wijze de ware diepgang van het betreurde ervaart,
het gevoel dat het betreurde opwekt bij God Zelf.
Een voorbeeld daarvoor hebben wij ontmoet in de wenende vrouwen
tijdens de Kruisweg van Jezus, waarbij de Verlosser erop wijst dat zij niet het
“onrecht” van de kruisiging moeten bewenen, doch datgene wat de kruisiging noodzakelijk
maakt, namelijk de ontelbare zonden van alle tijden. Een
tweede voorbeeld zien wij op Calvarie, waar Maria niet gewoon weent omdat Zij
als Moeder Haar Kind ziet sterven, doch omdat Zij als volmaakt mystiek gevormde
ziel de Zoon van God ziet sterven vanwege de zondelast die
op de zielen drukt.
Lichtmis wordt in de ziel pas tot een feest
van Licht wanneer de ziel bereid is, de oneindig uiteenlopende vormen van
duisternis van de wereld in zich te blijven bestrijden en
zich elk moment van de dag te oriënteren naar het Licht van
God: Zijn Werken, de wenken van Zijn Voorzienigheid, de
onderrichtingen en verdiepingen die Hij de zielen via Maria laat
toekomen. Wanneer de ziel dit doet, wordt zij zelf tot een tempel waarin
ononderbroken elk ogenblik van haar leven aan God en Zijn Heilsplan wordt
opgedragen. Wanneer de ziel dit voltrekt in het kader van een leven in totale
toewijding aan Maria, is Zij het, die met de ziel hetzelfde doet als
toen met de kleine Jezus. De ziel in de armen van Maria wordt automatisch tot
een teken van tegenspraak, een lichtpunt in de duisternis van het ongeloof
en een voorwerp van medeverlossing. Dit alles zijn de kentekenen van waar
christendom. Het maakt deel uit van onze erfenis, vreugde en leed te
delen met het Mensgeworden Woord. Slechts deze eenheid met Christus kan de ziel
ook met Hem één laten worden in de heerlijkheid.
Bron: uit de onderrichtingen van het Maria Domina
Animarum apostolaat: (zie onderrichtingen: sluier van goud)
http://www.maria-domina-animarum.net/
http://www.maria-domina-animarum.net/
St.Jozef Maria en Jezus in de armen van de profeet Simeon |