GOD AAN HET STUUR OP ONZE LEVENSREIS:
Korte beschouwing geïnspireerd door de Meesteres van alle zielen Maria;
“VERTROUW OP GOD EN ZIJN VOORZIENIGHEID in je leven…Laat God jou leven besturen!” |
Het wordt zo gemakkelijk over het hoofd gezien, dat God op onze
levensweg tezelfdertijd de drijvende kracht is en de Bediener van het stuurwiel behoort te zijn.
Geen wonder, elk mensenleven heeft slechts één enkel doel: De ziel wordt
slechts in de wereld gezonden om haar bijdrage tot de verwezenlijking
van Gods Heilsplan te leveren. Al het overige is slechts “opvulling”:
Wat ook op onze levensweg gebeurt, op zich heeft het nauwelijks wat te
betekenen. De enige betekenis van de “bestanddelen” van een mensenleven ligt in
datgene, wat zij voor Gods Heilsplan en voor de verwezenlijking
van Zijn Werken ten gunste van Zijn Schepping
betekenen, welke waarde zij voor Hem hebben, welk gewicht zij op Zijn
weegschaal vertegenwoordigen. Dit alles hangt niet van de gebeurtenissen zelf
af, doch van de wijze waarop de ziel met hen omgaat. Ten slotte
bepalen slechts het gedrag, de reacties en het gehele innerlijke leven
van de ziel de ontplooiing van Gods Heilsplan.
Zo komen wij dan bij het stuurwiel: God zou degene moeten zijn, die het stuurwiel bedient, doch de ziel navigeert doorgaans zichzelf doorheen het leven.
Men zou ervan uit kunnen gaan dat God dit zo heeft bedoeld, anders had Hij
immers de zielen geen onschendbare vrije wil gegeven. Nochtans... laat
Hij de zielen ook het Mysterie van de totale toewijding verkondigen,
opdat het inzicht in de betekenis hiervan zich zou kunnen ontvouwen zoals een
Hemelse Roos, blaadje na blaadje. De totale toewijding
aan Maria: de zelfgave aan de Koningsdochter
als weg naar het hart van het Paleis van de Grote Koning. Het vurigste verlangen van de Koning en de Koningsdochter
is dit, dat de ziel haar vrije wil als op een gouden dienblad aan Hen zou
afstaan. Kan de ziel eigenlijk wel een kostbaarder bijdrage tot de voltooiing
van Gods Heilsplan leveren?
In de overgave van de vrije wil, zonder dewelke de toewijding
niets méér dan een soort compromis kan zijn, doet de ziel meteen afstand van
het verlangen en de behoefte, zelf over de loop van haar eigen leven te
beslissen. Het afstand-doen van de vrije wil is precies de overdracht van het
stuurwiel, want hierdoor geeft de ziel in wezen klaar en duidelijk uiting aan
de wil, “niet meer te willen,
doch slechts te dienen”. In de mate waarin deze overdracht
waarlijk van harte gebeurt, en deze zich in de praktijk van het
dagelijks leven kan uitwerken, kan de ziel haar leven “vrijer van zonden” laten
verlopen, want des te groter wordt dan het aandeel van Gods beslissingen in haar leven.
Het afstand-doen van de vrije wil betekent niettemin niet, dat de
ziel geen beslissingen meer zou nemen. God zou een dergelijke bijwerking van de
totale toewijding niet toelaten, want de ziel zou hierdoor van elke verdienste
worden beroofd. De verdienste van een mensenleven bestaat immers uiteindelijk
uit het geheel van de reacties van de ziel op alle situaties van haar
leven, of nog nauwkeuriger uitgedrukt: uit het geheel van de reacties, die de
ziel als spiegel van Gods Wil weet op te brengen. Een verdienstelijk,
vruchtbaar – d.w.z. heilig! – leven, is derhalve niet een leven zonder eigen
beslissingen, doch een leven waarin de ziel haar wil in Gods Wil
heeft laten overvloeien. In deze gesteldheid wordt het leven niet
gemakkelijker (God als beslissingsmechanisme en de ziel als “ja-zegster”...)
doch juist oneindig veel moeilijker, zelfs een regelrechte uitdaging.
In het eerstgenoemde geval zou de ziel niet meer in de werkelijke zin van het
woord leven, zij zou
“geleefd worden”. Leven, betekent echter “actieve
inzet”; een passief “drijven op de golven” zou de ziel herleiden tot
niets méér dan een slachtoffer van de omstandigheden, en haar aldus haar
vrijheid ontnemen. God wil echter precies de grootste vrijheid voor elke ziel.
De grootste vrijheid is de gesteldheid die wij kennen als “heiligheid”. Onder
“vrijheid” moet daarbij de ware vrijheid
worden verstaan, niet in de zin zoals de wereld deze gewoonlijk
definieert.
De eigen wil in de Goddelijke Wil laten opgaan,
betekent, zich op elk ogenblik, in elke situatie op de levensweg, in het
bijzonder op elk kruispunt, de vraag stellen: “Mijn God, hoe zou U in dit geval reageren, vanuit de
volheid van Uw volmaaktheid...?”.
