MIJN SCHAPEN LUISTEREN NAAR MIJN STEM

MIJN SCHAPEN LUISTEREN NAAR MIJN STEM:

 

“Allen die Hem aanroepen is de Heer nabij, die Hem roepen in vast vertrouwen.”

(Psalm 145: 18)

Als er iets in je leven of je gedachten is wat je bezorgd maakt, kom dan bij Mij en praat erover. Vraag Mij wat je nodig hebt en dank Mij in al je gebeden. Zeg:’Dank U, Jezus, voor deze kans om meer op U te leren vertrouwen.’ De lessen in vertrouwen die Ik je geef, zijn vaak verpakt in moeilijkheden, maar ze leveren veel meer op dan ze hebben gekost. Een vast vertrouwen brengt je veel zegeningen, één van de mooiste daarvan is mijn vrede.

Ik heb beloofd dat er vrede is voor wie op Mij vertrouwt. De wereld draait het om. Daar wordt geleerd dat je vrede vindt als je genoeg geld, bezit verzekeringen en alarmsystemen hebt. Maar mijn vrede is zo’n allesomvattend geschenk, dat het niet afhankelijk is van omstandigheden. Al raak je alles kwijt, als je mijn vrede hebt, ben je toch echt rijk!

“ Maak je nergens zorgen over, maar vertel in gebed aan God wat je nodig hebt. Dank Hem ook voor alles.” (Filippenzen 4:6)

“U heeft het beloofd:
U zal vrede geven aan de mensen die helemaal op U vertrouwen.” 

(Jesaja 26:3)

“Ik geef jullie vrede. Ik geef jullie míjn vrede. De vrede die Ik jullie geef, is een ander soort vrede dan de vrede van de wereld. Wees niet bang of verdrietig.” (Johannes 14:27)

“God geeft mensen nieuwe hoop en verwachting. En ik bid dat Hij jullie zal vullen met pure blijdschap en vrede door jullie geloof. Dan zullen jullie door de kracht van de Heilige Geest steeds sterker worden, zodat jullie kunnen volhouden.”

(Romeinen 15:13)

Ik ben de Opstanding en het Leven, het eeuwige leven komt van Mij. Mensen zoeken op allerlei verkeerde manieren naar het leven. Ze jagen vluchtige pleziertjes na, vergaren steeds meer bezit en rijkdom en willen de onvermijdelijke effecten van het ouder worden negeren. Maar Ik geef mijn overvloedige leven gratis aan iedereen die naar Mij toe komt. Als je naar Mij komt en mijn juk op je neemt, vul Ik je met mijn leven.

Zo wil ik in de wereld leven en mijn doelen vervullen. En zo wil Ik je zegenen met onuitsprekelijke hemelse vreugde. De vreugde is van Mij, de luister is van Mij, maar Ik schenk ze aan jou als je in mijn nabijheid leeft en Mij uitnodigt om volkomen in jou te leven.

Ik houd van je om wie je bent, niet om wat je doet. Veel stemmen strijden om de macht over jouw gedachten, vooral als je stil  bent. Je moet mijn stem leren onderscheiden van die andere stemmen. Vraag mijn Geest om dit  onderscheidingsvermogen. Veel van mijn kinderen rennen doelloos rond, omdat ze de  vele stemmen proberen te gehoorzamen die hun leven richting willen geven. Dit leidt tot een versnipperd, frustrerend leefpatroon. Trap niet in deze val. Wandel elk moment dicht bij Mij, luister naar mijn aanwijzingen en geniet van mijn gezelschap. Laat andere stemmen je niet verwarren. Mijn schapen volgen Mij, omdat zij mijn stem kennen.

Blijf je weg met Mij gaan, en geniet ook bij tegenslag van mijn nabijheid. Ik ben altijd voor je en naast je. Kijk hoe Ik je wenk: Kom! Volg Mij. Hij die voorop loopt en de weg voor je vrijmaakt, is dezelfde als Hij die dichtbij blijft en je hand niet loslaat. Ik ben niet onderworpen aan grenzen van tijd en ruimte. Ik ben altijd en overal, onophoudelijk voor jou aan het werk. Daarom is het beste wat je kunt doen Mij vertrouwen en dicht bij Mij blijven.

“ Wanneer hij al zijn schapen naar buiten heeft gebracht, gaat hij voor ze uit. En de schapen volgen hem, omdat ze zijn stem kennen.” (Johannes 10:4)

BRON: Uit ‘Dicht bij Jezus’ 

(Dagelijks genieten van Zijn nabijheid.)   - Sarah Young.

“U heeft het beloofd:
U zal vrede geven aan de mensen die helemaal op U vertrouwen.” 
(Jesaja 26:3)

“ Je leven lang zal niemand jou kunnen tegenhouden. Net zoals Ik eerst met Mozes geweest ben, zal Ik nu met jou zijn. Ik zal je nooit verlaten en je nooit in de steek laten.” (Jozua 1:5)

“Want ik mag altijd dicht bij U zijn.

U houdt mijn hand vast.

 Zo leidt U mij en geeft U mij raad.

Later zult U mij eervol ontvangen.”

(Psalm 73: 23-24)