zondag 30 september 2018

DE SCHADUW OP DE LEVENSWEG


DE SCHADUW OP DE LEVENSWEG:



Maria onderricht:
De levensweg is een weg die door God zo is voorzien dat hij de ziel naar de poort van het Paradijs leidt. Op deze weg schijnt de zon de ziel tegemoet, zolang de ziel vooruit blijft kijken en zich in al haar stappen door de zon laat leiden.
Door haar menselijkheid werpt de ziel een schaduw achter zich: hoe meer de ziel aan haar menselijkheid, haar wereldse gebondenheid, vasthoudt, des te meer kan zij de zon (Gods Licht) voor haar omgeving verduisteren. Naarmate de ziel zich door haar actieve medewerking in een deugdzaam leven laat heiligen, des te meer zal zij Gods Licht doorlaten.
Zolang de ziel zich op de zon oriënteert, ziet zij de duisternis niet: Haar schaduw valt dan achter haar, met andere woorden: Zij laat haar duisternis achter in het verleden.
Vaak blijft de ziel op haar levensweg staan om achterom te kijken (= bij haar verleden stil te staan, waarbij het verleden niet slechts vervlogen jaren doch ook al de dag van gisteren en de voorbije minuut omvat.) Zij wendt daarbij om zo te zeggen haar rug naar het Licht toe. Zij ziet hierdoor vóór zich niet de zon, doch duisternis, want zij kijkt dan naar haar eigen schaduw, die haar gezichtsveld verduistert. Zij ziet de zon niet meer, en komt in de verleiding, te menen dat het licht zich voor haar verbergt en dat duisternis alles op haar weg beheerst.
Het menselijk en werelds voelen en denken nestelt zich vaak tussen Gods Licht en de ziel, en hult haar levensweg in duisternis. De levensweg die overschaduwd wordt, lijkt hierdoor zijn ware kleur en schoonheid te verliezen. Overal waar Gods Licht verdrongen wordt door de schaduwen der wereld, verliest het overschaduwde zijn uitstraling. Het wordt niet meer door het Licht gevoed, en verliest zijn ware levenskracht. In alles waarin niet Gods Licht heerst, verzwakt de Liefde.
De ziel die zich aan de talloze invloeden der wereld bindt, en aan haar verleden, haar herinneringen met al hun pijnen en wonden, gehecht blijft, levert haar levensweg – en hierdoor haar reisplan, en zelfs haar bagage en voedsel voor onderweg – uit aan de duisternis, en verliest hierdoor de sleutel tot het Ware Geluk.
De ziel die op haar levensweg veelvuldig achterom kijkt (naar haar verleden en naar de dingen der wereld die niet door Gods Licht beschenen worden), vermindert haar rijkdom voor God:
1.                          Zij vertraagt haar opgang naar het Paradijs, want telkens zij achterom kijkt, reist zij niet verder naar de Hemelpoort. Hierdoor vergroot zij de kans dat zij in het uur waarin God haar tot Zich roept, niet alles heeft volbracht wat van haar op haar levensweg werd verwacht;
2.                          Zij heeft meer belang gehecht aan de duisternis dan aan het Licht: zij heeft gekozen voor het wereldse, en heeft toegestaan dat de details van haar voorbije leven een eigen leven begonnen te leiden. Het verleden is als een ongedekte cheque bij een bank die niet meer bestaat: Nadat de ziel er haar lessen heeft uit getrokken, heeft het geen waarde meer.
Waar Licht is, is ook schaduw. Het Licht stroomt uit Gods Hart, de schaduw is het rijk van de duisternis. Zalig de ziel die verliefd is op het Licht en al haar inspanningen erop richt, zich met het Licht te verenigen, want haar zaad zal Hemelse vruchtbaarheid oogsten.

BRON: Maria Domina Animarum Apostolaat.
(Zie onderrichtingen: Meditaties: Mariabloempjes.)


Zalig de ziel die verliefd is op het Licht en al haar inspanningen erop richt, zich met het Licht te verenigen, want haar zaad zal Hemelse vruchtbaarheid oogsten.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.