Precies daarom leert de “Meesteres van de zielen” nu via Haar Apostolaat, de
zielen – als hoofdweg naar de heiligheid de volgende stappen in elke levenssituatie, zelfs in elk ogenblik
van stille ingetogenheid, waarin geen medeschepsel aanwezig is:
·
Stel je steeds weer de vraag: “Welke
invloed kan mijn voorgenomen reactie of mijn voorgenomen gedrag op de verwezenlijking van Gods Heilsplan
krijgen, bijvoorbeeld vanwege de invloed ervan op
mijn medeschepselen?” Is het resultaat van deze
zelfondervraging ongunstig of twijfelachtig, stel dan de voorgenomen handeling
niet, of spreek dan het voorgenomen woord niet uit”;
·
Stel je bij dit alles eveneens de vraag:
“Kan dit mijn ziel op de weg naar de heiligheid vooruit helpen of niet?” Laat van het antwoord afhangen of je de reactie, de gedraging,
het woord of de gedachte mag stellen of koesteren, of beter niet;
·
Bid voortdurend om een juist inzicht in de mate van Liefde die van al je
woorden en handelingen, gedachten en gevoelens uitgaat. Vergeet daarbij niet, dat de ziel niets “zomaar” noch “voor zichzelf alleen”
doet, denkt, zegt, voelt, verlangt, doch door alles wat in haar binnenste
omgaat en alles wat van haar uitgaat, de hele Schepping en Gods Hart raakt.
Geen enkele ziel leeft voor zichzelf alleen, geen ziel sterft zelfs voor
zichzelf alleen, want elk schepsel maakt deel uit van een geheel netwerk dat “Schepping” heet. Zo heeft de Schepper het gewild: Alles wat uit Zijn hand voortkomt, moet
onderling verbonden zijn.
In wezen zou men kunnen zeggen dat een leven vruchtbaarder wordt
naarmate de ziel Licht en Liefde aan haar leefomgeving weet toe te voegen of
zij het oprechte verlangen koestert, Licht en Liefde aan haar leefomgeving toe
te voegen. Uit zichzelf kan de ziel dit niet doen, zij kan dit slechts
volbrengen in de mate waarin God in haar leeft. God leeft slechts in de
ziel in de mate waarin Hij Zijn Wil in haar en door haar heen kan laten werken,
want de Goddelijke Wil is precies het instrument via hetwelk God schept,
verlost en heiligt, of anders gezegd: “Zijn Goddelijke Werken volbrengt”.
Gods Voorzienigheid leidt elke ziel op
een heel specifieke, unieke levensweg, en hult hierdoor de ziel
in een specifieke leefomgeving, van dewelke God met het oog op de ontplooiing
en vruchtbaarheid van de ziel veel verwacht, omdat deze leefomgeving de ziel
bij haar heiliging kan helpen en de ziel op haar beurt deze leefomgeving kan
beïnvloeden. De ziel kan dit geschenk ten volle tot nut maken, of
zij kan het onwerkzaam maken. Het ten volle tot nut maken, betekent de
Goddelijke Wil, die in dit geschenk alles op onfeilbare wijze heeft voorbereid,
in zo verregaande mate in het eigen leven inbouwen, dat hij daar met zo
weinig mogelijk remmingen groen licht kan krijgen. Zo leert de ziel precies de
plaats zien, die zij binnen Gods Plannen inneemt, respectievelijk waartoe zij
daar is voorbestemd: De ziel beseft haar plaats als dienares van
Gods Werken en Plannen... in tegenstelling tot de vijand der zielen,
de satan, die door de verheerlijking van zijn eigen wil alle
ellende in de wereld mogelijk heeft gemaakt.
Overgave van zichzelf aan Gods Wil betekent
ontplooiing van al het Goddelijke in de ziel. Bestaat er wel iets
groters? Kan de ziel God ooit overtreffen wanneer geschenken van Liefde
worden uitgewisseld? God is tenslotte de Enige die, naarmate Hij schijnbaar voor de ziel méér duisternis en nevel
toelaat, in werkelijkheid méér Licht en Liefde geeft.
Ooit zei de Meesteres van alle zielen
:
:
“Jezelf restloos aan Mij weggeven,
betekent: De wagen van je ziel aan Mij overdragen, Mijn ene voet
tot Meester van het gaspedaal maken, Mijn andere voet tot Meester van het
rempedaal, en Mijn handen tot Meesteres van het stuurwiel, opdat Ik alleen kan
beslissen in welke richting Ik je ziel leid, en volgens welk tempo.
Vergis je niet, dit is voor de ziel geen gemakkelijke situatie, integendeel,
niets is moeilijker dan volmaakt aan Mij als absolute Meesteres van je
zielenwagen overgeleverd te zijn. Dit vergt een heldhaftig vertrouwen
en een heldhaftig geloof in Mijn macht en Mijn Liefde als
Bestuurster. Telkens weer zal in jou de behoefte of de lust opkomen, het
stuurwiel, het gaspedaal of het rempedaal van Mij over te nemen. Deze behoefte
zal sterven in de mate waarin je Mij werkelijk toebehoort.
De ware totale en onvoorwaardelijke
toewijding aan de Meesteres van alle zielen(Maria), betekent: onwankelbaar in Haar geloven als
de Gevolmachtigde van God in de innerlijke
leiding. Zij is dan Diegene, die in vertegenwoordiging
voor God het stuurwiel bedient. De bestemming van de reis ligt
in Gods Hart, de reis zelf wordt vruchtbaarder en vervullender
naarmate wij bereid zijn, deze samen met de Koningin des Hemels, en onder
Haar leiding, te voltooien.
BRON: uit de onderrichtingen van het Maria Domina Animarum Apostolaat:(zie onderrichtingen: meditaties)
GEBED:
Moeder Maria, om de verdiensten van
Uw onwankelbaar geloof in de almacht van God, wil mij de genade
schenken van een groot geloof in de onfeilbaarheid van
Gods Voorzienigheid in alles wat op mijn levensweg komt. Wees gegroet Maria
Koningin van de Goddelijke Voorzienigheid, vol van genade…
“God aan het stuur op onze levensreis” |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.